- 4 - inziens voor de hand hiervoor een afzonderlijke tak van dienst in het le ven te roepen, dus een Gemeentelijke Dienst voor Sport en Recreatie. Als objecten, die in aanmerking komen om in dit bedrijf (tak van dienst in de zin van artikel 252 van de Gemeentewet) te worden ingebracht, menen wij te moeten noemen: 1. de gemeentelijke sportvelden, die nu in beheer zijn bij de Sportstich ting, alsmede het onlangs gereed gekomen, doch nog niet officieel aan de stichting in beheer gegeven sportveld te Wirdum; 2. het zwembad De Kleine Wielen het zwembad 't Nijlan; 5. successievelijk de gereedkomende onderdelen van het recreatiegebied De Kleine Wielen (incl. kampeerterrein kleine watersportaccommodatie); 4. het complex Grote Wielen nadat de overneming daarvan van de Stichting Zwembad "Groote Wielen" haar beslag heeft gekregen; 5. het recreatiegebied t Nijlan (ook voor zover buiten de sportvelden) zodra dit gereed is; 6. t.z.t. verder aan te leggen sportterreinen (Magere Weide etc.); 7. het recreatiegebied De Froskepölle, zodra dit voltooid is; 8. t.z.t. de Kunstijsbaan; 9. t.z.t. de Sporthal. Opzettelijk zijn buiten deze opsomming gehouden de gymnastieklokalen. Het komt ons namelijk wenselijk voor de regeling van het gebruik hiervan zowel in als buiten schoolverband bij de Inspecteur Lichamelijke Opvoe ding te laten. Het gebruik in schoolverband hangt ten nauwste samen met de taak van de Inspecteur; het gebruik buiten schooltijden kan daarvan niet losgemaakt worden, wil men niet bewerkstelligen, dat er twee kapiteins op één schip zijn. Yoor de Inspecteur voor de lichamelijke opvoeding zien wij dan de volgende taken weggelegd: a. het toezicht op het onderwijs in de lichamelijke opvoeding en het be vorderen van het peil van dit onderwijs op de scholen voor voorberei dend hoger en middelbaar onderwijs, lager onderwijs en kleuteronderwijs; b. het dienen van advies omtrent de benoeming van onderwijzend personeel, uitsluitend belast met het geven van onderwijs in de lichamelijke oef ening; c. de organisatie van het schoolzwemmen; d. het dienen van advies aan ons College ten aanzien van de lichamelijke opvoeding en de sport; e. het adviseren omtrent de bouw en inrichting van gymnastieklokalen en de aanleg en inrichting van terreinen voor lichamelijke oefening; f. de regeling van het gebruik van gymnastieklokalen; g. de organisatie van schoolsportwedstrijden e.d. Wij stellen ons voor voor deze functionaris een taakomschrijving (tevens taakafbakening ten opzichte van de nieuwe dienst) van ongeveer deze inhoud vast te leggen. De dagelijkse leiding van de dienst, die bij aanvaarding door Uw Vergadering van onze bovengeschetste gedachtengang in het leven zal worden geroepen, moet onzes inziens in handen zijn van een directeur,, die organisatorisch (zo mogelijk zowel technisch als administratief, maar vooral ook commercieel) bij machte is dit bedrijf te leiden. Het spreekt wel vanzelf, dat, wil men verwachten, dat zich voor deze functie bekwame en geschikte kandidaten aanmelden, het niveau, waarop deze betrekking in de salarisschalen wordt ingepast, vrij hoog moet liggen. Wij menen, dat deze functie moet worden gelijkgesteld met die van referendaris A en derhalve in schaal 24 behoort te worden ingevoegd. In deze schaal zijn ook ondergebracht de functies van inspecteur lichame lijke opvoeding, archivaris en directeur Grondbedrijf. De instelling van een tak van dienst brengt ook mee, dat er een administrateur van die dienst moet worden benoemd. Hoewel te verwachten is, dat de werkzaamheden van deze functionaris mettertijd zullen toenemen, menen wij niet reeds onmiddellijk aan een full-time-kracht te moeten - 5 - denken, maar voorshands (misschien niet lang) een vorm te kunnen kiezen als ook geldt voor het Grondbedrijf en een ambtenaar van de Secretarie met de administrateurstaak te kunnen belasten. (De financiële administra tie van de Sportstichting geschiedt thans ook