Benoeming docerend personeel aan de gemeentelijke Middelbare School en H.B.S.
voor Meisjes.
Bijlage no. 158. Leeuwarden, 29 mei 1962.
Aan de Gemeenteraad.
A. Ten gevolge van het door de heer A.P. de Zeeuw per 1 september a.s. go-
vraagde ontslag (zie bijlage no. 159) vaceert aan de Middelbare School en
H.B.S. voor Meisjes de betrekking van leraar in het Engels.
Op een geplaatste oproep van sollicitanten heeft zich een negental ge
gadigden aangemeld, waarvan vier wegens het niet bezitten van enige onder
wijsbevoegdheid, dan wel op grond van de ontvangen inlichtingen, niet voor
een benoeming in aanmerking kunnen komen. Van de overige vijf sollicitanten,
allen in het bezit van de akte Engels M.O.-A cf het kandida at s get ui gs chr ift
in de Engelse taal, heeft zich inmiddels sén teruggetrokken.
Op grond van de ingewonnen informaties menen wij mevrouw J. Romeijn-
Hovinga, wonende alhier, voor een benoeming bij U te mogen aanbevelen. Me
vrouw F.omeijn, die het kandidaatsexamen in de Engelse taal met gunstig ge
volg heeft afgelegd, is thans als lerares verbonden aan de Landbouwhuishoud-
school e Drachten.
De Inspecteur van het gymnasiaal en middelbaar onderwijs in de 6e In
spectie en de Commissie van Toezicht op het middelbaar onderwijs hebben, res
pectievelijk bij brieven van 28 maart 1962, no. 4 366, en 15 mei 1962, 110.
2/1745, verklaard tegen de voorgestelde benoeming geen bezwaar te hebben.
Aangezien mevrouw Romeijn niet in het bezit is van de wettelijk vereis
te onderuijsbevcegdheid, is ingevolge artikel 27, 2e lid, van de Middelbaar-
onderwijswet voor haar benoeming de machtiging nodig van de Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen; deze machtiging is verleend bij brief
van 17 mei Jl.kenmerk V.H.M.0nr. IS9386-P, en geldt voor het cursusjaar
1962-1963.
Onder overlegging van de desbetreffende stukken geven wij U in overweging
mevrouw J. Roraeijn-Hovinga, voornoemd, te benoemen tot. lerares in het Engels
aan de Middelbare School en H.B.S. voor Meisjes, zulks met ingang van I sep
tember 1962, tijdelijk en tot wederopzegging, uiterlijk voor de duur van het
cursusjaar 1962-1963-
B. Gedurende het cursusjaar I96I-I962 zijn als lerares in de Aardrijkskunde
aan de Middelbare School en H.B.S. voor Meisjes verbonden de dames J ,MPoel
man en A. Terpstra.
Beide leraressen zijn niet in het bezit van de wettelijk vereiste onder
wijsbevoegdheid
Ten einde te trachten om met ingang van het cursusjaar I962-I963 een
bevoegde docent voor dit leervak aan de school te verbinden, is in de des
betreffende vakbladen een oproep van sollicitanten geplaatst. Er hebben zich
echter geen gegadigden aangemeld, die wel in het bezit waren van de vereiste
onderwijsbevoegdheid
Wij menen dan ook, dat de genoemde docenten, die beiden reeds zo ver
met hun studie zijn gevorderd, dat binnenkort het kandidaatsexamen in de
sociale geografie kan worden ufgole-pl, voor -en herbenoeming in aanmerking
komen
Uit de ingewonnen adviezen van do Inspecteur van het gymnasiaal en mid
delbaar onderwijs in de 60 Inspectie en van Je Commissie van Toezicht op het
middelbaar onderwijs, respectievelijk uitgebracht bij brieven van 23 maart
1962, no. 4365, 3
gestelde herbenoemingen geen bezwaar hebben.
Op grond van het bovenstaande bevelen wij dan ook de beide genoemde do-
oenten bij U aan voor een benoeming voor het schooljaar 1962.1963.
De Minister van Onderwijs, Kunsten er. Wetenschappen heeft bij brief
van 17 mei Jl., afd. V.H.M.O., nr. 189387-P, de ingevolge artikel 27, 2e lid,
der Middelbaar-onderwijswet vereiste machtiging tot de voorgestelde benoe
mingen verleend, geldende voor de duur van het schooljaar I962-I963.
