uit de Gemeentekas te verstrekken voor de aan de corporaties toe
te delen woningen, gelijk aan de toe te kennen rijksbijdragon,
als bedoeld onder III en onder de volgende voorwaarden;
a. de bijdragen worden terugbetaald overeenkomstig hetgeen to
dien aanzien is bepaald in artikel 25, zevende en achtste
lid, van het Woningbesluitonverminderd het bepaalde in arti
kel 24c, derde lid, van dat besluit;
b. indien de voorschotten of onafgeloste gedeelten daarvan worden
opgevorderd krachtens artikel 19, letter b, van het Woning-
besluit, zullen de bijdragen, tot welker betaling de Gemeente
zich nog voor de toekomst heeft verbonden, niet meer ver
schuldigd zijn;
VII. de Gemeente stort jaarlijks een bijdrage gelijk aan 7 van do
op het tijdstip van storting geldende jaarhuur van de woningen
in de krachtens artikel 24c van het Woningbesluit te vormen
reservefondsen ten behoeve van de onder I bedoelde woningen.
Ten aanzien van deze reservefondsen geldt het navolgende:
a. de reservefondsen worden beheerd door de onder I bedoelde
woningbouwcorporaties op aanwijzing van Burgemeester en Wet
houders en zijn bestemd om to voorzien in de dekking van
tekorten op de exploitatie van de onder I bedoelde woningen,
v/elke zich in enig jaar mochten voordoen en onvoorziene ka
pitaalsuitgaven
b. over de reserves mag niet worden beschikt zonder toestemming
van Burgemeester en Wethouders;
c. de onder I genoemde woningbouwcorporaties kunnen worden
verplicht deel te nemen in de jaarlijkse stortingen tot ten
hoogste 3"g fo van de op het tijdstip van storting gel
dende jaarhuur; het bedrag dier stortingen mag niet ten
laste van de exploitatie der onder I bedoelde woningen worden
gebracht. Burgemeester en Wethouders bepalen nader het per
centage van de deelneming;
d. de hierbovengenoemde stortingen blijven achterwege indien
de reserves een omvang hebben bereikt, gelijk aan viermaal
het bedrag van de jaarhuur der onder I genoemde woningen.
De stortingen worden hervat, zodra de reserves dalen beneden
de in de vorige volzin bedoelde omvang.
Zolang de reserves de hierbovenbedoelde omvang niet hebben
bereikt worden overschotten op de exploitatie van de onder I
bedoelde woningen aan de reserves toegevoegd;
VIII. de Gemeente draagt in eigendom aan elk der onder I genoemde
woningbouwcorporaties, onder nader door Burgemeester en Wethou
ders te bepalen voorwaarden, over de terreinen, welke nodig
zijn voor de bouw van de aan die corporaties toe te del on
woningen en garages, tegen de gezamenlijke prijs van f 850.053,--,
of zoveel meer of minder als de Minister van Volkshuisvesting on
Bouwnijverheid in aanmerking neemt voor de stichtingskosten
van de te bouwen woningen en garages.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris
Uitbreiding leerplan Chr. L.T.S. met een afdeling schilderen.
Bijlage no. 144- Leeuwarden, 24 april 1964*
Aan de Gemeenteraad.
Het bestuur van de Stichting Christelijke Lagere Technische School,
alhier, heeft zich bij brief van 26 januari j.l. tot Uw Raad gewend met
het verzoek een besluit te nemen, waarbij de uitbreiding van het leerplan
van de van deze stichting uitgaande school met een afdeling schilderen
nodig wordt geoordeeld.
Het verzoek is gedaan ingevolge artikel 25, 2e en 6e lid, der Hijver
heidsonderwijswet, waarin is bepaald, dat slechts subsidie uit 's Rijks
kas kan worden verleend, indien de Raad der Gemeente, waar de school is
gevestigd - voor zoveel mogelijk de organisaties van patroons en werklie-
den gehoord - de oprichting en instandhouding c.q. uitbreiding nodig heeft
geoordeeld en de Kroon deze daarna, gelet op de behoefte aan de school en
de daaraan verbonden verhoging van de rijksuitgaven, heeft goedgekeurd.
Van een aantal organisaties van werkgevers en werknemers zijn adhesie
betuigingen ontvangen, welke bij de stukken voor U ter inzage zijn gelegd.
Uit het verzoekschrift blijkt, dat van de zijde van de leerlingen van
de 8 eerste klassen (in totaal 185 leerlingen) voor het vak schilderen
voldoende belangstelling bestaat om met de opleiding te kunnen beginnen.
Men verwacht dan ook, dat het vereiste minimum aantal leerlingen zal kun
nen worden bereikt. De nieuw te vormen afdeling zal vermoedelijk maximaal
25 a 30 leerlingen gaan tellen.
Adressant heeft bij zijn verzoek een verklaring overgelegd van de
Stichting Landelijke Vakopleiding Schildersbedrijf, in welke stichting
de organisaties van werkgevers en werknemers in het schilders- en bouw
bedrijf samenwerken. Uit deze verklaring blijkt, dat deze stichting het
noodzakelijk acht, gelet op de belangen van de schildersbedrijven in
Friesland, met name in Leeuwarden, en van de schildersvakopleiding in het
algemeen, dat aan de Chr. L.T.S.alhier, een dagopleiding schilderen
wordt verbonden.
De belangstel!ing voor de vakrichting schilderen is in het algemeen
aanmerkelijk geringer dan die voor de andere afdelingen van een lagere
technische school; het aantal leerlingen van deze afdeling bedraagt als
regel ongeveer 5c!° van het totaal aantal leerlingen. Er komen daardoor per
jaar betrekkelijk weinig schilders beschikbaar. De vraag naar schilders
leerlingen overtreft dan ook nog steeds het aanbod. Blijkens een medede
ling van het Gewestelijk Arbeidsbureau, alhier, stond in 1965 tegenover
een aanvraag van 34 een aanbod van 18 schildersleerlingen.
Het wil ons voorkomen, dat de behoefte aan vakbekwame schilders nog
zal toenemen; in de eerste plaats bij de schildersbedrijven, mede als
gevolg van de voortgaande stadsuitbreiding. Daarnaast is ook in de
industriële sector plaats voor deze vaklieden; met name de grote in
dustrieën vragen schilders voor eigen bedrijf.
Wij zijn dan ook van oordeel, dat de totstandkoming van deze oplei
ding gemotiveerd is en in een behoefte zal voorzien. Voor inwilliging
van het verzoek achten wij dan ook voldoende termen aanwezig.
Wij merken nog op, dat van de kosten, welke met deze uitbreiding
van het leerplan gepaard gaan, ingevolge de bepalingen van de Nijverheids
onderwijswet 30ten laste van de Gemeente komt. In de Financiële-Ver-
houdingswet 196O is evenwel bepaald, dat jaarlijks aan elke Gemeente ten
laste van 1s Rijks kas een uitkering wordt gedaan, gelijk aan het voor