Uitbreiding leerplan 2e Leeuwarder Industrie- en Huishoudschool met oplei ding individueel nijverheidsonderwijs voor meisjes. Bijlage no. 313. Leeuwarden, 25 september 1964. Aan de Gemeenteraad. Bij brief van 1 juni 1964 heeft het bestuur van de Vereniging "De Leeuwarder Industrie- en Huishoudschool" zich tot Uw Raad gewend met het verzoek een besluit te nemen, waarbij de uitbreiding van het leerplan van de tweede van deze vereniging uitgaande school met een opleiding individueel nijverheidsonderwijs voor meisjes nodig wordt geoordeeld. Het verzoek is gedaan ingevolge artikel 25, 2e en 6e lid, der Nijver heidsonderwijswet, waarin is bepaald, dat slechts subsidie uit 's Rijks kas kan worden genoten, indien de Raad der Gemeente, waar de school is gevestigd. - voor zoveel mogelijk de daarbij betrokken organisaties /an patroons en werklieden gehoord - de oprichting en instandhouding c.q. uitbreiding nodig heeft geoordeeld en de Kroon deze daarna, gelet op de behoefte aan de school en de daaraan verbonden verhoging van de rijksuitgaven, heeft goedgekeurd. Van de plaatselijke afdelingen van de werkgevers- en werknemersorgani saties zijn adhesiebetuigingen ontvangen, welke bij de stukken voor U ter inzage zijn gelegd. De opleiding individueel nijverheidsonderwijs voor meisjes (i.n.o.- opleiding) is een tweejarige dagopleiding. Zij is bestemd voor meisjes, die het 5e leerjaar van een school voor gewoon lager onderwijs hebben doorlopen en minstens 6 of 7 jaar lager onderwijs hebben gevolgd, de minder begaafden dus van het g.l.o. Het ligt niet in de bedoeling, althans voorlopig niet, kinderen van het buitengewoon lager onderwijs (debielen) toe te laten. De hierbedoelde groep, die dus kennelijk moeite heeft met het g.l.o., maar toch nog niet bij het b.l.o. thuishoort, kan thans niet tot de huishoud school worden toegelaten, aangezien niet aan de toelatingseisen wordt vol daan. Voor hen wil men dus thans een aparte opleiding in het leven roepen, waarbij het onderwijs meer individueel zal worden gegeven; het vereist dan ook een geheel andere methodiek en didactiek. Blijkens het overgelegde concept-leerplan zullen 32 lesuren per week worden gegeven. De i.n.o.-op leiding zal niet hetzelfde niveau kunnen bereiken als de primaire opleiding. Het aantal leerlingen, vereist om voor rijkssubsidie in aanmerking te komen, bedraagt 16. Voor het eerste jaar kan echter met 12 worden volstaan. Aangezien men de leerlingen uit een vrij groot voedingsgebied verwacht, is adressant van mening, dat het genoemde aantal zeker kan worden behaald. Uit het in het verzoekschrift genoemde voedingsgebied meent men op grond van statistische gegevens op de duur 4 i.n.o.-klassen te mogen verwachten. In dit verband achten wij het van belang te wijzen op het verzoek van do Vereniging voor Christelijk Nijverheidsonderwijswaarbij een nodigver- klaring is gevraagd voor een aan de Christelijke industrie- en huishoud school "Prinses Marijke" te verbinden opleiding huishoudhulp volgens het leerlingstelsel (bijlage no. 312 Ook deze aanvraag heeft betrekking op een opleiding voor de zwak-begaafde meisjes. Het wil ons echter voorkomen, dat, gelet op de verschillen tussen de beide opleidingen, deze niet be trekking zullen hebben op dezelfde categorie leerlingen. De in0-opleidingen vorkeren nog geheel in het experimentele stadium; men heeft nog weinig ervaring kunnen opdoen met dit soort onderwijs. Dat men ook alhier voor de bedoelde groep leerlingen een opleiding mogelijk wil maken, die hen in staat zal stellen zich nog zoveel mogelijk verder te ontwikkelen, juichen wij toe. Gelet op het vorenstaandezijn wij van oordeel, dat er voldoende termen aanwezig zijn om het verzoek van adressant in te willigen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1964 | | pagina 247