- 2 - 8. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ont binding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek 9. de te stichten opstallen dienen te worden ontworpen onder su pervisie van de architect der gemeente Leeuwarden. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Sociale Werkvoorziening. Bijlage no. 365» Leeuwarden, 5 november 1964. Aan de Gemeenteraad. In 1946 werd de stichting "Leeuwarder Werkgemeenschap" opgericht teneinde een taak, die tot dan toe ten dele door de Vereniging Leeuwarder Nazorg werd behartigd, ter hand te nemen. Daartoe verschafte die vereni ging een aanvangkapitaal van 1.000,--, stond zij haar jaarlijkse dona- tiën ten bedrage van 600,-- aan de stichting af, evenals de jaarlijkse collecte ten behoeve van het nazorgwerk, en droeg zij de inventaris van haar afdeling mattenvlechterij aan de stichting over. De stichtingsakte werd op 11 september 1946 notarieel verleden. Aan de Gemeente werd wel een belangrijke invloed toegekend, maar van een gemeentelijke stichting is geen sprake (de Raad besloot namelijk noch tot oprichting van de stichting, noch tot deelneming in de stichting). Wel werd statutair vast gelegd, dat de Wethouder van Sociale Zaken en de directeur van Sociale Zaken (aan wiens initiatief en activiteit de oprichting van de stichting te danken was), "als vertegenwoordigers van het gemeentebestuur der gemeen te Leeuwarden" in het stichtingsbestuur zitting zouden hebben. Verder werd bepaald, dat wijziging van de statuten en ontbinding van de stichting slechts mogelijk zijn met goedkeuring van ons College. V/ij hebben boven dien bij ontbinding van de stichting over de bestemming van haar bezit tingen het laatste woord. In 196O werden de statuten van de stichting horzien, maar materieel bleef het bovenstaande van kracht. Als doelstelling van de stichting is in haar statuten thans vermeld: "het verschaffen van passende arbeid aan gehandicapten en, door bepaalde oorzaken, daarmede gelijk te stellen personen, ter bevordering c.q. hand having van hun maatschappelijke zelfstandigheid". Het ontstaan van deze stichting kan niet los worden gezien van de ontwikkeling van de opvattingen ten aanzien van de plaats van de arbeid in het leven van de mens. In de laatste decennia is sterk het bewustzijn gegroeid van het grote belang van het actief bezig zijn, ook - dikwijls zelfs in nog grotere mate - voor vele gehandicapten. Internationaal heeft een en ander dan ook officieel erkenning ge vonden, b.v. in het Handvest van de Verenigde Naties en in de door do Verenigde Naties in 1948 vastgestelde Universele Verklaring van do Rechten van de Mens. Zo behelst deze Verklaring een bepaling, luidende: "Eon ieder hoeft recht op arbeid, op vrije keuzo van beroep, op rechtvaardige en gunstige arbeidsvoorwaarden en op bescherming togen werkloosheid. Eon ieder, dio arbeid verricht, hooft recht op een rechtvaardige en gunstige beloning, welke hem en zijn gezin een menswaardig bestaan verzekert." Hiermee in overeenstemming waren ook do gedachten, die de Internationale Arbeidsconferentie in 1944 reeds formuleerde, n.l. dat "invalide arbeids krachten, wat ook de oorzaak van hun invaliditeit zij, dienen te beschik ken over de meest uitgebreide faciliteiten ten aanzien van bijzondere voorlichting bij beroepskeuze, bijzondere beroepsopleiding, scholing en herscholing en het verkrijgen van nuttige arbeid." Uiteraard vergde het tijd voordat de hiergeschetste beginselen hun neerslag vonden in regelingen en voorzieningen, afgestemd op de in ons land terzake bestaande omstandigheden en behoeften. Hot behoeft ook geen betoog, dat ten deze van een nog steeds doorgaand ontwikkelingsproces gesproken kan worden, dat geleidelijk aan do meest passende vorm doet ontstaan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1964 | | pagina 366