op de Secretarie) Voor wat de tewerkstelling van verder personeel bij de dienst be treft moeten wij ons in dit stadium ons oordeel voorbehouden. Voor de dagelijkse leiding van de onderhoudswerkzaamheden zullen zeker één of meer opzichters nodig zijn, terwijl voorts gedacht moet worden aan: terreinknechten; badmeester(s) overig personeel voor zwembad(en); eventueel personeel voor de kunstijsbaan. (Wellicht is het t.z.t. moge lijk het personeel, dat 1s zomers dienst doet bij de zwembaden, - gedeeltelijk - 's winters in te schakelen op de ijsbaan). De bepaling van aantal en soort van de personeelsleden van de dienst willen wij gaarne zoveel mogelijk in overleg met de aan te stellen directeur doen geschieden. Een punt, dat onze bijzondere aandacht heeft gehad, willen wij U in dit verband niet onthouden, n.l. de vernouding tussen de Dienst voor Sport en Recreatie en de dienst van Openbare Werken. De opzichter en de terreinknechten, thans ingedeeld bij Openbare Werken, doch gedetacheerd bij de Sportstichting, zullen uiteraard naar de nieuwe dienst overgaan. De vraag is eenter gerezen, of het onderhoud van de recreatiegebieden niet aan de afdeling Plantsoenen van de dienst van Openbare Werken moet worden opgedragen. Wij menen deze vraag ontkennend te moeten beantwoorden. Het onderhoud van de beplantingen betreft niet incidentele werkzaam heden, maar zal vrijwel permanent moeten geschieden. De kans op een minder bevredigende gang van zaken is niet denkbeeldig al de ene dienst derge lijke geregelde taken voor de andere moet vervullen, 'ij menen ook, dat er naast de terreinknechten, die voer het onderhoud van de sportterreinen zorgen, bij de nieuwe dienst behoefte zal komen te bestaan aan tuinlieden/ boswerkers, die het onderhoud van de recreatieoorden ('t Nijlan, De Kleine Wielen) voor hun rekening nemen. De leiding van deze groepen per soneel zal bij een technisch ambtenaar of een opzichter moeten berusten- Er ontstaan dan dus bij de nieuwe dienst een afdeling, die overeenkomst vertoont met de afdeling Plantsoenen. Het gevaar dreigt, dat er aldus van de op dit gebied bij de Gemeente reeds aanwezige deskundigheid niet vol doende wordt geprofiteerd. Door een goedsamenspel tussen de diensten zoveel mogelijk te bevorderen kan getracht worden aan dit gevaar te ont komen. In elk geval preferen wij uierboven een zo duidelijk en scherp omlijnd mogelijke afbakening van taken en verantwoordelijkheden. Overigens doet een soortgelijke situatie zich ook thans reeds voor b.v. ten aanzien van de onderhoudsdiensten van Openbare Werken en het Woningbedrijf Wij gevoelen be.icefte ons in het beheer van de tak van de huishou ding der Gemeente, waarvoor de nieuwe dienst in het leven wordt geroepen, te doen bijstaan door een vaste Raadscommissie. Gelet op de bij wet van 9 juli 1964» Stbl. 256, tot stand gekomen wijziging van de bepalingen van de Gemeentewet met betrekking tot de commissies, zal een dergelijke commissie moeten zijn een "commissie van advies en bijstand". In het U hierbij aangeboden ontwerp van een verordening, regelende de samenstel ling en de werkkring van deze commissie, hebben wij voorgesteld haar de naam "Sport- en Recreatiecommissie" te geven. Daarnaast is denkbaar een orgaan van advies en/of overleg, waarin een aantal deskundigen en geïnteresseerden (eventueel vertegenwoordigers van bepaalde organisaties, werkzaam op net gebied van de sport en de recreatie) zitting nebben. Wij staan in öeginsel de vorming van een dergelijk orgaan, dat mogelijk "Sport- en Recreatieraad" zou kunnen v;orden genoemd, voor, doen kunnen U hieromtrent nog geen mededelingen doen. In overleg met hot bestuur van de Leeuwarder Sportstichting wensen wij ons namelijk over de verschillende mogelijkheden ten deze - met name met betrekking tot de taak en de samenstelling van een dergelijk orgaan - nog nader te beraden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1964 | | pagina 235