- 2 -
6. ter erkenning van het eigendomsrecht van de Gemeente op de
kelder moet voor iiet gebruik daarvan een vergoeding worden be
taald van 10,-- per jaar. Dit bedrag moet jaarlijks voor of
op 1 juli worden betaald ten kantore van de administrateur der
Openbare Verken, Wissesdwinger no. 1, alhier.
Aldus vastgesteld in de openbare ver^adorir'
van
Voorzitter.
Secretaris.
Verhuur van de rijwielstalling achter de Beurs.
Bijlage no. 92.
Leeuwarden, 15 maart 1963*
Aan de Gemeenteraad.
De heer J. Wolfslag, die van november 1957 af de rijwielstalling
achter de Beurs annex de daarbij gelegen parkeerterreinen voor auto's
rond de Beurs en achter de Mercuriusfontein van de gemeente, heeft zich
op 1 december j.l. als zodanig teruggetrokken. De reden hiervan is, dat
de exploitatie van een en ander de laatste jaren, ondanks zeer lange werk
dagen en goedkope hulp, niet rendabel meer bleek te zijn. Ter voorziening
in de hierdoor ontstane impasse is de hulp ingeroepen van de Leeuwarder
Uerkgemeenschap, die de stallingen daar ter plaatse ook vóór 1957 verzorg
de. Aanvankelijk betrof het hier een object, dat viel onder de werkvoor
zieningsregeling voor handarbeiders, doch met ingang van 1 september 1957
kwam daaraan een einde, waardoor een en ander voor dez; instelling niet
meer exploitabel bleek. Het is daarom Begrijpelijk dat de Leeuwarder
Werkgemeenschap, die aldaar thans ook met verlies werkt, heeft aangedron
gen op het spoedig treffen van een andere voorziening ter plaatse, Wij
hebben dan ook terstond getracht een andere gegadigde te vinden, doch
dit heeft niet tot een aanvaardbare oplossing kunnen leiden. Van de beide
reflectanten bood de een een bedrag van 250,per jaar, de ander in
het geheel niets. De heer Wolfslag betaalde jaarlijks een bedrag van
1.000,--.
Uit de bovengeschetste gang van zaken moet worden afgeleid, dat de
exploitatie van de openbare stalling financieel niet mogelijk is. Aange
zien evenwel is gebleken, dat van de stalling overwegend gebruik wordt
gemaakt door personeel van een aantal grote bedrijven, die in de nabij
heid gevestigd zijn, hebben wij bij deze bedrijven geïnformeerd, of zij
belangstelling hebben voor het huren van de rijwielstalling. Hierop is
bericht ontvangen van Vroom en Dreesmann Leeuwarden li.7, dat zij, na. over
leg met de H.E.ü.A. U.V. en ie Coöperatieve Suivelbank de stalling gaarne
wenst te huren tegen een bedrag van 200,-- per maand, 2-400,-- per
jaar derhalve. Van het geheel zal Vroom en Dreesmann dan weer een aantal
plaatsen ter beschikking van de beide andere bedrijven stellen, die haar
daarvoor een vergoeding zullen betalen. De voormalige pachter Wolfslag
die de stalling steeds op behoorlijke wijze heeft geëxploiteerd, zal naar
Vroom en Dreesmann verder mededeelt, bij deze U.V. in dienst treden.
Naar onze mening opent het voorstel van Vroom en Dreesmann voor de
gemeente de mogelijkheid om met betrekking tot de exploitatiemoeilijk
heden voor de onderhavige stalling tot een aanvaardbar oplossing te ge
raken. Weliswaar zal de stalling hierdoor het karakter van openbaarheid
verliezen, doch gezien de geringe belangstelling die daarvoor van de zijde
van het publiek aan de dag wordt gelegd, achten wij zulks geen overwegend
bezwaar De stalling zal op deze wijze bovendien geheel bozet worden.
Het aanbod van Vroom en Dreesmann is voorts voor de gemeente uit finan
cieel oogpunt aantrekkelijk, daar de jaarlijkse opbrengst 1,400,-- hoger
wordt
Het is niet uitgesloten, dat in een niet te ver verwijderde toekomst
in verband met bij de Nederlandsche Middenstandsbank N.V, in voorbereiding
zijnde plannen tot uitbreiding, de fietsenstalling in laar huidige vorm
nieo gehandhaafd zal kunnen blijven. Het terrein van deze bankinstelling
grenst namelijk onmiddellijk aan de stalling. In verband hiermede dient
aan de verhuring een tijdelijk karakter te worden gegeven, terwijl de ver
huring verder kan geschieden onder de voorwaarden, als vermeld in de ter
inzage gelegde huurovereenkomst.
Tenslotte mogen wij er nog cp wijzen, dat deze overeenkomst zich niet
uitstrekt tot ae hiervoor genoemde parkeerterreinen, waarop sinds enige tijd
geen toezicht meer wordt uitgeoefend.
