- 6 -
Wij achten het vanzelfsprekend, dat het personeel van de Stichting Leeuwar
der Werkgemeenschap zo enigszins mogelijk in dienst van de Gemeente wordt
overgenomen. Misschien zal het echter niet in alle gevallen mogelijk zijn
dezelfde functie te garanderen.
Zoals uit het vorenstaande volgt zullen naar de nieuwe dienst o.i. ook
moeten worden overgeplaatst enige functionarissen van de Gemeentelijke
Sociale Dienst, in elk geval de drie werkleiders en het hoofd van de
schrijfkamer.
Voor het instellen van de functie van directeur en van enkele andere
(technische) functies is aanvulling van de bezoldigingsverordening nodig.
Een hiertoe strekkend voorstel kunnen wij U thans nog niet doen, aangezien
hieromtrent eerst het advies van de Commissie voor Georganiseerd Overleg
moet worden ingewonnen. Bij aanvaarding door Uw Raad van onze hierna
nader omschreven voorstellen omtrent de instelling van de Dienst voor
Sociale Werkvoorziening hopen wij de bedoelde wijziging van de bezoldi
gingsverordening binnenkort bij U aanhangig te kunnen maken.
In verband met de inhoud van de G.S.W.-regeling 1963 willen wij nog
op één punt wijzen. Deze regeling houdt rekening met het op het gebied
van het werkplaatswezen bestaande streven naar samenwerking tussen Gemeenten.
Voor tal van Gemeenten is de weg van de intercommunale samenwerking de
enige, die tot het tot-standbrengen van een goed geoutilleerde sociale
werkplaats van voldoende omvang kan leiden. Voor onze Gemeente geldt dit
naar onze mening niet. Zolang de moeilijkheden ten aanzien van de huisves
ting van de werkplaats hier ter stede niet geheel zijn opgelost lijkt het
ons in elk geval niet verantwoord het initiatief tot samenwerking te
nemen. Wel zijn wij in principe bereid mede te werken aan de toepassing
van artikel 4 van de regeling, waarin is bepaald, dat gemeentebesturen
schriftelijk kunnen overeenkomen, dat met betrekking tot bepaalde uit de
regeling voortvloeiende taken, hetzij incidenteel, hetzij blijvend, de
uitvoering aan een van deze gemeentebesturen wordt overgedragen.
Op grond van hetgeen wij U hierboven meedeelden zijn wij van oordeel,
dat het aanbeveling verdient met ingang van 1 januari 1965 een gemeente
lijke tak van dienst te creëren, die belast zal zijn met de taak, die thans
door de Stichting Leeuwarder "Werkgemeenschap wordt verzorgd, en waaraan
tevens zullen zijn opgedragen de behandeling van de zogenaamde G.S.W.-
buitenobjecten en het beheer van de "schrijfkamer". Het bestuur van de
Stichting Leeuwarder Werkgemeenschap kan zich hiermede verenigen.
Het ligt voor de hand, dat deze Stichting, als haar taak is weggevallen,
geen bestaansrecht meer heeft en dat zij derhalve na de reorganisatie
wordt opgeheven. In de statuten van de Stichting is bepaald, dat ont
binding slechts zal kunnen plaats hebben met onze goedkeuring en dat het
bestuur bij ontbinding van de stichting aan ons een voorstel doet over
de besteding van de bezittingen van de stichting, waarna ons College
hieromtrent een beslissing neemt. Wij achten het voor de hand liggend,
dat de bezittingen van de stichting bestemd worden voor de voortzetting
door de Gemeente van de taak van de stichting, doch zullen het voorstel
van het bestuur terzake moeten afwachten.
Tot nu heeft de exploitatie van de werkplaats van de L.W.G. - vooral
ook dank zij de lage huisvestingskosten - steeds een overschot opgeleverd.
De voorgestelde reorganisatie zal stellig tot verhoging van de exploitatie
lasten (o.a. tengevolge van een stijging van de personeelskosten) leiden.
Op zichzelf behoeft hierdoor echter de exploitatie zeker niet een tekort
te zien geven. In hoeverre evenwel indirect een la stenverhoging het gevolg
van de reorganisatie zal zijn (b.v. door wijzigingen in het beleid) is
thans moeilijk te voorspellen. Wij mogen in dit verband verwijzen naar ons
voorstel d.d. 6 juli 1964 (bijlage no. 239)dat hierop betrekking had.
Gelet op het vorenstaande stellen wij U voor te besluiten tot:
a. aanwijzing van de Gemeentelijke Dienst voor Sociale "Werkvoorziening
als tak van dienst als bedoeld in artikel 252 van de Gemeentewet;
b. aanvulling van de Algemene Beheersverordening
c Wijziging wan de controleregelen ex artikel 265 bis van de Oemeentewet
d ïivoelinl van de functie van directeur van de in te stellen dienst in
uC besluit tot aanwijzing van de functies, waarin de benoeming door Uw
Raad geschiedt;
een en ander ingaande op 1 januari Ipcq
Ontwerp-besluiten, daartoe strekkende, bieden wij U hierbij
vaststelling aan*
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
A.A.M. van der Heulen Burgemeester
de Jong Secretaris.