2. Aansluiting. Artikel 2. Verzoek om aanleg of capaciteitsvergroting van een aansluiting. 1. De eigenaar van een perceel, die aanleg of capaciteitsvergroting van een aansluiting van dat perceel verlangt, richt een daartoe strekkende aanvraag tot de directeur. Hij maakt voor het doen van deze aanvraag gebruik van een kosteloos ten kantore van de Energie bedrijven verkrijgbaar formulier. Indien degene, die - niet eigenaar van het perceel zijnde - het perceel of een gedeelte daarvan in gebruik heeft, op het formulier een door hem ondertekende verklaring heeft gesteld, dat hij alle uit de overeenkomst tot aansluiting voor de eigenaar voortvloeiende financiële verplichtingen op zich neemt, gelden alle bepalingen, welke over die financiële verplichtingen handelen, voor hem en niet voor de eigenaar. 2. Indien de eigenaar niet de volle en vrije eigendom heeft van het perceel, vrijwaart hij enkel door het indienen van de aanvraag de Gemeente voor eventuele aanspraken van (een) andere eigena(a)r(en) of andere zakelijke gerechtigde(n) 3. Enkel door het indienen van de aanvraag a. onderwerpt de eigenaar zich aan de in deze regeling opgenomen of ingevolge deze regeling vastgestelde bepalingen, zoals die ten tijde van het indienen van de aanvraag luiden, daarna even tueel worden aangevuld, gewijzigd of vervangen, voorzover die bepalingen hem als eigenaar van het perceel aangaan; b. geeft de eigenaar toestemming tot het betreden van de plaatsen waar de aansluiting of installatie moet worden aangelegd of zich bevindt, door het daarvoor door de directeur aangewezen personeel tot het verrichten van de door de directeur bevolen werkzaamheden Artikel 3. Weigeren van de aanvraag ex art. 2. De directeur weigert de aanvraag, bedoeld in artikel 2, indien: a. de installatie niet voldoet aan de voorschriften, bedoeld in artikel 12, eerste lid, of in strijd is gehandeld met het tweede lid van dat artikel; b. in de nabijheid van het perceel niet de nodige hoofdleiding aanwe zig is, of die hoofdleiding naar het oordeel van de directeur te ver van het perceel verwijderd is; c. de capaciteit van de hoofdleiding naar het oordeel van de direc teur onvoldoende is voor een behoorlijke toevoer van energie naar een of meer installaties welke op die leiding zijn of bij inwilli ging van de aanvraag zouden worden aangesloten; d. de eigenaar van het perceel niet voldoet aan het eventuele verzoek van de directeur, de voor rekening van die eigenaar komende kosten van aansluiting of capaciteitsvergroting geheel of voor een bepaald gedeelte van te voren te voldoen, voor de betaling van die kosten zekerheid te stellen en/of met betrekking tot die betaling de door de directeur omschreven verplichtingen op zich te nemen; e. andere dan de onder a, b, c en d genoemde dringende redenen daar toe naar het oordeel van de directeur aanleiding geven. Artikel 4» Aanleg en capaciteitsvergroting van een aansluiting. 1. Aanleg of capaciteitsvergroting van een aansluiting geschiedt door of vanwege de Gemeente Energiebedrijven)Plaats, doorsnede en soort van de aansluiting worden door de directeur bepaald. 2. Onverminderd het volgende lid en onverminderd de verplichting van de verbruiker tot het betalen van vaste vergoedingen, komen voor rekening van de Gemeente: a. de kosten van aanleg van een aansluiting, voorzover de lengte van de leiding, gerekend vanaf de grens van de gemeentegrond tot de uitlaatverbinding van de meter of tot een ander, overeenkom stig artikel 1 onder d aangewezen plaats, niet meer dan drie meter bedraagt; b. de kosten van de door de directeur nodig geachte capaciteitsver groting van een aansluiting welke uitsluitend of overwegend dient voor huishoudelijk verbruik, voorzover de lengte van de leiding, gerekend als onder a omschreven, niet meer dan tien meter be draagt. Onder "huishoudelijk verbruik" wordt hier verstaan: verbruik ten aanzien waarvan niet een bijzondere tariefovereen komst is gesloten; 3» Voor rekening van de eigenaar van het perceel komen de kosten van: a. de in verband met de aanleg of capaciteitsvergroting van een aansluiting nodige breek-, metsel-, timmer- en verfwerkzaamheden alsmede van het voor die aanleg of capaciteitsvergroting nodige leggen van zinkers; b. de aanleg of capaciteitsvergroting van een aansluiting, voorzo ver die ingevolge het tweede lid niet voor rekening van de Gemeente komen; c. de aanleg van een aansluiting, indien naar het oordeel van de directeur het aannemelijk is, dat de levering van de desbetref fende energie slechts voor een korte tijdsduur zal plaats vinden; d. de aanleg van een tweede of volgende aansluiting voor dezelfde soort energie; 4. Een aansluiting is en blijft eigendom van de Gemeente, ook al is deze geheel of gedeeltelijk v-jor rekening van de eigenaar van het perceel aangelegd: Artikel 3' Werkzaamheden aan een aansluiting. 1. Het verrichten van onderhouds- en andere werkzaamheden aan een aan sluiting mag uitsluitend geschieden door of vanwege de Gemeente (Energiebedrijven) 2. De kosten van het onderhoud van een aansluiting, voorzover dat onderhoud nodig is als gevolg van normale slijtage van die aanslui ting, zulks ter beoordeling van de directeur, komen voor rekening van de Gemeente. 3. Al de overige kosten, voortvloeiende uit werkzaamheden, als bedoeld in het eerste lid, voorzover zij niet ingevolge het tweede lid van artikel 4 voor rekening van de Gemeente komen, worden ten -laste ge bracht van de eigenaar van het perceel. Artikel 6. Aftakkingen van een aansluiting. De eigenaar van het perceel en andere zakelijk gerechtigden, alsmede de verbruiker zijn verplicht toe te laten dat, indien de directeur dit nodig oordeelt, van een zich in- ee-n perceel bevindende aansluiting een toevoerleiding naar een ander perceel wordt afgetakt op een plaats, gelegen tussen de hoofdleiding en de meter. - 3 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1965 | | pagina 120