- 2 -
houdt. De erfpachter dient hiertoe de vloeren van de te bouwen
autobozen uit te voeren in betontegels, gelegd op een zandbed.
Voorts moet de erfpachter gedogen, dat vanwege de Gemeente,
indien nodig, onderhoudswerkzaamheden aan de riolen worden
verricht, waarbij de Gemeente zich verplicht de vloeren na af
loop der werkzaamheden in de oorspronkelijke staat te brengen;
10. de erfpachter dient de afvoeren van de regenwaterleidingen aan
de te bouwen autoboxen door middel van een gemetselde put aan
de achterzijde van de boxen aan te sluiten op de in de in erf
pacht uitgegeven grond lopende gemeenteriolen;
11. voor het overige zijn op de erfpachtsuitgifte van toepassing -
voorzover met het vorenstaande niet in strijd - de bepalingen,
betreffende de uitgifte van bouwterreinen, gelegen tussen
Oostersingel en Cambuursterpad.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Medewerking ingevolge art. 72 der Lager-onderwijswet 1920 voor de aanschaf
fing van leermiddelen voor de Marnixschool
Bijlage no. 196. Leeuwarden, 11 juni 1964
Aan de Gemeenteraad.
Het bestuur der Vereniging voor Christelijk Schoolonderwijs alhier,
verzoekt bij een op 14 april 1964 ingekomen aanvrage gelden uit de gemeen
tekas te mogen ontvangen voor de aanschaffing van leermiddelen ten behoeve
van de school voor voortgezet gewoon lager onderwijs aan de Robert Koch-
straat, de Marnixschool, zulks in verband met een aan deze school te ver
binden opleiding voor winkelassistent(e
Sedert september 1962 is aan deze school een opleiding voor kantoor
assistent verbonden, waarvoor een grote belangstelling bestaat. Het school
bestuur is thans voornemens met ingang van het schooljaar 1964/1965 tevens
een opleiding voor winkelassistent(eaan de school in te voeren. Voor
deze opleiding, die voor scholen voor v.g.l.o. van groot belang wordt
geacht, stelt het I.V.I.O. een diploma beschikbaar.
Voor de verstrekking van gelden voor de in verband met deze nieuwe
opleiding benodigde leermiddelen kan het schoolbestuur een beroep doen op
artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920 aangezien het hier een eerste aan
schaffing betreft.
Teneinde omtrent de noodzaak c.q. wenselijkheid en de consequenties van
invoering van. een opleiding als hiervoor bedoeld, enig inzicht te verkrijgen,
hebben wij hieromtrent nadere inlichtingen ingewonnen.
Hieruit is ons gebleken, dat een opleiding voor winkelassistent(e
zoals het schoolbestuur die thans wenst in te voeren, neg wel valt bin
nen het kader van het voortgezet gewoon lager onderwijs en dat deze niet
komt op het terrein van de vakscholen voor de detailhandel. De aan de
Marnixschool in te voeren opleiding is van veel beperkter omvang en bo
vendien gericht op een andere categorie leerlingen. Aangezien voorts
gebleken is, dat voor de opleiding van winkelassistent(eaan de Mar
nixschool een grote belangstelling bestaat - er hebben zich reeds 27
leerlingen aangemeld - achten wij het verantwoord gelden te verstrekken
voor de hiervoor benodigde leermiddelen.
Wij zijn dan ook van oordeel, dat door inwilliging van de aanvrage
de normale eisen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, niet
zullen worden overschreden. De ingediende aanvrage voldoet ook overigens
aan de in artikel 73 der wet gestelde eisen, zodat de gevraagde medewer
king dient te worden verleend.
Wij adviseren U derhalve te besluiten overeenkomstig het hierna
opgenomen ontwerp.
Eurgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M.van der Heulen Burgemeester.
de Joig Secretaris.