Kelder voor het perceel Kelders J.
Bijlage no. 91- Leeuwarden, 15 maart 1965-
Aan de Gemeenteraad.
Op 26 oktober 1955 besloot Uw Raad de eigendom over te nemen van de
historisch zeer waardevolle kelderruimte voor het perceel Kelders no. 7-
In overeenstemming met hetgeen bij die gelegenheid uit Uw midden
naar voren kwam hebben wij gepoogd ook de eigendom van de overige kolders
ter plaatse te verwerven. In 1956 deden de eigenaren van het perceel
Kelders no. 5 afstand van hun eventuele rechten op de zich voor dat pand
bevindende kelderruimte.
Thans heeft ook de eigenaresse van het perceel Kelders no. 5, do
N.V. Coïifectiehandel Bosma en Cc. zich bereid verklaard afstand te doen
var. do voor dat perceel onder de rijweg aanwezige kelderruimte. Hoewel
deze kolder geen uitgang heeft op de bierkade, doch in de noord-westolijke
doorgang van de Brolspijp en dus uit een oogpunt van historisch stedc-
schoon van minder belang lijkt, achten wij het gewenst, dat de Gemeente
ook over deze kelder kan beschikken vooral met het oog op de mogelijkheid
om lator, wanneer de Gemeente alle aanwezige kelders zal hebben verworven,
daaraan een gezamenlijke bestemming te geven.
Zolang de Gemeente het gebruik van de kelder niet behoeft, lean dit
tegen betaling van een recognitie ad 10,-- per jaar aan de N.V. Bocna
worden gelaten onder de voorwanrden, vermeld in bijgevoegd ontwerp-berjluit.
Wij stollen U voor dienovereenkomstig te besluiten
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen Burgemeester.
Ie Jong Secretari;
Verzonden 15 maart 1963.