No. 4132. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen een op 29 januari j.l. ingekomen aanvrage van het bestuur van de Instelling van Liefdadigheid "St. Lucia" te Benne- broek, om gelden uit de gemeentekas te mogen ontvangen voor het aanbrengen van een nieuwe vloer in de hal van het schoolgebouw Grote Kerkstraat 81, waarin een school voor g.l.o. en een school voor u.l.o. zijn ondergebracht; overwegendedat de aanvrage voldoet aan de in artikel 73 der Lager-onderwijswet 1920 gestelde eisen; dat door inwilliging van de aanvrage de normale eisen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, niet zullen worden over schreden gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders d.d. 20 maart 1964 (bijlage no. 96); BESLUIT de gevraagde medewerking te verlenen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Toekenning van voorschotten op vergoedingen stichtingskosten, kosten van huur en exploitatiekosten voor bijzondere kleuterscholen over het jaar 1964. Bijlage no. 97. Leeuwarden, 16 maart 1964» Aan de Gemeenteraad. Krachtens het bepaalde in artikel 126 der Kleuteronderwijswet kunnen schoolbesturen, die vóór 1 januari 1956 gestichte kleuterscholen in eigen dom hebben, aanspraak maken op een vergoeding voor de stichtingskosten. Deze aanspraak bestaat uiteraard niet voor de onder de werking van de Kleuteronderwijswet tot stand gekomen scholen, aangezien de stichtings kosten hiervan ingevolge art. 50 e.v. van die wet geheel voor rekening van de Gemeente komen. Het bedrag van de vergoeding wordt bepaald aan de hand van bij Algemene Maatregel van Bestuur vastgestelde regelen. Sedert 1962 geldt hiervoor het "Besluit Stichtingskosten kleuterscholen 1961". Bij dit besluit zijn de Gemeenten in klassen ingedeeld, daarnaast beïnvloeden het bouwjaar van de lokalen, het al of niet aanwezig zijn van centrale verwarming en de wijze van fundering het bedrag der vergoeding. Indien de Gemeente in de stichtingskosten van de school heeft bijgedragen, wordt, ingevolge het 3e lid van genoemd artikel 126, de berekende ver goeding, in overleg tussen het schoolbestuur en ons College, op een lager bedrag vastgesteld. Laatstbedoelde bepaling is op een tweetal scholen van toepassing. Blijkens een Koninklijk Besluit van 1 maart 1962 dient tevens een korting te worden toegepast indien voor scholén, gesticht voor de inwerkingtreding der wet, met toepassing van art. 50 door Uw Raad medewerking is verleend voor het treffen van kapitaalsvoorzieningen. Deze kortingsbedragen dienen eveneens te worden vastgesteld na overleg met het schoolbestuur, In afwachting van nadere gegevens voor het berekenen van deze kortingsbedragen, kunnen de vergoedingen bij wijze van voorschot voorshand ongekort worden uitgekeerd. Krachtens het bepaalde in art. 127 der Kleuteronderwijswet wordt aan schoolbesturen, die op 1 januari 1956 lokalen in huur hadden, het daar voor verschuldigde bedrag vergoed. Jaarlijks wordt bij beschikking van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen een bedrag vastgesteld, waarmede de huursom per lokaal dient te worden verminderd, indien de kosten van instandhouding der lokalen, met uitzondering van de geringe en dagelijkse reparaties als bedoeld in artikel 1619 va*i Bet Burgerlijk Wet boek, niet ten laste van het schoolbestuur komen. Voorts kan ons College, indien de huursom te hoog gesteld is, die som terugbrengen tot het bedrag, dat naar ons oerdeel met de normale huurwaarde overeenkomt. De schoolbesturen ontvangen in de zgn. materiële exploitatiekosten krachtens artikel 73» eerste lid der Kleuteronderwijswet vergoedingen per lokaal en per kleuter naar bedragen, die jaarlijks door voornoemde Minister worden vastgesteld. De vergoeding per lokaal strekt ter bestrijding van de kosten van onderhoud van de schoolgebouwen en de kosten van verlichting, verwarming en schoonhouden. De vergoeding per kleuter strekt ter bestrijding van: a. de kosten van onderhoud van schoolmeubelen, het ontwikkelingsmateriaal en de schoolbehoeften; b. de kosten van aanschaffing van ontwikkelingsmateriaal, hulpmiddelen en schoolbehoeften, voor zover die aanschaffing strekt ter vervanging van ontwikkelingsmateriaal en hulpmiddelen, die tengevolge van langdurig gebruik niet meer kunnen worden gebruikt, of tot aanvulling van de voor raad van schoolbehoeften in verband met de vermindering door gebruik; c. alle andere uitgaven ter verzekering van de goede gang van het onder wij s

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1964 | | pagina 146