1.500.000,--
Prof. Vahl kwam voorts tot de slotsom, dat, wanneer de grootste zorg zou
worden besteed aan de vlakheid en het in waterpas aanbrengen en houden
van de ijsvloer - zodat bij het bevriezen mot een ijslaag van 20 mm vol
staan kan worden - de beschikbare vriestijd voldoende is, mits de koel
installatie groot genoeg wordt genomen. De hierbij nodige grootte van
de koelinstallatie leek hem technisch mogelijk en economisch verantwoord
te zijn.
De civieltechnische gevolgen van het door Prof. Vahl uitgebrachte
advies zijn vervolgens in studie genomen door de dienst van Openbare
Werken in nauw overleg met de deskundigen van de aannemingsmaatschappij
die verschillende betontechnische werken voor de Gemeente heeft uitge
voerd, t.w. de N.V. Betonbouw v/h fa. Kool Wildeboer te Groningen
(dochteronderneming van de N.V. Hollandsche Beton Maatschappij).
De intensieve studie en het diepgaande en veelvuldige overleg hebben
tenslotte geleid tot opstelling van een plan voor de te treffen civiel
technische voorzieningen ten behoeve van do vloer voor de kunstijsbaan
e.d. en van een raming van de kosten daarvan. Op basis van een prijsop
gave naar het loon- en prijspeil van augustus j.l. sluit deze raming op
een bedrag van 93$.000Dit bedrag zou nog verhoogd moeten worden
met de kosten van eventuele bouwkundige voorzieningen, die bij uitvoering
van het plan noodzakelijk c.q. wenselijk zijn, zoals te-n behoeve van
de plaatsing van de koelinstallatie, eventueel de bouw van toiletten,
kleedruimten, kassa's, bergruimte enz. Een raming van deze kosten is nog
niet gemaakt. Ook enkele andere kosten zijn nog niet in de bovenbedoelde
kostenbegroting opgenomen.
Intussen had ook het bovengenoemde Koeltechnisch Centrum "Friwo"
zich op de grondslag van de bevindingen van Prof. Vahl tot een hernieuw
de bestudering van het project gezet. Deze resulteerde in een vrijblij
vende offerte d.d. 20 april 1964 voor het leveren en bedrijfsklaar
installeren van een complete machine-installatie m^t toebehoren - mede
gebaseerd op de suggesties van Prof. Vahl - voor een totaal nuttig ijs-
oppervlak van 4-440 m2 (oorspronkelijk 4346 m2) voor een prijs van
945.000,--.
De resultaten van een en ander plaatsende naast de gegevens, waarop
ons voorstel van februari 1963 steunde komen wij tot de volgende globale
vergelijking: 196 3 1964
a. koeltechnische 763.000,-- 945.000,--
installatie
b. vriesvloer x
c. bouv/kundige
567.000,-- 989.000,--
voorzieningen f P.M.
1.330.000,-- I.934.OOO,--
P.M.
In 1963 was het nog mogelijk een deel van de kosten van de aanleg
van de vloer tot een bedrag van f 240.000,-- ten laste te brengen van
het krediet voor de veemarkt, e.angezien het desbetreffende gedeelte van
de vloer van de Frieslandhal nog niet definitief was aangelegd. Daardoor
konden wij volstaan met U voor de kunstijsbaan een krediet te vragen
van 1.330.000,-- - 240.000,-- 1.090.000,--.
Deze mogelijkheid is thans niet meer aanwezig, daar inmiddels de herbe-
stratingswerkzaamheden wel zijn uitgevoerd. Naast de inmiddels opgetreden
algemene kostenstijgingen zou voor genoemd bedrag van 240.000,-- thans
dus op andere wijze dekking moeten worden gevonden.
In ons voorstel van 27 februari 1963 deelden wij IJ mede, waarom wij
het verantwoord achtten een deel, ten bedrage van 500*000,-- van d^-
voor de aanleg van de kunstijsbaan nodige investering ten laste te doen
komen van de Reserve Openbare V/erken. Dit geldt nog onverkort. Wij legden
destijds eon exploitatiebegroting aan U over, op grond waarvan wij van
mening waren, dat het restant van het te investeren bedrag ad 590.000,--
rendabel te maken was.
