7- Naar aanleiding van de opmerking op blz. 3 van de aanbiedings brief over de onzekerheid betref fende de onderwijsuitkering uit het gemeentefonds voor leeg staande lokalen, vroeg een lid, hoeveel leegstaande lokalen er zijn en waarom ze leegstaan. Staan er lokalen leeg, omdat ze ongeschikt zijn om er les te geven? 8. Een lid vroeg waarom de bijdra ge voor gymnastieklokalen, die blijkens het overzicht op blz. 4 van de aanbiedingsbrief voor een in 1961 gebouwd lokaal over 1964 19150,-- en over 1965 19*350»-- bedraagt, niet sterker is gestegen. De overige op blz. 4 vermelde bedragen voor de onderwijssector zijn voor 1965 aanmerkelijk hoger dan de overeenkomstige bedragen voor 1964. Zie het antwoord opgenomen in bij lage 4 bij deze memorie van ant woord. 9. Velen gaven uiting aan hun be zorgdheid over de zeer sterke stijging der kosten van sociale zorg en over de verslechtering van het percentage dier kosten dat door de gemeentefondsuitke ring voor sociale zorg wordt gedekt. Naar het oordeel van de ze leden faalt de regeling van de financiële verhouding op dit punt 10. Een lid vroeg om een overzicht waaruit de ontwikkeling van de verpleegprijzen van inrichtingen voor geesteszieken, bejaarden enz. blijkt. 11. Een ander lid vroeg om een uit eenzetting, waaruit blijkt wat de consequenties van de uitvoe ring van de nieuwe regeling voor de financiële verhouding zijn geweest voor de dekking der kos ten van sociale zorg. Is de nieuwe regeling wel een verbetering voor de gemeenten? Het voor 1964 voorlopig vastgestelde bedrag is inmiddels verhoogd tot 19.450>--* De uitkering over 1965 is dus zelfs lager dan die over 1964. De oorzaak hiervan is waarschijnlijk, dat in de bijdrage zowel een stich- tingskostenbestanddeel als een ex ploitatiekostenbestanddeel zijn opge nomen. Het stichtingskostenbestand- deel (afschrijving rente) daalt van jaar tot jaar, aangezien het rentebestanddeel (t.g.v. afschrij ving) terugloopt. Hetzelfde is het geval met de stichtingskostenbijdra- ge voor de gewone schoollokalen. De exploitatiekostenbijdrage stijgt, doch deze stijging weegt voor de gymnastieklokalen blijkbaar niet op tegen de verlaging van de stich- tingskostenbijdrage. Het gevraagde overzicht is opgenomen in bijlage 5 bij deze memorie van antwoord. Wij kunnen een dergelijke uiteenzet ting moeilijk geven, aangezien er eerst sinds i960 een afzonderlijke regeling is voor de dekking der kos ten van sociale zorg. - 5 - 12. Een lid vroeg of de inwerking treding van de Algemene Bij standswet een gunstige of een ongunstige invloed zal hebben op de kosten van sociale zorg en op de gemeentefondsuitkering. 13. Een ander lid vroeg hetzelfde over de komende optrekking van de A.0.W.-uitkeringen tot een sociaal minimum. 14. Is met de gevolgen van het in werking treden van de Algemene Bijstandswet en met de verho ging der A.O.W.-uitkeringen al rekening gehouden bij het samen stellen van de ontwerp-begroting, vroeg een lid. 15* Hetzelfde lid vroeg welk resul taat de bij de behandeling van de begroting voor 1964 door het College in uitzicht gestelde aktie tot wijziging van de rege ling voor de gemeentefondsuit kering voor sociale zorg heeft opgeleverd. 16. Het hanteren van de 4norm voor de stijging van de gemeentelijke inkomsten uit het gemeentefonds zou de Gemeente kunnen nopen bij de raming van de uitgaven, b.v. voor subsidies aan verenigingen e.d., ook van hetzelfde toelaat bare stijgingspercentage uit te gaan Dit lid vroeg om verstrekking van een cijfermatig overzicht van de gevolgen van zodanig beleid. Dit is ons niet bekend. V/ij weten dit evenmin. Dit was niet mogelijk. De mening, dat wij een dergelijke aktie in uitzicht zouden hebben ge steld, moet op een misverstand berusten. De bezwaren, die bij vele gemeen ten, waaronder de gemeente Leeuwar den, tegen de huidige regeling be staan zijn te bestemder plaatse naar voren gebracht. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten is bij voortduring diligent. Voor de voeding van het gemeentefonds geldt de 4c/° norm bij constante lonen en prijzen. Bovendien wordt rekening gehouden met bijzondere factoren. De inkomsten van het gemeentefonds zijn dan ook per saldo niet met 4 doch met een hoger percentage geste gen. De uitkeringen uit het gemeente fonds aan de gemeenten zijn ook met meer dan 43° gestegen (voor onze Gemeente zijn de cijfers: 1964 14.653.090,--; 1965: l6.99i.i5O,-). De gemeentelijke uitgaven zijn in nog sterkere mate gestegen dan de uitkeringen uit het gemeentefonds. De stijging der uitgaven is voor al le sectoren van de gemeentehuishou ding echter niet even groot. Het han teren van een uniform toelaatbaar stijgingspercentage voor de onder scheidene posten (waaronder die voor subsidies) zou zeer onbillijk zijn. Bepaalde sectoren worden nu eenmaal door loonstijgingen enz. veel ster ker beïnvloed dan andere. Een gedragslijn als door dit lid wordt geopperd zou dan ook tot zeer onbevredigende resultaten leiden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1964 | | pagina 304