Wo. 14152.
WE nAAB DER GEMEENTE LEEUVARDEN
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 19 okto
ber 1964 (bijlage no. 537);
gelet op de artikelen 170 en 228 van de Gemeentewet;
BESLUIT:
met de N.V. Bank voor Wederlandsche Gemeenten te s-Gravenhage een
5 5/8/. rentende geldlening aan te gaan, groot -.000.000,-- tegen
een koers van IOO76 en verder onder de voorwaarden, vermeld in de bij
dit besluit behorende ontwerp-overeenkomst van geldlening.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
Voorzitter.
Secretaris.
Verhoging kostenbedrag en vaststelling exploitatievergoeding over 1963
betreffende de Buitenschool.
Bijlage no. 338 Leeuwarden, l6oktober 1964
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge de bepalingen van het besluit buitengewoon lager onderwijs
1949 bepaalt de Raad van een Gemeente, waar geen openbare school van
dezelfde soort is gevestigd, ten aanzien van de bijzondere scholen het
bedrag, dat per leerling beschikbaar wordt gesteld ter bestrijding van de
exploitatieuitgaven. Hierbij wordt als maatstaf genomen het bedrag per
leerling hetwelk voldoende moet worden geacht voor de redelijke behoeften
van een in normale omstandigheden verkerende school. Be Gemeenteraad is
bevoegd het vastgestelde bedrag achteraf te verhogen.
Voor de Buitenschool (bijzondere school voor ziekelijke kinderen)
heeft Uw Raad bedoeld bedrag voor 1963 vastgesteld op 750»-- en voor
dat jaar een voorschot toegekend van 116 (leerlingen) x 750,-- is
87.OOO,-- (zie bijlage no. 56 van 19ó 3
Het schoolbestuur heeft een verzoek ingediend om vergoeding van de
in 1963 gedane uitgaven, onder overlegging van de bewijzen tot staving
daarvan. Blijkens de overgelegde stukken hebben de uitgaven in totaal
bedragen 120.164,16. Het aantal leerlingen bedroeg gemiddeld 127 1/3»
Per leerling beliepen de kosten derhalve 120.164,16 127 1/3 is
943>70. Aangezien de gedane uitgaven naar onze mening voor de redelijke
behoeften van de school nodig waren, zijn wij van oordeel, dat er aanlei
ding bestaat het kostenbedrag per leerling over 1963 te verhogen van
750,-- tot 943>70 en aan het schoolbestuur nog uit te betalen
127 1/3 (leerling) x 943,70 is 120.164,47 - f 87.000,-- (voorschot)
is 33»164,47- Bij vorige gelegenheden (zie o.a. bijlage no. 296 van
1962) is reeds gewezen op het bijzondere karakter van de Buitenschool,
zodat wij ons thans ontslagen achten van het geven van een nadere moti
vering van het vrij hoge kostenbedrag.
Overeenkomstig ons voorstel heeft Uw Raad het bedrag per leerling
voor 1964 inmiddels vastgesteld op 950,-- (bijlage no. 58 van 1964).
Wij geven U in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna op
genomen ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester,
de Jong Secretaris.