- 2 -
Artikel III.
In de schalen 2 en 4 van bijlage A zijn o.m. opgenomen de ambten
telefoniste-typiste en telefoniste-typiste A. In de praktijk is behoefte
ontstaan aan het ambt telef oriist( e) en de daarbij behorende uitlooprang
telefonist(e) A. Deze ambten kunnen naar ons oordeel eveneens worden opge
nomen in de schalen 2 en 4»
Artikel IY.
a. De in artikel 1, 1e, van de Bezoldigingsverordening 1960 neergelegde
definitie van ambtenaar beperkt de toepasselijkheid van de verordening
tot hen, die tenminste 18 jaar zijn. De verordening wordt in de prak
tijk echter ook voor personen beneden 18 jaar toegepast, terwijl bij
lage E zelfs salarissen aangeeft voor personen van 14 t/m 17 jaar. Het
komt ons dan ook noodzakelijk voor de leeftijdsgrens te laten vervallen.
b. Ingevolge artikel 3, sub a, van de Bezoldigingsverordening 1960 is de
aftrek voor een niet-volwassenedie een ambt bekleedt, voorkomende in
één der bijlagen A en B, voor elk jaar of gedeelte van een jaar dat hij
jonger is dan 21 jaar, een bedrag, gelijk aan dat van de eerste perio
dieke verhoging van de voor hem geldende salarisschaal. Aangezien in
feite toepassing wordt gegeven aan artikel 7> sub a, van het Bezoldi
gingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1948, is wijziging van artikel
3, sub a, noodzakelijk. Teneinde zoveel mogelijk te vermijden dat bij
elke algemene salarisverhoging een wijziging van artikel 3 nodig is,
hebben wij het grensbedrag dat ten hoogste kan worden afgetrokken op
24y gesteld, zijnde in de lagere rangen het bedrag van één perio
dieke verhoging. De feitelijke jeugdaftrek bedraagt bij de thans gel
dende salarisreeks 20,-- en 21,--.
De jeugdaftrek van de ambtenaren, ingedeeld in bijlage B (verplegen-
den)blijft ongewijzigd.
c. d, e, f en h.
Uw Raad heeft besloten tot de instelling per 1 januari 1965 van een
dienst voor Sociale Werkvoorziening. In verband hiermede dienen in
bijlage A voor de bij deze dienst te benoemen ambtenaren enige ge-
eigende ambten te worden opgenomen. De directeur kan naar ons oordeel
worden ondergebracht in schaal 23 (max. salaris 1.477 5--)» Voorts
is naar onze mening noodzakelijk de opneming van de ambten werkmees-
ter(es) D, werkmeester(es) C, werkmeesteres) B en werkmeester(es) A.
Plaatsing van deze ambten dient naar ons oordeel te geschieden respec
tievelijk in schaal 5 (max. salaris 605,--), schaal 10 (max. salaris
668,--), schaal 12 (max. salaris 750,--) en schaal 14 (max. salaris
790,--). Hoogstwaarschijnlijk kan het overige te benoemen personeel
worden aangesteld in één der bestaande rangen. Mocht in de toekomst de
opneming van nog meerdere specifieke rangen gewenst blijken, dan kan
de opneming daarvan alsnog plaatsvinden,
g. In de schalen 8 en 12 zijn opgenomen de ambten analist(e) en analist(e)
A. Mede gelet op de situatie in particuliere inrichtingen hier ter
stede zijn wij van mening dat het gewenst is een uitloopmogelijkheid
te scheppen voor de uitstekende en met leidinggevende werkzaamheden be
laste krachten.
Zulks kan bereikt worden door opneming in schaal 15 van bijlage A (max.
salaris 831,--) van het ambt hoofdanalist(e)
i, j en k.
Volgens de voor het verplegend personeel bij het Rijk geldende rege
ling geniet de verplegende, verplegende A of 1e verplegende, die zowel
het diploma ziekenverpleging A als het diploma ziekenverpleging B bezit,
een toelage ter grootte van één periodieke verhoging. De verplegende,
in het bezit van het diploma ziekenverpleging B en in opleiding voor
het diploma ziekenverpleging A, behoudt, indien het behalen van laatst
bedoeld diploma in het belang van de dienst is te achten, de reeds
verworven salaris-anciënniteit en verkrijgt na het behalen van het
diploma twee extra periodieke verhogingen. Het komt ons gewenst voor
deze regeling ook van toepassing te doen zijn op het gemeentelijk ver
plegend personeel.
- 3 -
Onder mededeling dat de Commissie voor Georganiseerd Overleg zich met
de thans voorgestelde wijzigingen van de Bezoldigingsverordening 1960 kan
verenigen, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig het eerderbe-
doelde ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Heulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.