Tegenover dit bedrag van 590-000,-- zouden wij nu moeten stellen
een bedrag van: 2.000.000,--
- (ten laste van de Reserve
Openbare Werken) - 500.000,--
d.w.z. een som, die - 900.000,-- hoger ligt (stijging kosten
67O.OOO,--, thans geen dekking mogelijk uit veemarkt krediet
24O.OOO,--). Met inachtneming van dezelfde annuïteitsbasis die des
tijds werd toegepast, zou dit een ongedekt tekort opleveren va.n meer dan
60.000,-- per jaar. Wij moeten daarbij evenwel meteen wijzen op de
stijging, die de rentevoet intussen heeft ondergaan.
Zonder dat wij thans nog een geheel nieuwe exploita.tieraming hebben
samengesteld, moeten wij vaststellen dat, afgezien van het zoeven be
doelde tekort, de uitkomsten niet meer dezelfde zullen kunnen zijn als
indertijd kon worden aangenomen. In de eerste plaats moet n.l. rekening
worden gehouden met hogere exploitatielasten als gevolg van de vergrootte
capaciteit van de koeltechnische installatie, die volgens de nadere
adviezen voor de kunstijsbaan wenselijk zou zijn. Daar komt nog bij,
dat de personeelslasten thans hoger getaxeerd moeten worden. Weliswaar
zou het wellicht in verband met de algemene prijsstijgingen verantv/oord
zijn ook de baten (entreegelden etc.) iets op te voeren, maar het is de
vraag of dit zodanig zou kunnen geschieden, dat de verhoging van de
lasten daardoor geheel wordt gecompenseerd. Globale schattingen leiden
er dan ook toe, dat wij moeten aannemen, dat de exploitatie weinig of
geen ruimte zou bieden voor het opvangen van de kapitaalslasten, hetgeen
betekent, dat (nagenoeg) de gehele investering ten bedrage van
- f 1.500.000,-- als onrendabel zou moeten worden aangemerkt.
Wij hebben ons ernstig afgevraagd, of een dergelijke investering,
die een extra last van wellicht rond 100.000,-- per jaar zal meebronge
zich wel verdraagt met een verantwoord financieel beleid. Nog steeds
zijn wij er van overtuigd, dat het zeer aantrekkelijk zou zijn indien
een dergelijke kunstijsbaan in onze stad, die toch mag gelden als het
centrum van een wel bij uitstek de schaatssport minnend gewest, tot
stand zou komen. Ook bestaat er bij ons geen twijfel, dat de gedachte om
in de Frieslandhal ücn kunstijsbaan (met intermitterend gebruik) aan te
leggen technisch realiseerbaar is. Evenzeer staat het bij ons vast, dat
het, dank zij de aanwezigheid van een grote overdekte hal die een groot
deel van de week niet in gebruik is, wel haast nergens mogelijk zal zijn
om tegen deze prijs een dergelijke (overdekte) kunstijsbaan te scheppen.
Niettemin zijn wij tot de slotsom gekomen, dat, nu de financiële
positie va.n onze Gemeente ons beperkingen oplegt en or nog zovele en
zo dringende a.ndere voorzieningen te wachten staan,-zoals moge blijken
uit de U overgelegde lijst van investeringen, waarbij voor de lichame
lijke oefening gedacht wordt aan sportterreinen, sporthal, instructie-bad
enz. -hot thans niet juist zou zijn IJ voor te stellen de kunstijsbaan te
verwezenlijken. Wij hebben daarom menen te besluiten - zij het met een
gevoel van spijt en teleurstelling - ons voorstel van 27 februari 1963
voorshands terug te nemen en zolang de tegenwoordige financiële omstan
digheden van de Gemeente blijven bestaan er van af te zien U ter zaku
een nieuw voorstel te doen.