Ho. 3689. H-j RAuD DmR GBUH3ïfTB LEEUWAR33H* Gelezen een op 14 januari 1963 ingekomen aanvrage van hot _3o- stuur van do Instelling van Liefdadigheid "St.Lucia" to Bennehrcek, om gelden uit de gemeentekas to mogen ontvangen voor de aanschaffing van euhilair, klim-, constructie- en assooiatienateriaal ten "behoeve van de kleuterschool aan de Drederik iduyschstraat 10; overwegende, dat do aanvrage voldoet aan do in artikel 51 der Kleuteronderv/ijswet gestelde eisen; dat door inwilliging van do aanvrage de normale eisen, aan hot geven van kleuteronderwijs te stollen niet zullen worden overschreden gelet op hoe advies van burgemeester en wethouders van 1 maar". 1963 (bijlage no. >8.); B L L U I T de gevraagde medewerking to verlenen. Alauo vastgesteld in de openbare verradenr- VcUl -o Voorzitter, Secretaris. Toekenning van voorschotten op vergoedingen stichtingskosten, kosten van huur en exploitatiekosten voor bijzondere kleuterscholen over het jaar A C\ "2 1 963. Bijlage 110. 99- Leeuwarden, 18 maart 1963* Aan de Gemeenteraad. Krachtens het bepaalde in artikel 126 der Kleuteronderwijswet kunnen schoolbesturen, die vóór 1 januari 1986 gestichte kleuterscholen in eigen dom hebben, aanspraak maken op een vergoeding voor de stichtingskosten. Deze aanspraak bestaat uiteraard niet voor de onder de werking van de Kleuteronderwijswet tot stand gekomen scholen, aangezien de stichtingskos ten hiervan ingevolge art. 50 e.v. van die wet geheel voor rekening van de gemeente komen. Het bedrag van deze vergoeding wordt bepaald aan de hand van bij Algemene Maatregel van Bestuur vastgestelde regelen. Sedert 1962 geldt hiervoor het "Besluit Stichtingskosten Kleuterscholen 1961". Bij dit besluit zijn de gemeenten in klassen ingedeeld (Leeuwarden klasse); daarnaast beïnvloeden het bouwjaar van de lokalen, het al of niet aanwezig zijn van centrale verwarming en de wijze van fundering het bedrag der vergoeding. Indien de gemeente in de stichtingskosten van de school heeft bijgedragen, wordt, ingevolge het 3e lid van art. 126 van genoemde wet de berekende vergoeding, in overleg tussen het schoolbestuur en ons College, op een lager bedrag vastgesteld. Laatstbedoelde bepaling is op een tweetal scholen van toepassing. Blijkens een Koninklijk 3esluit van 1 maart 1962 dient tevens een korting te worden toegepast indien voor scholen gesticht voor de inwerkingtreding der wet met toepassing van art. L}0door Uw Raad medewerking is verleend voor het treffen van kapitaalsvoorzieningen. Deze kortingsbedragen dienen eveneens te v/orden vastgesteld na overleg met het schoolbestuur. In afwachting van nadere gegevens voor het bereke nen van deze kortingsbedragen, kunnen de vergoedingen bij wijze van voor schot voorshands ongekort worden uitgekeerd. Krachtens het bepaalde in art. 127 der Kleuteronderwijswet wordt aan schoolbesturen, die op 1 januari 1956 lokalen in huur hadden, het daarvoor verschuldigde bedrag vergoed. Jaarlijks wordt bij beschikking van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen een bedrag vast gesteld, waarmede de huursom per lokaal dient te worden verminderd, in dien de kosten van instandhouding der lokalen, met uitzondering van de ge ringe en dagelijkse reparaties als bedoeld in artikel 1619 van het Burger lijk Wetboek, niet ten laste van het schoolbestuur komen. Voorts kan ons College, indien de huursom te hoog gesteld is, die som terugbrengen tot het bedrag, dat naar ons oordeel met de normale huurwaarde overeenkomt. De schoolbesturen ontvangen in de zgn. materiële exploitatiekosten krachtens art. 73, eerste lid, der KleUterondexwijswet vergoedingen per lokaal en per kleuter naar bedragen, die jaarlijks door voornoemdeMinister worden vastgesteld. De vergoeding per lokaal strekt ter bestrijding van de kosten van on derhoud van de schoolgebouwen en de kosten van verlichting, verwarming en schoonhouden. De vergoeding per kleuter strekt ter bestrijding van: a. de kosten van onderhoud van schoolmeubelen, het ontwikkelingsmateriaal de hulpmiddelen en de schoolbohoeften; b. de kosten van aanschaffing van ontwikkelingsmateriaal, hulpmiddelen en schoolbehoeften, voor zover die aanschaffing strekt ter vervanging van ontwikkelingsmateriaal en hulpmiddelen, die tengevolge van lang durig gebruik niet meer kunnen worden gebruikt, of tot aanvulling van de voorraad van schoolbehoeften in verband met de vermindering door gebruik;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1963 | | pagina 274