I I I 1 I I I I BIJLAGE 8. AAITVOER SCHAPENMABKT Voor het teruglopen van de aanvoer op de schapenmarkt "bij een ongeveer gelijk in aantal blijvende schapenstapel zijn de volgende factoren aan te voeren: 1e. Reeds geruime tijd bestaat er bij de schapenhandel een voor keur voor oen marktdag in het begin van de week. Vooral voor slachtlammeren zijn de afzetmogelijkheden dan beter. 2e. Er ontstaat de neiging slachtlammeren buiten do markt om te verhandelen. Het betreft hier dieren van vrij uniform type, waarvan de verkoop per kg., als deze ongezien plaats vindt, geen bezwaar is. Bit wordt nog in de hand gewerkt door het feit, dat er voor deze lammeren, die vrijwel st ods voor export zijn bestemd, slechts een beperkt aantal afnemers is. 3e. Bij de kooplui, die in verschillende diersoorten handelen, bestaat de neiging om het kleinvee in Snoek en de runderen op onze markt te verhandelen. Waarschijnlijk wordt dit ver schijnsel op de nieuwe markt nog bevorderd door de tegenstel ling binnen - buiten. 4e. Boor de geringe bezetting met rundvee is het aannemelijk, dat er op de weidebedrijven meer lammeren voor eigen weiderij zijn bestemd. Hoewel de Leeuwarder markt wc-1 een bijzonder grote teruggang vertoont in de eerste helft van het jaar bij de aanvoer van schapen en lammeren (32$) delen ook andere markten in deze malaise, zoals Sneek met een teruggang van 12$ en Purmerend met 26$.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1964 | | pagina 338