No. 9180 b. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 6 juli 1964 (bijlage no. 230); BESLUIT tot 31 december 2030 in erfpacht af te staan aan de N.V. Noordelijke Vastgoedbeleggingsmaatschappij, gevestigd te Leeuwarden of aan de op te richten N.V. Leeuwarder Vastgoedbeleggingsmaatschappij, de percelen bouwterrein, welke op de bij dit besluit behorende tekening gemerkt A, roodomlijnd en met de nos. 22, 29 en 30 zijn aangegeven en welke per celen zijn gelegen ten noorden van het noordelijke gedeelte van de ringweg en ten westen van de Dokkumer Ee tegen een jaarlijkse canon, berekend naar een bedrag van 114*660,-- en een rentevoet van 5è/^> en verder onder de volgende bedingen en voorwaarden: 1de juiste begrenzing van de terreinen zal ter plaatse door de dienst der Openbare Werken der gemeente Leeuwarden worden aange geven; 2. voor het eerst in 1995 en vervolgens in 2020 wordt de waarde van de erfpachtsterreinen opnieuw door de Gemeenteraad vastgesteld; 3. het door de erfpachtster gestorte bedrag van f 6.020,-- als waar borg voor de nakoming van de hieronder gestelde voorwaarden en be dingen vervalt aan de Gemeente indien niet aan deze voorvjaarden en bedingen wordt voldaan, tenzij Burgemeester en Wethouders in bijzondere gevallen, welke te hunner beoordeling zijn, tot gehele of gedeeltelijke teruggaaf van de waarborgsom besluiten; de waar borgsom wordt op verzoek van de erfpachtster teruggegeven nadat aan de bedoelde voorwaarden en bedingen is voldaan; 4. de erfpachtsakte moet ten overstaan van een notaris worden verle den binnen een door Burgemeester en Wethouders te bepalen termijn; 5. de erfpachtscanon is verschuldigd vanaf de dag van het verlijden van de erfpachtsakte; indien dit laatste geschiedt later dan één maand na het verstrijken van een door Burgemeester en Wethouders te bepalen datum is de erfpachtster vanaf de dag, vallende één maand na de door Burgemeester en Wethouders te bepalen datum, tot de dag, waarop de akte wordt verleden, aan de gemeente Leeuwarden een vergoeding verschuldigd, welke wordt berekend overeenkomstig de berekening van de erfpachtscancn 6. bebouwing van de erfpachtsterreinen door een derde mag niet plaats vinden voordat het erfpachtsrecht met toestemming van Burgemeester en Wethouders aan deze derde is overgedragen 7. de erfpachtster is gehouden de bij de woningen te stichten op de in erfpacht uit te geven terreinen, behorende en aan of nabij de ringweg gelegen tuinen en de afscheiding daarvan van de openbare groenvoorziening aan te leggen en te onderhouden na overleg met en ten genoegen van Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1964 | | pagina 9