Voorschot op de vergoeding vakonderwijs over 1964 van de Vereniging ter
bevordering van schoolonderwijs naar de leer der Gereformeerde Kerken in
Nederland, gevestigd te Leeuwarden.
Bijlage no. 5. Leeuwarden, 7 januari 1965-
Aan de Gemeenteraad.
Bij een op 8 december 1964 ingekomen brief verzoekt het bestuur van
de Vereniging ter bevordering van schoolonderwijs naar de leer der Gerefor
meerde Kerken in Nederland, gevestigd te Leeuwarden, ten behoeve van zijn
school voor gewoon lager onderwijs, alhier, een voorschot op de gemeente
lijke vergoeding van de kosten van vakonderwijs als bedoeld in artikel 101
bis der Lager-onderwijswet 1920 over het tijdvak van 1 november tot en met
31 december 19&4»
Met betrekking tot dit verzoekschrift delen wij IJ het volgende mede.
Met uitzondering van de openbare school voor gewoon lager onderwijs t
Hempens - waaraan naast het mannelijk hoofd een vakonderwijzeres in de
handwerken is verbonden - zijn bij het openbaar gewoon lager onderwijs
geen vakleerkrachten werkzaam. Ingevolge het vierde lid van genoemd arti
kel 101bis vergoedt de Gemeente, die aan geen enkele openbare school voor
gewoon lager onderwijs vakonderwijzers heeft (en de school te Hempens
dient ingevolge het 10e lid van dit artikel buiten beschouwing te worden
gelaten), de beloningen van de aan de bijzondere scholen verbonden vak
onderwijzers. Indien de Gemeenteraad van oordeel is, dat deze kosten
zonder noodzaak zijn gemaakt of hoger zijn dan noodzakelijk is, kan hij de
aanvraag van deze vergoeding afwijzen.
Aan de school van adressant zijn werkzaam 3 onderwijzers (waaronder
het hoofd) en 1 onderwijzeres. Na een oproeping van sollicitanten heeft
zich slechts één onderwijzeres bij het schoolbestuur aangemeld. Deze
sollicitante is benoemd, doch bezit niet de bevoegdheid voor het geven
van onderwijs in de handwerken. Wel heeft het schoolbestuur aan de be
noemde onderwijzeres de eis gesteld de studie voor de akte handwerken ter
hand te nemen. Het verwacht, dat zij nog dit schooljaar deze akte zal be
halen. Teneinde toch het onderwijs in de handwerken te kunnen geven heeft
het schoolbestuur een tijdelijke vakleerkracht, in het bezit van de
nodige bevoegdheden, aangesteld.
Mede op grond van de hieromtrent bestaande jurisprudentie zijn wij
van oordeel, dat in casu de kosten, voortvloeiende uit de aanstelling van
een tijdelijk vakonderwijzeres in de handwerken, niet zonder noodzaak wor
den gemaakt.
Het gevraagde voorschot is gebaseerd op het salaris, waarop de vak
onderwijzeres volgens de gemeentelijke salarisregeling aanspraak zou
kunnen maken, vermeerderd met de uit de sociale wetgeving voortvloeiende
uitgaven
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging gunstig op
het verzoek te beschikken door vaststelling van het hierna in ontwerp
opgenomen besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.