8. 10. - 2 - 3. Burgemeester en Wethouders kunnen be palen, dat bepaalde werkzaamheden, vallende onder de in het tweede lid gegeven taakomschrijving, door andere onderdelen van.ide gemeentelijke ad ministratieve dienst worden verricht. Artikel 2. Gemeentelijk tehuis voor bejaarden. 1. Het Gemeentelijk tehuis voor bejaarden dient tot opneming, verzorging en, zo nodig, verpleging van bejaarden en - zo lang daarvoor geen andere gemeente lijke inrichting ter beschikking staat - invalide en chronisch zieke personen 2. De algemene leiding van het tehuis is opgedragen aan de directeur van de dienst 3. De dagelijkse leiding in het tehuis berust bij degene, die Burgemeester en Wethouders daarvoor hebben aange wezen 4. Bij het leiden van het tehuis worden de door Burgemeester en Wethouders vastgestelde regelen en gegeven richt lijnen in acht genomen. Artikel 3- Organisatie van de dienst. Voor zoveel nodig regelen Burgemees ter en Wethouders nader de inrichting en werking van de dienst. HOOFDSTUK II. Commissie van Advies. Artikel 4» Samenstelling, taak, werkwijze. 1. Er is een Commissie van Advies, die tot taak heeft Burgemeester en Wet houders zowel op verzoek als eigener beweging van advies te dienen omtrent algemene beleidsvragen op het gebied van de maatschappelijke zorg en het maatschappelijk werk. 2. Zij bestaat uit ten hoogste vijftien le den 3» Burgemeester en Wethouders wijzen uit hun midden één lid aan. Dit lid is voorzitter van de commissie. 4- De Gemeenteraad benoemt op voordracht van Burgemeester en Wethouders de overige leden. Vier daarvan benoemt hij uit zijn midden. 5. De leden, die geen lid zijn van het College van Burgemeester en Wethouders en/of van de Gemeenteraad, worden be noemd voor de duur van vier jaren. 9. In geval van tussentijdse vacature wordt een lid als zoeven bedoeld be noemd voor het resterende deel van dit tijdvak. De leden, die lid zijn van het Colle ge van Burgemeester en Wethouders en/of van de Gemeenteraad, treden af, wanneer zij die hoedanigheid verlie zen De leden, bedoeld in het vijfde lid, worden zoveel mogelijk gekozen uit hen, die deskundig geacht mogen wor den op het gebied van het werk der vak- en standorganisaties, het maat schappelijk werk en de zorg voor de volksgezondheid, of van andere vormen van bevordering van het maatschappe lijk welzijn. De directeur van de dienst woont de vergadering van de commissie bij. Hij is geen lid van de commissie, doch heeft een adviserende stem. Burgemeester en Wethouders wijzen een ambtenaar der Gemeente, werkzaam bij de dienst, aan, die als secretaris van de commissie optreedt. Hij is geen lid van de commissie. De commissie stelt nadere regelen vast ten aanzien van haar werkwijze. Par. 1Algemeen. Par. 2. Verlening van bijstand op aanvrage of ambts- halve HOOFDSTUK III. 'erlening van financiële bijstand. Artikel 3' Definities Dit hoofdstuk verstaat onder; aanvrager; degene, die voor zichzelf, zijn gezin of een derde financiële bijstand vraagt belanghebbende; degene, voor wie of voor wiens gezin financiële bijstand wordt gevraagd, dan wel degene, die voor zich of voor zijn gezin financiële bijstand ontvangt bezwaarschriftbezwaarschrift, als be doeld in een der artikelen 34; 35 of 36 van de Algemene Bijstandswet; de dienst; de gemeentelijke Sociale Dienst; de wet; de Algemene Bijstandswet. Artikel 6. Indiening van de aanvrage. 1. Een aanvrage om bijstand wordt inge diend bij de dienst. Indien de aanvra ge bij een andere gemeentelijke in stantie is ingekomen, wordt zij onver wijld naar de dienst doorgezonden. 2. Indien de aanvrage mondeling geschiedt, wordt een formulier, waarvan het model m 'Jl. -r."

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1964 | | pagina 355