No. 3924.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 17 maart
1964 (bijlage no. 90);
BESLUIT
I. in te trekken zijn besluit van 13 november 1963* no. 13969* "tot
het verkopen van een perceel bouwterrein, ter oppervlakte van plm.
515 ni2, gelegen ten oosten van de Mr. P.J. Troelstraweg, alhier,
aan de heer A.H. Douwes, wonende Meander 541* Amstelveen;
II. aan de heer A.H. Douwes, Meander 541* Amstelveen, te verkopen het
perceel bouwterrein, gelegen aan de westzijde van de Bordineweg,
hoek Marningeweg, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie E,
no. 678, groot 815 m2op de bij dit besluit behorende tekening
roodomlijnd aangegeven, tegen een prijs van 16per m2 en
voorts onder de volgende bedingen:
1. alle op de grondoverdracht vallende kosten, daaronder begrepen
die van de inmiddels plaats gehad hebbende opmeting ad
30,92 en die van de levering van een afschrift van de akte
ten behoeve van het Gemeente-archief, komen voor rekening van
de koper;
2. de koper aanvaardt het terrein vrij van hypotheek, beslag en
huur en verder in de toestand, waarin dit zich ten tijde van
de eigendomsoverdracht bevindt, met alle lusten, lasten,
plichten, erfdienstbaarheden, enz., daartoe van ouds en met
recht behorende;
3. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte
van overdracht;
4. indien de akte van overdracht door toedoen van de koper niet
notarieel wordt verleden binnen één maand nadat dit besluit de
goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Friesland heeft ver
kregen, is de koper vanaf de datum, vallende één maand na de
datum van goedkeuring van dit besluit tot de dag, waarop de
akte wordt verleden, aan de gemeente Leeuwarden over de koopsom
een rente verschuldigd, berekend naar 4per jaar;
5. het risico voor en het onderhoud van net gekochte en alle daar
van geheven v/ordende en nog te heffen lasten en belastingen
komen vanaf de levering voor rekening van de koper;
6. de gemeente Leeuwarden is tot geen andere vrijwaring gehouden
dan tot die wegens uitwinning;
7. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding
als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk
Wetboek
ff
