- 4 -
in de jurisprudentie als in de literatuur, hoewel nog niet kan worden ge
sproken van een algemeen aanvaarde zienswijze. In de gemeenten Tilburg,
Breda, Dordrecht en Assen gelden soortgelijke bepalingen als door ons
voorgesteld. Bij de behandeling van Hoofdstuk VII A van de Rijksbegroting
1963 deelde de Minister van Binnenlandse Zaken mede, dat hij voor het be
vorderen van vernietiging van een dergelijke bepaling onvoldoende aanleiding
zag.
Uiteraard zullen wij de voorgestelde dwangmiddelen met grote omzich
tigheid hanteren en de in de onderhavige bepalingen bedoelde mededeling
aan de directeur in het algemeen eerst doen als overplaatsing van de wan-
betalende huurder naar een goedkopere woning of enige vorm van beslag niet
mogelijk is, dan wel niet tot betaling van de huurachterstand leidt.
Onder mededeling dat de Commissie voor de Energebedrijven zich met ons
voorstel kan verenigen geven wij U in overweging de "Bepalingen energie
levering 1965" vast te stellen overeenkomstig bijgevoegd ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.
No. 3108.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
11 maart 1965 (bijlage no. 63);
BESLUIT:
vast te stellen de volgende BEPALINGEN met betrekking tot de levering
van gas en/of elektriciteit.
ar. 1. Algemene bepalingen.
Artikel 1
Definities
Voor de toepassing van deze bepalingen wordt verstaan onder:
a. directeur:
de directeur van de Energiebedrijven van de gemeente Leeuwarden of
degene, die hem alszodanig vervangt;
benergie
gas en/of elektriciteit;
c. hoofdleiding:
de doorgaande leiding van het gasdistributienet of van het elektri-
citeits-distributienet van de gemeente Leeuwarden;
d. aansluiting:
de verbinding van een installatie met de desbetreffende hoofdleiding,
van die hoofdleiding af tot en met de meter of een andere verder van
de hoofdleiding gelegen en vanwege de directeur aangewezen plaats;
einstallatie:
het samenstel van leidingen en toebenoren, dat voor het gebruiK
van een energiesoort ter beschikking van de verbruiker staat, te
rekenen vanaf de uitlaaPverbinding van de meter of vanaf een andere,
overeenkomstig letter d aangewezen plaats, met inbegrip van de op
die leidingen aangesloten toestellen en apparaten;
fperceel
het gebouw of het gedeelte daarvan en/of het terrein of het gedeelte
daarvan, ten behoeve waarvan een aansluiting op een hoofdleiding of
levering van energie is aangevraagd, dan wel een aansluiting op een
hoofdleiding is tot stand gekomen of energie wordt geleverd;
g. meter:
de inrichting, door middel waarvan de hoeveelheid en/of de belasting
van de verbruikte energie kan worden gemeten;
h. penningmeter:
het toestel, door middel waarvan na het inwerpen van een penning een
bepaalde hoeveelheid energie kan worden afgenomen;
ipenningen:
door de directeur aangewezen geldstukken of tegen betaling beschik
baar gestelde penningen voor gebruik in de penningmeters;
jverbruiker:
degene, wiens verzoek energie van de Gemeente te mogen betrekken is
ingewilligd;
