Beroep B. en J. Adema, Huizumerlaan 97 tegen weigeren bouwvergunning. Bijlage no. 395* Leeuwarden, 30 november 1964- Aan de Gemeenteraad. Bij schrijven van 12 november j.l. komen de heren B. en JAdema, Huizumerlaan 97? alhier, bij Uw Raad in beroep tegen ons besluit van 15 oktober 1964? no. B 2553? waarbij vergunning voor het bouwen van een timmerwerkplaats achter de panden Huizumerlaan 97 en 99 alhier, werd geweigerd Het beroepschrift is ingediend binnen de wettelijk gestelde termijn, terwijl het ook overigens aan de wettelijke vereisten voldoet. De heren Adema dienen derhalve in hun beroep ontvankelijk te worden verklaard. Wij hebben de bouwvergunning voor de timmerwerkplaats, waarvan wij een tekening bij do stukken voor U ter inzage hebben gelegd, geweigerd omdat achter de ter plaatse geldende achtergevelrooilijn wordt gebouwd en omdat de erven achter beide woningen nu reeds een situatie vertonen, die in strijd is met het bepaalde in artikel 16lid 2, van de Bouwver ordening voor het stadsgebied. Op grond van het bepaalde in art. 15? eerste lid, der Bouwverorde ning is het verboden achter de achtergevelrooilijn te bouwen. Weliswaar kan van dit verbod vrijstelling worden verleend, doch dan zal het be paalde in artikel 16 betreffende het open erf achter woningen in acht moeten worden genoemen. Dit laatste betekent, dat achter beide woningen over de volle breedte van het gebouw en gemeten uit de achtergevel een open erf ter diepte van 7 m aanwezig moet zijn. Hu dat niet het geval is (achter beide woningen is al een uitbouw aanwezig van respectievelijk 12.50 m en 6 m lang) kan de vrij stellingsmogelijkheid in artikel 15? 2e lid, niet gehanteerd worden. In artikel 111, 2e lid, der Bouwverordening is ons weliswaar voor bestaande bebouwing een verdergaande vrijstellingsbevoegdheid toegekend, doch wij stellen ons te dien aanzien op het standpunt, dat deze bevoegd heid in het algemeen slechts moet worden gebruikt om een verbetering van de woonaccommodatie van woningen mogelijk te maken. Wij hebben geen vrij heid kunnen vinden i.e. van deze bevoegdheid gebruik te maken, hoewel wij begrip hebben voor de moeilijkheden, waarmee het aannemersbedrijf Adema heeft te kampen. Zoals de heren Adema in hun beroepschrift zelf ook constateren, is het bouwplan in strijd met het vastgestelde doch nog niet goedgekeurde uitbreidingsplan "'t Aldlan". Ter plaatse van de woningen is n.l. een weg geprojecteerd. Indien er overigens geen grond zou zijn geweest de ge vraagde bouwvergunning te weigeren, zouden wij op grond van het bovenstaande gehouden zijn geweest de beslissing op het verzoek om bouwvergunning aan te houden. De strijdigheid van het bouwplan met het uitbreidingsplan is mede een reden voor ons geweest geen toepassing te geven aan het bepaalde in het hiervoor aangehaalde artikel 111 der Bouwverordening. De heren Adema doen tenslotte in hun beroepschrift een compromis voorstel ter overbrugging van hun moeilijkheden, n.l. de bouw van een tijdelijke overkapping volgens bijgevoegde schets. Alhoewel een dergelijk voorstel niet door Uw Raad in behandeling kan worden genomen - Uw Raad kan in dit stadium enkel besluiten het ingestelde beroep tegen onze af wijzende beschikking op het concrete verzoek om bouwvergunning wel of niet gegrond te verklaren - menen v/ij toch nu al te moeten stellen, dat wij tegen deze tijdelijke overkapping dezelfde bezwaren hebben als tegen de oorspronkelijke bouwplannen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1964 | | pagina 430