- 6 -
zake onbevoegd is of het perceel niet meer gebruikt - de eigenaar
van het perceel, verplicht dat gebrek binnen een door de directeur
te stellen termijn te doen herstellen.
3. Onverminderd het tweede lid kan vanwege de Energiebedrijven voor
rekening van degene op wie de in het tweede lid bedoelde plicht
rust een gebrek aan een installatie voorlopig worden hersteld.
Artikel 11
Opheffen van hinder.
De verbruiker is verplicht de aanwijzingen van de directeur betreffen
de het opheffen van de door het verbruik van energie veroorzaakte
hinder aan de energielevering door de Gemeente binnen de door de direc
teur te stellen termijn op te volgen.
Artikel 15-
eter
1De hoeveelheid verbruikte energie wordt gemeten met een of meer
meters
2. Zo dikwijls de directeur dit nodig oordeelt worden de meterstanden
opgenomen.
3. Bezwaren tegen de uitkomst van de meteropneming kunnen enkel schrif
telijk door de verbruiker aan de directeur worden medegedeeld. De
directeur beslist op het bezwaarschrift.
Artikel 16.
chatting van energieverbruik.
1. Indien een meter in een periode niet behoorlijk heeft gefunctioneerd,
wordt de hoeveelheid in die periode verbruikte energie door de
directeur geschat op basis van:
het verbruik in de overeenkomstige periode van het vorig jaar, of
het verbruik in de onmiddellijk voorafgaande - of, indien dat niet
mogelijk is, in de onmiddellijk volgende - periode,
een en ander met inachtneming van bijzondere omstandigheden, welke
naar het oordeel van de directeur van invloed kunnen zijn geweest
op het verbruik. De schatting vindt zo nodig plaats over een tijd
vak van ten hoogste één jaar, onmiddellijk voorafgaande aan de dag,
waarop het niet behoorlijk functioneren van de meter vanwege de
directeur is geconstateerd. Indien over dat tijdvak reeds betalin
gen wegens energieverbruik hebben plaats gehad, worden deze met het
ingevolge de schatting verschuldigde verrekend. Teruggave van het
eventueel teveel betaalde vindt echter niet plaats indien het niet
behoorlijk functioneren van de meter naar het oordeel van de direc
teur aan de verbruiker te wijten is.
2. Indien een meterstand door personeel van de Energiebedrijven ver
keerd is opgenomen, wordt de hoeveelheid in de laatste periode
vóór die verkeerde opneming verbruikte energie door de directeur
naar redelijke maatstaven geschat, zo mogelijk op basis van het
verbruik in de overeenkomstige periode van het vorig jaar of het
verbruik in de onmiddellijk voorafgaande periode, een en ander met
inachtneming van bijzondere omstandigheden, welke naar het oordeel
van de directeur van invloed kunnen zijn geweest op het verbruik.
Het verbruik in de eerste periode na de verkeerde opneming wordt
geacht te bedragen het verschil tussen het feitelijke verbruik in
de beide door de verkeerde opneming gescheiden perioden tezamen en
het geschatte verbruik in de eerste van die perioden.
3. Onder "periode" wordt in dit artikel verstaan: de periode tussen
twee opeenvolgende meteropnemingen.
Artikel 17-
Onjuiste aanwijzing door een meter.
1. Indien de verbruiker de juistheid van de aanwijzing door een meter
betwijfelt of ontkent, wordt, indien de verbruiker dit verzoekt en
op diens kosten, die meter vanwege de Energiebedrijven onderzocht,
vervangen of zo mogelijk hersteld.
2. Indien het onderzoek uitwijst, dat de afwijking in de aanwijzing
van de meter meer dan 5bedraagt, worden de verbruiker geen kosten,
als bedoeld in het eerste lid, in rekening gebracht en is artikel
16 van toepassing.
Artikel 18.
Betaling.
1Over hetgeen de verbruiker terzake van de levering van energie en
vaste vergoedingen aan de Gemeente verschuldigd is, wordt door de
directeur per kwitantie of per acceptgiro beschikt, tenzij het ver
schuldigde op een andere door de directeur voor te schrijven of
goed te keuren wijze wordt voldaan. De directeur is bevoegd, voor
uitlopende op de vaststelling van het verbruik, het verschuldigde
naar een geschat verbruik in te vorderen.
2. Indien het verschuldigde niet onmiddellijk bij de aanbieding van
een kwitantie wordt voldaan, moet binnen acht werkdagen, volgende op
die aanbieding of eventuele andere kennisgeving van verschuldigd
heid, het verschuldigde worden voldaan door betaling ten kantore
van de Energiebedrijven dan wel door een binnen die termijn door
de Postcheque- en Girodienst of een andere dergelijke instelling
aan de Energiebedrijven gemelde storting of overschrijving op de
rekening van deze Bedrijven.
3. Bij voldoening na de termijn, bedoeld in het tweede lid, wordt het
verschuldigde verhoogd met een bedrag van 0,50 wegens incasso
kosten.
4. De directeur is bevoegd de verbruiker, die wegens overmacht niet
heeft voldaan aan het tweede lid, te ontslaan van de verplichting
tot het betalen van het in het derde lid genoemde bedrag. Onder
overmacht wordt niet verstaan afwezigheid, waarvan niet tevoren
schriftelijk kennis is gegeven aan de Energiebedrijven.
Artikel 19»
Betaling van via een penningmeter afgenomen energie.
1. De betaling van energie, welke via een penningmeter wordt geleverd,
geschiedt door penningen in het betaalapparaat van die meter te
werpen
2. De penningen worden, indien de verbruiker dit wenst, in diens
tegenwoordigheid gelicht en geteld.
3. Indien het aantal in de meter aanwezige penningen, verminderd met
het aantal penningen waarvoor blijkens de stand van het rondsel
nog geen energie is afgenomen niet in overeenstemming is met de
hoeveelheid energie, welke volgens de aanwijzing van het verbruiks-
telwerk is verbruikt, wordt de aanwijzing van dat telwerk als
juist aangenomen en het verschil verrekend met de verbruiker, ten
zij het verschil is ontstaan door een gebrek aan het verbruikstel-
werk of het rondsel, in welk geval een schatting, als bedoeld in
artikel 16, eerste lid, plaats vindt. Artikel 17 is van overeen
komstige toepassing.
4. De directeur stelt eventueel het bedrag vast, dat de verbruiker
ingevolge het derde lid alsnog verschuldigd is.