grotendeels bestaande uit personen wier werkkring op een ander terrein
ligt, is voor werk, dat zoveel gespecialiseerde kennis vereist als be
slissen omtrent bijstandsverlening, minder geschikt. Verder zou aan een
dergelijk college hetzelfde bezwaar kleven, dat ook een der redenen was
tot opheffing van de Gemeentelijke Instelling van Maatschappelijk Hulpbe
toon over te gaan, n.l. dat over grote bedragen ten laste van.de Gemeente
wordt beslist door anderen dan de volgero de Gemeentewet daartoe bevoegde
en voor het financiële beleid verantwoordelijke organen. Tenslotte wordt
instelling van een College voor de verlening van bijstand ook niet ge
vorderd door de wenselijkheid, particuliere organisatiss op het gebied
van maatschappelijk werk bij de verlening van bijstand in te schakelen;
de door Uw Raad op 21 november 1962 ingestelde Commissie van Advies
immers waarborgt die inschakeling voldoende.
Wij hebben derhalve geen aanleiding gevonden, een voorstel als be
doeld in het geciteerde artikel 72 aan U te doen.
Commissie van advies.
De Wet stelt in artikel 75*
"De Gemeenteraad kan een Commissie van advies instellen, waarvoor de be
palingen van de artikelen 76—81 zullen gelden". Voor de inhoud van de
artikelen 76-81 mogen wij verwijzen naar het bij dit preadvies behorend
overzicht van enkele bepalingen van de Wet. Blijkens artikel 107 van de
Wet zijn deze bepalingen reeds in werking getreden op 11 juli 1963-
De bepalingen over de Commissie van advies in de Verordening op de
Gemeentelijke Sociale Dienst van 21 november 1962 zijn niet geheel
identiek met de laatstbedoelde bepalingen van de Wet, hoewel destijds bij
het ontwerpen van die verordening wel gelet is op het ontwerp van de
Algemene Bijstandswet, zoals dat toen luidde De Wet wijkt echter op ver
schillende punten af van het toenmalige ontwerp daarvai. Zo wordt de
voorzitter volgens de Verordening benoemd door en uit ons College en
volgens de Wet door de Raad. Volgens de Verordening moeten in de commis
sie vier raadsleden zitting hebben, volgens de Wet mogen ten hoogste 2/5
van het aantal leden van de commissie voorzitter of lil zijn van het
gemeentebestuur of in dienst zijn van de Gemeente. Ook de taakomschrij
ving van de commissie in de Verordening wijkt enigszins af van die in de
Wet.
Hoewel aldus een situatie is ontstaan welke formeel niet geheel in
overeenstemming is met de Wet, zijn wij toch van oordeel dat de in be
doelde Verordening opgenomen bemalingen cmtrent de Comnissie van advies
niet dienen te worden gewijzigd vóór de zittingsduur vin de thans
fungerende commissieleden is verstreken, t.w. 1 januari 1967, Wijziging
van deze bepalingen thans in die zin, dat aan de letter van de Wet
wordt voldaan, zou immers medebrengen dat twee van de z.m nu in de commis
sie zitting hebbende raadsleden door niet-raadsleden moeten
worden vervangen - óf dat de huidige commissie van tier tot vijftien le
den zou moeten worden uitgebreid. Gezien het feit dat de leden van de
commissie intussen "op elkaar zijn ingespeeld", is het o.i. niet wense
lijk dat nu - zo betrekkelijk kort na de vorming van do commissie - de
samenstelling daarvan wordt gewijzigd.
Commissie voor de bezwaarschriften
De Wet spreekt niet over een commissie voor de bezwaarschriften.
Ook de Memorie van Toelichting, behorende bij het ontwerp van wet,
maakt er geen melding van. Vele publicaties betreffende de Wet bepleiten
echter de instelling van een dergelijke commissie, In oepaalde situaties
xs zc'n commissie ook te verdedigen. Het komt ons voor, dat een derge
lijke commissie vooral gewenst is in eon Gemeente, waar de beslissing op
aanvragen om bijstand rechtstreeks door Burgemeester eri Wethouders ge
schiedt, slechts bijgestaan door een enkele met de behandeling van deze
materie belaste secretarie-ambtenaar of vaar naast de (vaak kleine)
afdeling Sociale Zaken geen secretarie-afdeling is, die Burgemeester
en Wethouders terzake van advies kan dienen. In Leeuwarden kan ons
College, doordat het in wezen op de desbetreffende aanvragen niet heeft
beschikt, naar ons gevoelen geacht worden voldoende afstand te kunnen
- 3 -
nemen om op bezwaarschriften te beslissen. Bovendien lijkt ons de secre
tarie voldoende geschikt om ons terzake van advies te lienen. xnschake-
ling van een niet-ambtelijke commissie zal aan de behandeling niet méér
inhoud kunnen verlenen en zal bovendien sterk vertragend werken, hetgeen
met het oog op de termijn van één maand, welke de Wet ir feite voor de
beslissing stelt in artikel 35,- zeker ongewenst moet worden geacht.
