aan het bestuur der Vereniging tot bevordering vanChristelijk Nationaal Schoolonderwijs te Wirdum, ten behoeve van het ge woon lager onderwijs 103 x 7 50 5 is 7*730,15; aan het Rooms-Katholiek Kerkbestuur te Vijtgaard, ten behoeve van het gewoon lager onderwijs 77 x 7505 is 5*778,85. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Vaststellen aantal wekelijkse lesuren vakonderwijs openbare scholen en toekennen voorschotten bijzondere scholen voor v.g.l.c. en u.l.o., beide voor 1964* Bijlage no. 50. Leeuwarden, 10 februari 1964* Aan de Gemeenteraad. Ingevolge artikel 101bis, 1e lid, der Lager-onderwijswet 1920 bepaalt de Raad van de gemeente, die ten behoeve van een of meer openbare scholen, onderscheidenlijk voor gewoon, voortgezet gewoon en uitgebreid lager on derwijs, vakonderwijzers heeft aangesteld, vóór 1 maart van elk jaar voor elke daarvoor in aanmerking komende soort van scholen het aantal wekelijkse lesuren, gedurende hetwelk vakonderwijs zal worden gegeven. Dit aantal wordt berekend door deling van het totaal aantal per week te geven uren vakonderwijs door het volgens artikel 28 der wet verplichte aantal onder wijzers aan die scholen. Aan de openbare scholen voor gewoon lager onder wijs wordt geen vakonderwijs gegeven, met uitzondering van de J.H. van IJsselskoallete Hempens, alwaar een handwerkonderwijzeres werkzaam is naast het mannelijk hoofd. Op grond van het tiende lid van artikel 101bis wordt deze school gelijkgesteld met een school, waaraan geen vakonderwij zers zijn aangesteld. Aan de beide gemeentelijke scholen voor voortgezet gewoon lager onder wijs bedraagt het aantal wekelijkse lesuren vakonderwijs in totaal 106. Het aantal verplichte leerkrachten is 20. Het aantal wekelijkse lesuren per leerkracht bedraagt alzo 106 20 is 5 3/10 Bij het openbaar uitgebreid lager onderwijs bedraagt het aantal weke lijkse lesuren vakonderwijs in totaal 1783/4 en het aantal verplichte leerkrachten 47* Het aantal wekelijkse lesuren per leerkracht bedraagt hier dus 178 3/4 47 is 3 15l/l88. De besturen van de gelijksoortige bijzondere scholen kunnen voor 1964 voor beloning van hun vakleerkrachten aanspraak maken op een vergoeding uit de gemeentekas, welke wordt bepaald met inachtneming van bovenbedoelde getallen wekelijkse lesuren, het getal verplichte leerkrachten aan hun scholen en een beloning tot een bedrag, waarop de vakonderwijzers aan spraak zouden hebben gemaakt, indien zij in dienst der Gemeente waren. De daarvoor in aanmerking komende besturen van de bijzondere scholen voor voortgezet gewoon en uitgebreid lager onderwijs hebben gebruik ge maakt van de hun bij artikel 101 bis, 5e lid, der wet geboden gelegenheid op vorenbedoelde vergoeding een voorschot aan te vragen. Dit voorschot wordt op gelijke wijze berekend als de definitieve vergoeding, terwijl na afloop van het kalenderjaar de afrekening met de schoolbesturen plaats vindt onder overlegging van de nodige bewijsstukken. Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen Burgemeester. de Jong Secretaris. Verzonden 11 februari 19 64

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1964 | | pagina 79