Uitkering—Ineens in verband, met de koude.
Bijlage no. 82. Leeuwarden, 27 februari 1963
Aan de Gemeenteraad.
Overeenkomstig de terzake voor het Rijkspersoneel getroffen maatre
gelen hebben wij aan het personeel dezer Gemeente, dat bij de uitoefening
van zijn werkzaamheden bijzondere hinder heeft ondervonden van de on
gunstige weersomstandigheden, gedurende de winter 1962/1963, oen grati
ficatie toegekend.
Het bedrag der gratificatie is op maximaal f. 50,gesteld; het
merendeel der in aanmerking komende personeelsleden heeft echter, even
als het Rijkspersoneel f. 35,ontvangen. De rechtsgrond voor het toe
kennen van de gratificatie is te vinden in artikel 87 van het Algemeen
Ambtenarenreglement.
De Regering heeft thans besloten aan liet Rijkspersoneel ooi. een
uitkering—ineens toe te kennen als tegemoetkoming in de extra kosten, die
het gevolg zijn van de koude. Het bedrag van de uitkering-ineens is
f, 35,ln aanmerking komen zij, die op 21 februari 1963 in Rijks
dienst waren krachtens een dienstverband, dat tenminste drie volle weken
heeft geduurd, of gerekend van 1 januari 1963 ten minste drie volle we
ken ononderbroken in Rijksdienst zijn geweest; een wedde van maximaal
f, 341,67 per maand genieten en gehuwd of kostwinner zijn. De uitkering-
ineens bedraagt slechts f. IJ,voor degenen, die reeds een uitkering
van f. 35,hebben ontvangen wegens het werken in de buitenlucht.
De verschuldigde loonbelasting en premie A.0.W./A.W.V7. worden voor
rekening van de overheid genomen.
Naar onze mening dient ook het personeel dezer Gemeente voor een
soortgelijke uitkering-ineens in aanmerking te komen. Op de navolgende
punten komt ons echter afwijking van de Rijksregeling gewenst voor:
a. een bedrag van f. 56,lijkt ons in betere verhouding te staan tot
de extra kosten als gevolg van de koude dan een bedrag van f. 35,j
b. een weddegrens van f. 541,67, waardoor, naast de in de loongroepen
ingedeelde ambtenaren, de administratieve en technische ambtenaren
met een salaris, gelijk aan dat van hoofdschrijver met 5 periodieke
verhogingen, voor de uitkering—ineens in aanmerking zouden komen,
komt ons te laag voor. Passender lijkt ons een wedde /an f. 612,48,
waardoor de ambtenaren met een salaris niet hoger dan het maximum
salaris van adjunct—commies de uitkering—ineens zullen kunnen ont
vangen:
c. de uitkering-ineens is uitdrukkelijk bedoeld als tegemoetkoming in de
extra kosten als gevolg van de koude en heeft dus een geheel andere
basis dan de gratificatie wegens het werken onder ongmstige omstan
digheden, welke meer het karakter had van een blijk van waardering.
Ook zij, die reeds laatstbedoelde gratificatie hebben ontvangen, die
nen naar onze mening daarom volledig voor do uitkering-ineens in aan
merking te komen.
Het ontwerp van een Verordening tot het toekennen van een uitkering
ineens is hierbij gevoegd. Wij stellen U voor tot vaststelling te be
sluiten. Hieraan voegen wij nog toe, dat wij U dit voorstel spoedshalve
voorleggen, hoewel wij nog niet in het bezit zijn van het advies van de
Commissie voor Georganiseerd Overleg; ter vergadering zullen wij li echter
van dat advies in kennis stellen.