- 2 - V/ij sullen hierop bij de hierna opgenomen financiële beschouwingen nog terugkomen. Een overzicht van het verloop van de baten- en kostengroepen van de algemene dienst over de jaren 1959 b/m 1963 met een toelich ting op de belangrijkste verschillen tussen de ramingscijfers in de begroting voor 1962 en die in de ontwerp-begroting voor 1963 is op genomen in bijlage 2. Financiële beschouwingen. Na de zeer uitvoerige uiteenzetting die wij in de aanbiedings brief bij de ontwerp-begrotingen voor 1962 hebben gegeven over de nieuwe regeling voor de financiële verhouding tussen het Rijk en de gemeenten, lijkt het ons niet nodig thans weer diep op deze aangelegenheid in te gaan. Wij zullen daarom volstaan met enkele opmerkingen over hetgeen de- sinds het verschijnen van de ontwerp begrotingen voor 1962 is bekend geworden en daarna de financiële positie van onze Gemeente belichten. Over de jaren I960, 1961 en 1962 hebben voorlopige verreke ningen tussen het Rijk en de gemeenten plaats gevonden. Er zullen echter nog nadere verrekeningen volgen nadat de gegevens, waarop deze verrekeningen moeten worden gebaseerd, bekend zijn. De voor lopige uitkeringen over de drie genoemde jaren hebben o.m. plaats gehad naar voorlopige en ten dele inmiddels definitief vastgestelde bedragen per inwoner, die voor de algemene uitkering uit het ge meentefonds zijn vastgesteld. Deze bedragen zijn voor i960, 1961 en 1962 voor gemeenten in de groep met 50.000 tot 250.000 inwoners definitief bepaald op respectievelijk 50,--, 55,50 en 60, per inwoner. Voor deze drie jaren wordt de op het product van ge noemde bedragen en van het werkelijke aantal inwoners becijferde basisuitkering nog vermenigvuldigd met een percentage dat voorlopig is bepaald op onderscheidenlijk 100, 100 en 106. Voor 1963 is het basisbedrag per inwoner voorlopig bepaald op 60,50 en het uit keringspercentage op 112. De geleidelijke stijging van basisbe dragen en uitkeringspercentages houdt verband met de mogelijkheden die de opbrengst van de in het gemeentefonds gestorte middelen biedt en met de stijging van het loon- en prijsniveau. De uitke ring van het bedrag per inwoner vormt echter slechts een onder deel van de op grond van de nieuwe regeling van de financiële ver houding aan de gemeente toevloeiende middelen. Andere belangrijke bestanddelen vormen de uitkeringen voor sociale zorg en voor de scholen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1963 | | pagina 85