c. bewoner: de hoofdbewoner van het krot; d. het Krotopruimingsfonds: het fonds als bedoeld in de "Beschikking Krotopruimingspremie" van de Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid d.d. 4 januari 1962no. 0104602. Artikel 2. 1. De bewoner van een krot kan, onder de voorwaarden, in deze verorde ning genoemd, in aanmerking komen voor een bijdrage uit het Krotop ruimingsfonds 2. Het in het eerste lid bepaalde vindt overeenkomstige toepassing voor woningen, alsmede voor andere bewoonde ruimten, geen woningen zijnde, voor zover deze door de Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid in aanmerking worden genomen voer de toepassing van de Beschikking Krotopruimingspremie d.d. 4 januari 1962no. 0104602 Artikel 3« 1. De bijdrage wordt toegekend aan de bewoner, die vrijwillig een krot ontruimt 2. De bijdrage wordt slechts toegekend, indien het krot onmiddellijk na de ontruiming wordt afgebroken, dan wel afbraak verzekerd is. 3. De afbraak wordt geacht verzekerd te zijn indien: a. de woning eigendom is van de Gemeente en blijvend aan haar be stemming tot woonruimte 'wordt onttrokken; b. de woning onbewoonbaar is verklaard. Artikel 4. De bijdrage wordt niet toegekend indien: a. de bewoner de te ontruimen woning op het tijdstip van de ontruiming nog geen jaar bewoont; b. net gezin van de bewoner één jaar vóór de datum van ontruiming van het krot volgens de toen geldende woonruimtenormen niet in aanmer king kwam voor toewijzing van een woning; c. de bewoner een toeslag als bedoeld in artikel 2, eerste lid van het Besluit bevordering eigen-woningbezit is toegekend en artikel 2 van de Beschikking bevordering eigen-woningbezit toepassing heeft gevonden; d. de aanvraag tot toekenning van een bijdrage is gedaan later dan drie maanden na de ontruiming van het krot. Artikel 3» De bijdrage wordt toegekend in de vorm van: a. een tegemoetkoming in de kosten van verhuizen en wederinrichten; b. een tegemoetkoming in de kosten van duurder wonen en/of c. een spaarpremie. Artikel 6. 1. De tegemoetkoming in de kosten van verhuizen en wederinrichten be draagt 250?-- en wordt ineens uitgekeerd. 2. De tegemoetkoming voor duurder wonen bedraagt hot halve nadelige verschil tussen de jaarhuur, c.q. de huurwaarde in de zin van de wet op de personele belasting, van de oude en de nieuw betrokken woning en wordt uitbetaald: a. aan de bewoner, die een andere woning huurt, in ten hoogste vier driemaandelijkse termijnen; b. aan de bewoner, die een woning koopt, in de vorm van een bedrag ineens, uit te betalen zo spoedig mogelijk na de ontruiming van het krot; - 3 - c. aan de bewoner, die naar een bejaardentehuis, verpleeginrichting, pension of dergelijke verhuist, in de vorm van een bedrag ineens, ter grootte van 100,--, uit te betalen zo spoedig mogelijk na de ontruiming van het krot; 3. Indien geen huurprijs bekend is en geen huurwaarde in de zin van de wet op de personele belasting is vastgesteld, bepalen Burgemeester en Wethouders deze. 4. De spaarpremie bedraagt 50'fo van het door de bewoner in het kader van de Premiespaarregeling Verhuiskosten van de Stichting Volks- crediet gespaarde bedrag, doch maximaal 200,--; zij wordt uitbe taald zo spoedig mogelijk na de ontruiming van het krot. Artikel 7« 1. De tegemoetkoming, bedoeld in artikel 5> onder b, wordt niet toege kend, indien de bewoner op het tijdstip van de ontruiming een in komen heeft, dat hoger ligt dan de loongrens, welke dan geldt voor de toepassing van het Ziekenfondsenbesluit of een voor dat besluit in de plaats gekomen wet. 2. De tegemoetkoming, bedoeld in artikel 5> onder c, wordt niet toe gekend: a. indien de bewoner bij de aanvang van zijn deelneming aan de spaar regeling een inkomen heeft, dat hoger ligt dan de in het vorige lid bedoelde loongrens; b. indien de bewoner, behoudens bijzondere gevallen ter beoordeling van Burgemeester en Wethouders, niet heeft voldaan aan de ver plichtingen, vastgelegd in de door Burgemeester en Wethouders goedgekeurde Premiespaarregeling Verhuiskosten van de Stichting Volkscrediet Artikel 8. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wethouders van deze regeling afwijken, echter met dien verstande, dat de uit te keren be dragen tezamen een bedrag van 1.000,-- per geval niet mogen over schrijden. Artikel 9- Burgemeester en Wethouders worden gemachtigd de uitvoering van deze regeling op te dragen aan de Gemeente-secretaris. Van diens beslissingen staat binnen een maand na ontvangst daar van voor de bewoner schriftelijk beroep open op Burgemeester en Wethouders Het beroep heeft opschortende werking. Artikel 10. Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel: Bijdrage regeling Krotopruiming. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. - 2 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1964 | | pagina 97