Verzoek van J. Visser tot wijziging van de Drankwetverordening.
Bijlage no. 87. Leeuwarden, 1 april 1965»
Aan de Gemeenteraad.
Bij schrijven van 11 maart 19^5 heeft de heer J. Visser, Verlengde
Schrans 158-160, alhier, zich tot Uw Raad gericht met een verzoek tot
wijziging van de Verordening, als bedoeld in de artikelen 9> 10 en 43
der Drankwet.
Bedoelde Verordening is bij besluit van 24 juni 19&4> no* 11356
door Uw Raad vastgesteld en goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde
Staten van Friesland, van 17 november 1964» no. 132a.
De voorgestelde wijziging heeft ten doel de mogelijkheid te openen,
adressant een verlof A te verlenen voor de door hem geëxploiteerde lunch
room "Oostergoo" en wel door in artikel 11, eerste lid, sub a, van bedoel
de Verordening de aanduiding "100 m2" te vervangen door "60 m2".
Op 24 juni 1964 werd door Uw Raad afwijzend beschikt op een namens
betrokkene ingediend verzoek van dezelfde strekking. Sinds die tijd zijn
er volgens de adressant "enige veranderingen" opgetreden:
a. de nieuwe Drank- en Horecawet is inmiddels aangenomen;
b. de ligging van het bedrijf ten opzichte van de industrieterreinen;
c. de Eisenverordening zou niet ingrijpend veranderd behoeven te worden-,
Waar aanleiding van deze argumenten merken wij het volgende op.
De nieuwe Drank- en Horecawet is inmiddels wel aangenomen, maar nog niet
in werking getreden. Deze inwerkingtreding is in geen geval in 1965 "te
verwachten. Ook de in artikel 6, tweede lid, van de Drank- en Horecawet
bedoelde algemene maatregel van bestuur ten aanzien van de aan de in
richtingen te stellen lokaliteitseisen is nog slechts in het stadium van
voorbereiding.
V/ij komen derhalve tot de conclusie dat het totstandkomen van de
Drank- en Horecawet geen enkele verandering heeft gebracht in de situatie
zoals die was bij de behandeling van het vorige verzoek.
Ten aanzien van punt b constateren wij, dat de ligging van het be
drijf ten opzichte van de industrieterreinen (uiteraard) niet is ver
anderd.
In punt c beweert adressant: De Raad oordeelde, dat het niet wense
lijk vrns om de strekking van de huidige Gemeentelijk; Drankwetverordening
ingrijpend te veranderen Naar de mening van adressant zou de ge
vraagde wijziging slechts een kleine zijn. Uw Raad heeft zich echter op
24 juni 1964 geconformeerd aan onze mening, neergelegd in het raadsvoor
stel van 15 juni 1964 (bijlage no. 203) dat "het onjuist zou zijn dezer
zijds thans tot wijziging van de gestelde eisen te besluiten".
In diezelfde zin is ook aan de heer Visser bericht.
Een onderscheid tussen "ingrijpende" en "niet-ingrijpendewijziging is
niet gemaakt. Hiermede vervalt argument c.
Resumerend concluderen wij derhalve, dat er zich sinds het vorige
verzoek geen relevante veranderingen terzake hebben voltrokken. Ons af
wijzend standpunt menen wij dan ook te moeten handhaven. Voor de gronden,
waarop dit standpunt steunt, veroorloven wij ons ook verwijzing naar onze
pre-adviezen van 5 april 1963 (bijlage no. 127), 6 november 1963 (bijlage
no. 331) en 15 juni 1964 (bijlage no. 203).