- 5 -
Ad b.
Met het tracé en het profiel van de in het plan ten oosten en ten
noorden van de nieuwe woonwijk geprojecteerde weg, met aftakking in ooste
lijke richting, welke weg is bedoeld als mogelijke aansluiting op de weg
Leeuwarden-Drachten, kunnen Gedeputeerde Staten zioh niet verenigen. Zij
menen, dat deze weg geen adequate aansluiting vormt tussen de nieuwe
provinciale weg naar Drachten vanaf het Van Harinxmakanaal en de stads-
ringweg. Bovendien zijn zij van mening, dat evenmin een duidelijke en
rechtstreekse aansluiting van deze hoofd-invalsweg vanaf de stadsringweg
naar het stadscentrum is aangegeven. Huns inziens biedt een vloeiende
verbinding tussen de nieuwe brug over het Van Harinxmakanaal en de stads
ringweg via de daartoe nog verder oostwaarts te verlengén Huizumerlaan
een goede oplossing. Voorts dient het profiel van deze weg ten minste van
dezelfde afmetingen te zijn als dat van de stadsringweg. De langs de noord
zijde van de woonwijk geprojecteerde weg kan naar de nening van Gedepu
teerde Staten wellicht als laterale verbinding in aanmerking komen, waar
bij tevens dient te worden gedacht aan een eventuele doortrekking daarvan
naar het stadscentrum via de gronden ten noorden van de Potmarge. Tenslot
te kan bij nadere bestudering van één en ander blijken, dat voor het ver
krijgen van een goed tracé voor de brug over het Van Harinxmakanaal een
iets andere plaats moet worden gekozen. In verband met het bovenstaande
is aan een vrij groot gebied de goedkeuring onthouden.
Ad c
Gedeputeerde Staten zijn van mening, dat de afstand van 10-15 m van
een aantal woongebouwen tot de oever van het Van Harinxmakanaal te gering
is en dat deze afstand op ten minste 20 m moet worden gehouden.
Na overleg met de ontwerpers van het uitbreidingsplan menen wij dat
de sub a en c genoemde punten niet van zodanig belang zijn, dat daartegen
beroep dient te worden ingesteld. Wel kunnen wij de bezwaren van Gedeputee
de Staten, vooral wat betreft het sub a omschreven onderdeel geenszins
delen, doch wellicht is het mogelijk door enige wijziging van het plan
aan de bezwaren van Gedeputeerde Staten tegemoet te komen.
Met de overwegingen en de bedoeling van Gedeputeerde Staten ten aan
zien van het sub b bedoelde gedeelte kunnen wij echter niet akkoord gaan.
De ontwerpers van het uitbreidingsplan hebben de weg, welke als
aansluiting van de weg'naar Drachten met de ringweg is bedoeld, welbewust
om de nieuwe woonwijk en de bestaande woonwijk rondom de Tijnjedijk heen
geprojecteerd. Alleen op deze wijze zal een voor de weggebruikers én de
bewoners meest veilige situatie worden verkregen. Als de weg dóór de woon
wijk wordt geleid, zoals door Gedeputeerde Staten wordt gesuggereerd, zal
een gedeelte van de woonwijk, en daaronder valt de bestaande buurt rondom
de Tijnjedijk, van de rest worden afgesneden. De omvang van dit afgesneden
wijkgedeelte is van dien aard, dat een gezonde zelfstandige groei onmoge
lijk zal zijn. De bewoners zullen voor de algemene voorzieningen aange
wezen zijn op die projecten, welke daarvoor in het andere w:jkgedeelte
zullen worden gesticht en zullen dan steeds deze belangrijke verkeersweg
moeten kruisen. Het afgesneden gedeelte van de nieuwe wijk zal dan
geïsoleerd worden en een min of meer kwijnend bestaan gaan lijden.
Voorts achten wij het niet gewenst het verreer vanuit het zuidoosten
via de Huizumerlaan samen te voegen met de verkeersstroom naar de binnen
stad via de rijksweg vanuit het zuiden. De aansluiting op de ringweg,
zoals in het uitbreidingsplan geprojecteerd, biedt de mogelijkheid het
verkeer via de ringweg te spreiden terwijl er via de ringweg diverse
mogelijkheden bestaan om de binnenstad te bereiken. Ock de industriege
bieden zijn via de ringweg zeer goed bereikbaar.
Verder menen wij, dat in het vastgestelde uitbreidingsplan voldoende
ruimte aanwezig is om het profiel van deze verbindingsweg aan de toekomsti
ge verkeersintensiteit aan te passen.
Op grond van bovenstaande en eventueel nog nader in het beroepschrift
te omschrijven argumenten menen wij, dat de overwegingen, waarop
Gedeputeerde Staten aan dit gedeelte van het uitbreidingsplan hun goea-
keuring hebben onthouden, deze beslissing niet kunnen dragen en dat er
alle aanleiding is tegen genoemd besluit van Gedeputeerde Staten beroep
in te stellen. Wij geven U daarom in overweging daartoe te besluiten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
A.A.M. van der Meulen Burgemeester
de Jong Secretaris.