fr
Aankoop grond te Wirdum.
Bijlage no. 45. Leeuwarden, 1 februari 1965
Aan de Gemeenteraad.
"Volgens het geldende uitbreidingsplan voor het dorp Wirdum is het perceel
-.•eiland, gelegen tussen het nieuwe sportveld en de bestaande bebouwing aldaar,
bestemd voor wegaanleg en voor woningbouw. Uit dien hoofde is het bezit van
dit perceel, dat op de bij de stukken overgelegde tekening, gemerkt A, rood-
omlijnd is aangegeven en dat een oppervlakte heeft van plm. 4600 m2, voor de
Gemeente van belang.
Voorts moeten wij U mededelen, det bij de aanleg van het sportveld te
Wirdum bleek, dat de voor deze aanleg beschikbare terreinoppervlakte niet vol
doende was voor de uitvoering van het gehele plan en dat een uitbreiding van
het terrein in westelijke richting met een strook ter breedte van 5.00 m no
dig was. Dezo strook, die een oppervlakte heeft van plm. 400 m2 en die inmid
dels met toestemming van de eigenares en van de pachter in gebruik is genomen-
voor de aanleg van het sportveld, is op de bij de stukken overgelegde tekening,
gemerkt B, blauwomlijnd aangegeven. Aankoop door de Gemeente van deze grond
strook is derhalve noodzakelijk.
Wij hebben de eigenares van de laatstbedoelde grondstrook (de Pastorie
van de Hervormde Gemeente te Wirdum), alsmede de eigenaar van het eerderbedoel-
de, voor wegaanleg en woningbouw bestemde terrein (de Nederlandsch Hervormde
Kerk te Wirdum) bereid gevond.en de onderhavige perceelsgedeelten aan de Ge
meente to verkopen tegen de door een tweetal deskundigen geschatte waarde van de
grond. Uit het bij de stukken overgelegde taxatierapport blijkt, dat deze waar
de is gesteld op 1,50 per m2 voor het voor woningbouw enz. bestemde terrein
en op 1,25 per m2 voor het voor de aanleg van het sportveld benodigde perceels
gedeelte. Wij achten deze prijzen voor de Gemeente aanvaardbaar. De aankoop kan
overigens geschieden onder de gebruikelijke voorwaarden, met dien verstande
echter, dat met betrekking tot het voor de aanleg van het sportveld benodigde
terreingedeelte nog eon bijzondere voorwaarde is gesteld ten aanzien van de
afscheiding van het terrein. Deze voorwaarde is omschreven in het hierbij gevoeg
de ontwerp-besluit no. 1437bV/ij mogen U kortheidshalve naar de inhoud van dit
besluit verwijzen. De bedoelde voorwaarde achten wij voor de Gemeente eveneens
aanvaardbaar
Tenslotte delen wij U mede, dat de Gemeente de grond in het genot van pacht
dient te aanvaarden. De pachtovereenkomst, geldende voor het perceel ter grootte
van plm. 4600 ra2, eindigt echter op 12 mei 1963, zodat de Gemeente op dat tijd
stip over deze grond vrijelijk zal kunnen beschikken. Voor het onttrekken aan
do pacht van de grondstrook ter oppervlakte van plm. 400 m2 zal aan de pachter
nog een schadevergoeding moeten worden toegekend. Wij zullen U hieromtrent zo
spoedig mogelijk een nader voorstel doen.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten over
eenkomstig do hierbij gevoegde ontwerpen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A .A.M. van der Meulen, Burgemeester.
de Jong, Secretaris.
Verzonden 1 februari 1963-