- 4 -
door Burgemeester en Wethouders wordt
vastgesteld, door de dienst ingevuld
en door de aanvrager ondertekend.
3» Indien de aanvrage schriftelijk ge
schiedt, doch niet met gebruikmaking
van een formulier, als bedoeld in het
tweede lid, wordt zij door de dienst
gesteld op een zodanig formulier.
4° De dienst verstrekt de aanvrager on
verwijld een bewijs van ontvangst van
de aanvrage, vermeldende
a. de datum waarop zij is ingekomen;
b. de inhoud van artikel 35? eerste
zin, van de wet;
c. de bevoegdheid van de dienst tot
het inwinnen van inlichtingen, als
bedoeld in artikel 7? bij derden.
5. In geval de aanvrager overeenkomstig
artikel 28 der wet van doorzending van
de aanvrage op de hoogte wordt gesteld,
wordt daarbij vermeld de inhoud van
artikel 35? tweede zin van de wet.
Artikel 7»
Onderzoek.
De dienst wint inlichtingen in omtrent?
a. de burgerlijke staat van belanghebben
de en, indien hij in gezinsverband
leeft, de samenstelling van zijn ge
zin
b. het inkomen en de vermogenstoestand van
belanghebbende;
c. andere dan onder a en b vermelde onder
werpen, voorzover van belang voor de
verlening van bijstand aan belangheb
bende.
Artikel 8.
Medewerking van belanghebbende.
Indien de aanvrager of de" belanghebbende
I. niet naar vermogen voldoet aan een
verzoek van de dienst
a. tot het verstrekken van inlichtingen
als bedoeld in het vorige artikel of
b. tot het geven van inzage in niet
strikt-persoonlijke bescheiden ter
verifiëring van bij de aanvrage ver
strekte of anderszins verkregen in
lichtingen als bedoeld in het vorige
artikel
II. opzettelijk onjuiste inlichtingen,
als bedoeld in het vorige artikel,
verstrekt
kan de aanvrage onder vermelding van het
verzuim worden afgewezen,
- 5 -
Artikel 9'
Raadsman.
De belanghebbende is bevoegd zich te
doen bijstaan door een raadsman.
Artikel 10.
Het horen van derden.
De dienst geeft aan een derde, die bij
de aanvrage om bijstand betrokken kan
zijn, op zijn verzoek gelegenheid daar
over te worden gehoord.
Artikel 11
Geheimhouding.
1Zijdie met de behandeling van of
beslissing op een aanvrage om bij
stand zijn belast, zijn verplicht,
tegenover een ieder, die daarmede niet
is belast, geheimhouding te betrach
ten omtrent hetgeen hun bij de uitoefe
ning van deze taak ter kennis komt.
2. Het eerste lid geldt niet indien toe
passing daarvan strijd zou opleveren
met een wet.
Artikel 12.
Beschikking op de aanvrage.
1 De beschikking op c.e aanvrage wordt ge
nomen door Burgemeester en Wethouders,
of namens dezen door de directeur van
de dienst of een door die directeur
daarvoor aangewezen ambtenaar van de
dienst, een en ander volgens door Bur
gemeester en Wethouders te stellen
regelen
2. De beschikking woret zo tijdig genomen,
dat aan het derde lid kon worden vol
daan
3. De beschikking woret binnen één maand,
nadat de aanvrage is ingekomen, aan de
aanvrager medegedeeld.
Artikel 15
Mededeling van de beschikking.
De mededeling van de leschikking inzake
de verlening van bijstand vermeldt de in
houd van de artikelen 34? 36 en 45?
eerste lid, van de wet.
Artikel 14
Ambtshalve verlening van bijstand.
In geval wordt overwogen ambtshalve bij
stand te verlenen, onderscheidenlijk
ambtshalve bijstand wordt verleend, vinden
de artikelen 7 "tot en met 12, eerste lid
overeenkomstige toepassing.