I - 6 - studie over het structurele patroo. van de uitgaven van het Rijk enerzijds en van de Gemeenten ande zijds. Bij die studie zal het uiteindelijk gaan om de vraag, of ie door de Regering aanvaarde norm van 4°I° per jaar, voor wat betreft de reële toeneming der uitgaven, gelijkelijk zal blijven gelden voor het Rijk en voor de Gemeenten, Bovendien zal worden onderzocht, of het voedings percentage van het Gemeentefonds wel voldoende is om te voorzien in de verhoging der uitkeringen op basis van Afo stijging der uit gaven per jaar. Het is n.l. al sedert enkele jaren noodzakelijk gebleken om de reserve van het Gemeentefonds aan te spreken om de uitkeringen tot het door de Regering wenselijk geachte niveau mogelijk te maken. Wij verwachten, dat de resultaten van de in uitzicht gestelde onderzoekingen nog wel geruime tijd op zich zullen laten wachten. De Gemeenten zullen zich dan ook voorlopig moeten zien te redden met de uitkeringen, die de Regering vast stelt overeenkomstig haar hiervoor vermeld standjunt. Wat de door de Financiële Verhoudingswet 19^0 geschapen mogelijkheid betreft tot toekenning van aanvullerde middelen uit het Gemeentefonds op grond van bijzondere omstandigheden, delen v/ij nog mede, dat voorzover ons bekend is, de Regering tot dusver niet tot toepassing van deze mogelijkheid heeft willen overgaan. Financieel perspectief voor 19^9» Het ondanks een sobere - doch o.i. volkomen verantwoorde - wijze van ramen verwachte begrotingstekort voor 1969? ten be drage van 9"14«300,--, dreigt andermaal een sterke rein op de ontplooiing van activiteiten door onze Gemeente te worden. Tegen een optimistische beschouwing van dit tekort, mede op grond van de in het verleden opgetreden rekeningsoverschotten, willen wij met nadruk waarschuwen. Die rekeningsoverschotten zijn n.l. vaak mede ontstaan ten gevolge van een sterke beperking, die bij het doen van uitgaven nodig was op grond van een aanvankelijk begro tingstekort. Bovendien moet niet over net hoofd worden gezien, dat de voor nieuwe investeringen geraamde rente in de regel eerst na één of twee jaren volledig in de rekeningen tot uitdrukking komt. Voor een verantwoord financieel beleid is het echter nood zakelijk, dat nieuwe lasten terstond volledig in een sluitende begroting worden opgenomen. Alleen dan bestaat een redelijke zekerheid, dat ook op langere termijn de aangegane verplichtingen kunnen worden nagekomen. Het streven naar een sluitende begroting is dan ook een eerste vereiste voor het verkrijgen van de begeerde vrijheid om de voorzieningen, die de Gemeente het meest nodig heeft,te treffen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1964 | | pagina 119