Onder mededeling, dat de Financiële Commissie zich hiermede kan
verenigen, stellen wij U voor ten behoeve van de herdenking op 5 mei
1965 van de bevrijding van ons land een krediet van 27-200,-- beschik
baar te stellen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.
Beroep tegen weigeren bouwvergunning voor het uitbreiden van het pand
Greate Buorren 3.1, Wirdum.
Bijlage no. 76. Leeuwarden, 16 naart 1965.
Aan de Gemeenteraad.
Bij schrijven van 20 januari j.l. komt de heer W. Visser, Greate
Buorren 31 te Wirdum bij Uw Raad in beroep tegen het weigeren van een ver
gunning voor het uitbreiden van de timmerwerkplaats bij het pand Greate
Buorren 31 "te Wirdum (ons besluit van 4 januari 1965» no. B. 2636).
Het beroepschrift is binnen de wettelijk gestelde termijn ingediend.
De heer Visser moet dus in zijn beroep ontvankelijk worden verklaard.
Hot verzoek om bouwvergunning hebben wij afgewezen op grond van
strijd met artikel 25, vijfde lid, van de Bouwverordening voor de gemeente
Leeuwarderadeelwaarin is bepaald, dat binnen een afstand van 15 m van
een openbaar vaarwater, i.e. de Nieuwe Wirdumervaartgeen gebouwen mogen
worden opgericht. De mening van de heer Visser, dat de bouwverordening
voor Leeuwarden en niet die voor Leeuwarderadeel moet worden toegepast,
is niet juist. Levert dit reeds een imperatieve weigeringsgrond op (de
Bouwverordening kent op dit punt geen vrijstellingsmogelijkheid), ook
uit welstandsoverwegingen hebben wij tegen de uitbreiding bezwaar. De
lage uitbreiding past in het geheel niet bij het eveneens niet erg fraaie
bestaande gebouw.
Do heer Visser voert in zijn beroepschrift aan, dat de Nieuwe Wir
dumervaart feitelijk niet meer als openbaar vaarwater kan worden beschouwd,
omdat deze niet anders meer dan met roeiboten kan worden bevaren. Aller
eerst merken wij op, dat de Nieuwe Wirdumervaart voorkomt op de legger van
waterstaatkundige werken en daarbij is aangemerkt als dorpsvaart. Overi
gens menen wij, dat het criterium "openbaar vaarwater" niet afhankelijk
is van de grootte van de vaartuigen, doch van de vraag, of dit vaarwater
op enigerlei wijze bereikbaar is met een vaartuig. Die bereikbaarheid is
buiten kijf, zoals de heer Visser in zijn schrijven zelf stelt.
Ingevolge artikel 6, tweede lid, der Woningwet dient een bouwvergun
ning te worden geweigerd, indien niet wordt voldaan aan de bepalingen van
de Bouwverordening. De vergunning is dan ook terecht geweigerd.
Overigens merken wij op, dat door de voorgenomen uitbreiding de thans
nog zeer wel aanvaardbare gevellijn van de bestaande bebouwing langs de
Wirdumervaart in ernstige mate zou worden verstoord. Wij verwijzen U ter
zake naar het bij de stukken voor U ter inzage gelegde uittreksel uit het
kadastrale plan, waarop wij de gevraagde uitbreiding in rood hebben aan
gegeven.
De Schoonheidscommissie heeft ons mot betrekking tot de welstand van
do uitbreiding van advies gediend. 'Deze commissie heeft het ontwerp una
niem afgewezen. Wij hebben dit afwijzende standpunt tot het onze gemaakt.
De heer Visser heeft overeenkomstig het bepaalde in art. 24, 4e lid,
van de Bouwverordening de gelegenheid gekregen zijn beroepschrift monde
ling nader toe te lichten. Noch zijn mondelinge toelichting, noch een her
nieuwde opneming ter plaatse opende nieuwe perspectieven. Het proces-ver
baal van de zitting, waarop de heer Visser zijn beroepschrift heeft toege
licht, is voor U bij de stukken ter inzage gelegd.