- 2 -
Het laat zich aanzien dat reeds uitkeringen uit het krotopruimings-
fonds zullen moeten worden gedaan voordat de Gemeente premies van het Rijk
zal hebben ontvangen. Over het algemeen zullen de premies van het Rijk op
een later tijdstip worden ontvangen dan dat, waarop do Gemeente de er mede
verband houdende bijdragen uit het krotopruimingsfonds uitkeert. Hierdoor
zal het fonds gedurende oen lange tijd een negatief saldo kunnen behouden.
Om dit te voorkomen geven 7/ij U in overweging ten laste van do gewone dien;
gemeentebegroting 1962 een bedrag van 5-000,in hot fonds te stor-
der
ton.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
A.A.Li, van der Heuler., Burgemeester.
de Jong, Secretaris.
Verzonden 15 juni 1962.
No. 7769.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 14 juni
1962 (bijlage no. 171
gelet op de Beschikking Krotopruimingspremie van de Minister van
Volkshuisvesting en Bouwnijverheid d.d. 4 januari 1'?62, nr. 0104602,
en op de artikelen 168 en 211 der Gemeentewet;
BESLUIT
I. vast te stellen de volgende
BIJDRAGEREGELING KROTOPEUEilNG
Art. 1 In deze verordening wordt verstaan onder:
a. krot: een op de krottenlijst vermelde woning;
b. krottenlijst: de jaarlijks vóór 1 mei door Burgemeester en
Wethouders vast te stellen lijst van woningen, welke onge
schikt zijn ter bewoning en niet door het troffen van voor
zieningen alsnog in bev/oonbare staat kunnen v/orden gebracht;
c. bewoner: de hoofdbewoner van het krot;
d. het Krotopruimingsfonds: het fonds als bedoeld in de "Be
schikking Krotopruimingspremie" van de Minister van Volks
huisvesting en Bouwnijverheid d.d. 4 januari 1962, nr.
0104602.
Art. 2 1De bewoner van een krot kan, onder de voorwaarden, in deze
verordening genoemd, in aanmerking komen voor een bijdrage
uit het Krotopruimingsfonds.
2. Het in het eerste lid bepaalde vindt overeenkomstige toe
passing voor woningen, alsmede voor andere bewoonde ruimten,
geen woningen zijnde, voor zover deze door de Minister van
Volkshuisvesting en Bouwnijverheid in aanmerking worden ge
nomen voor de toepassing van de Beschikking Krotopruimings
premie d.d. 4 januari 1962, nr. O1O46O2.
Art. 3 1 De bijdrage wordt toegekend aan de bewoner, die vrijwillig
een krot ontruimt.
2. De bijdrage wordt slechts toegekend, indien hot krot onmid
dellijk na de ontruiming wordt afgebroken, dan wel afbraak
verzekerd is.
3. De afbraak wordt geacht verzekerd te zijn indien
a. de woning eigendom is van de Gemeente en blijvend aan
haar bestemming tot woonruimte wordt onttrokken;
b. de woning onbewoonbaar is verklaard.
Art. 4 De bijdrage wordt niet toegekend indien:
a. de bewoner de te ontruimen woning op het tijdstip van de
ontruiming nog geen jaar bewoont;
b. het gezin van de bewoner bij het betrekken van het krot
volgens de geldende woonruimtenormen niet in aanmerking
kwam voor toewijzing van een woning en slechts bij wijze van
uitzondering tijdelijk in het krot is gehuisvest;