De U hierbij aangeboden ontwerp-verordening voorziet dan ook niet
in de instelling van een commissie voor de bezwaarschriften.
Commissies voor groepsregelingen.
Omtrent de commissies, bedoeld, in artikel 32 van ie Viet (commissies
voor toepassing van groepsregelingen)zijn nog geen regelen gegeven
bij algemene maatregel van bestuur. Vooralsnog kunnen vv 1 j U terzake dus
nog geen voorstellen doen.
Mandaat voor de G.S.D
De Wet draagt in artikel 1 de bijstandsverlenias '-"i- ai-n Burgemeester
en Wethouders. Het is echter duidelijk dat in Leeuwarden onmogeiijK op
elke aanvrage om bijstand door ons College kan worden besiist. De Wet
opent slechts één mogelijkheid van delegatie van deze bevoegdheid, n.l.
die aan een College voer de /erlening van bijstand. Delegatie aan een
andere instantie moet ongeoorloofd worden geacht. In de oestuurspraktijk
is echter naast delegatie een daaraan verwante figuur ontstaan, "mandaat"
genoemd, welke zou kunnen worden omschreven als "opdracht om namens
een politiek verantwoordelijk oestuursergaan en onder verantwoordelijk
heid van dat orgaan met inachtneming van de door dat orgaan te geven aan
wijzigen, bepaalde zaken af te doen". Wij stellen ons voor de beslissing
op de meeste aanvragen om bijstand met gebruikmaking van deze mandaat
figuur op te dragen aan de directeur van de Gemeentelijke Sociale Dienst
of een door deze daarvoor aangewezen ambtenaar, zoals dit reeds geschiedt
sinds de opheffing van de Gemeentelijke Instelling voor Maatschappelijk
Hulpbetoon. V001 een summiere aanduiding van de terzaki door ons gevolgde
gedragslijn veroorloven wij ons verwijzing naar het gsstelde in punt
IV onder 3 van ons preadvies d.d. 5 november 1962, no, 342. Hex dunkt
ons nuttig, van de hier besproken regeling van de uitoefening der bevoegd
heid tot beslissing op aanvragen on bijstand in de Verordening, waarvan
het ontwerp U hierbij wordt voorgelegd, melding te mak :n (arti.ee! 12,
eerste lid)
Toelichting op de ontwerp-verordening
De hierbij gevoegde ontwerp-verordening op de G-em sentelijke Sociale
Dienst en de verlening van bijstand (verder te noemen: het ontwerp) is
samengesteld aan de hand van modellen, opgesteld door le Vereniging van
Directeuren van Overheidsorganen voor Sociale Arbeid J.IV0SA.in
samenwerking met de Vereniging van Nederlandse GemeentjnDe commissie
van advies, bedoeld in artikel 3 vtan de verordening op de Gemeentelijke
Sociale Dienst van 21 november 1962, nr,15117e (verder te noemen: de
commissie)is gehoord over een voor-ontwerp van de door ons geconcipi
eerde verordening; haar opmerkingen komen hieronder te 1 sprake, voorzover
daaraan niet door wijziging van het voor-ontwerp is tegemoetgekomen.
Waar de mening van de commissie niet wordt vermeld- wi jkt zij niet af
van ons gevoelen, zoals dat in het ontwerp is neergelerd.
Bij de samenstelling van het ontwerp hebben wij ons laten leiden
door de volgende beginselen:
1. De verordening moet een aanvulling van, de Wet geven; er dient dus
niet in bepaald te worden datgene wat door de Wet a_ is geregeld.
2. De verordening dient de bevoegdheid van Burgemeester en Wethouders ex
artikel 1 van de Wet onverlet te laten. Over de materiële inhoud van
een beschikking van dat college mag dus niets worden voorgeschreven,
In verband hiermede hebben wij niet kunnen voldoen in de suggesties
van de commissies, in het ontwerp de bepaling op te nemen dat de be
schikking doel en bestemming van de bijstand moet vastleggen, de be
paling dat de in artikel 18 van het ontwerp bedoelde geldlening ren
teloos kan worden verstrekt, en daarin een regeling op te nemen voor
het geval dat bijstandsnormen of verpleegprijzen worden gewijzigd.
7; x 7!#r J: