HOOFDSTUK IV
Overgangs- en slotbepalingen.
Artikel 25.
Naamsverandering.
In alle gemeentelijke verordeningen, regl
menten en besluiten, waarin de benaming
"gemeentelijke dienst voor Sociale Zaken"
of "dienst voor Sociale Zaken" voorkomt,
wordt - voor zover deze wijziging niet
reeds is aangebracht - in de plaats daar
van gelezen: Gemeentelijke Sociale Dienst
Artikel 26
Intrekking.
De Verordening op de Gemeentelijke Social
Dienst, vastgesteld bij raadsbesluit van
21 november 1962, no. 15117e» wordt inge
trokken, met dien verstande, dat de in
trekking van de Verordening op de gemeen
telijke dienst voor Sociale Zaken, vast
gesteld bij raadsbesluit van 25 december
1935 (G.B. 1935no. 44); sedert gewij
zigd, blijft gehandhaafd.
Artikel 27
In- werking treding.
Deze verordening treedt in werking op
het tijdstip, bedoeld in artikel 107,
eerste lid, van de Algemene Bijstandswet.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Wijziging Drankwetverordeningen.
Bijlage no. 203- Leeuwarden, 15 juni 1964'
Aan de Gemeenteraad.
Bij de behandeling van ons preadvies d.d. 6 november 1963, opgenomen
in bijlage no. 331, omtrent het adres van J. Visser, Verlengde Schrans no.
158, betreffende wijziging van de z.g. Eisenverordening Drankwet, besloot
Uw Raad overeenkomstig een desbetreffend voorstel van de Voorzitters van
de verschillende fracties, die alsnog een nader overleg omtrent een moge
lijke verzachting van de lokaliteitseisen voor Drankwetinrichtingen nodig
achtten, de beslissing op dit verzoek aan te houden. De vaststelling van
een verordening, als bedoeld in de artikelen 9, 10 en 43 4er Drankwet, voor
gesteld in bijlage nr. 266, werd hierdoor eveneens, ten tweeden male, aan
gehouden.
Uw lid de heer Mr. B.P. van der Veen, heeft mede namens cle Voorzitters
van de Raadsfrakties thans, bij brief van 15 mei j.l. medegedeeld, dat het
gepleegde overleg er toe heeft geleid, dat algemeen de behoefte wordt ge
voeld aan zodanige verlichting van de lokaliteitseisen, dat een inrichting-
als die van de heer Visser voor een verlof A in aanmerking komt. De fraktie-
voorzitters zijn geneigd ten aanzien van de lokaliteitseisen voorshands niet
verder te gaan dan de eisen, welke de bij de nieuwe Drankwet behorende al
gemene maatregel van bestuur, waarvan de tekst overigens nog niet bekend is,
zal stellen. Mocht na het verschijnen van deze nieuwe algemene maatregel van
bestuur blijken, dat aanvullende eisen niet gemist kunnen worden, dan is
daarin te zijner tijd te voorzien. Verzocht werd het aangehouden punt op
nieuw op de agenda te plaatsen met een preadvies van ons College omtrent de
wijzigingen, welke in het voorstel zouden moeten worden aangebracht om een
en ander in de bedoelde geest te wijzigen.
Naar aanleiding van het vorenstaande kunnen vrij U mededelen, dat om
trent de inhoud van do volgens de nieuwe Drank- en Horecawet vast te stellen
algemene maatregel van bestuur nog niets vaststaat. Inlichtingen hieromtrent
konden niet worden verkregen.
Wat betreft de wijzigingen, welke in de bestaande Eisenverordening
zouden moeten worden aangebracht, opdat voor een inrichting als die van de
heer Visser een verlof A zou kunnen worden verkregen, mogen wij U verwijzen
naar een bij de stukken gevoegd staatje, aangevende de bij de huidige ver
ordening gestelde eisen en ontheffingsmogelijkheden en de bestaande toe
stand van de onderwerpelijke lokaliteit.
Ook bij herhaalde overweging blijven wij echter van mening, dat het
geen aanbeveling kan verdienen om ten behoeve van het speciale geval van de
heer Visser verdere ontheffingsmogelijkheden in de verordening op te nemen.
Voor de motivering hiervan mogen wij volstaan met hetgeen hieromtrent uit
puttend is gesteld in onze voorstellen, opgenomen in de bijlagen nos. 127
en 331, waarbij wij nog eens uitdrukkelijk wensen te stellen, dat nu ver
wacht mag worden dat eerlang nieuwe, wellicht zwaardere lokaliteitseisen zijn
te verwachten en de onderscheiding tussen vergunningen en verloven A komt
te vervallen, het onjuist zou zijn dezerzijds thans tot wijziging van de
gestelde eisen te besluiten.