No. 321 b.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen de voorstellen van Burgemeester en Wethouders van 6 juli
1964 (bijlage no. 230) en van 11 januari 1965 (bijlage no. 6);
BESLUIT
I. in te trekken zijn besluit van 15 juli 1964» no. 9180b, tot het
afstaan in erfpacht van drie percelen bouwterrein, gelegen in het
uitbreidingsplan "Bilgaard", aan de N.Y. Noordelijke Vastgoedbeleg
gingsmaatschappij, gevestigd te Leeuwarden, of aan de op te rich
ten N.V. Leeuwarder Vastgoedbeleggingsmaatschappij
II. tot 31 december 2030 aan de N.V. Noordelijke Vastgoedbeleggings
maatschappij gevestigd te Leeuwarden in erfpacht af te staan en
aan deze maatschappij of aan de in oprichting zijnde N.V. Leeuwar
der Vastgoedbeleggingsmaatschappij te leveren het erfpachtsrecht
tot 31 december 2030 van de percelen bouwterrein, welke op de bij
dit besluit behorende tekening roodomlijnd ongeveer zijn aangege
ven en welke percelen zijn gelegen ten noorden van het noordelijke
gedeelte van de ringweg en ten westen van de Dokkumer Ee, tegen
een jaarlijkse canon, berekend naar een bedrag van 114.660,en
een rentevoet van 54^ en verder onder de volgende bedingen en voor
waarden:
1de juiste begrenzing van de terreinen zal ter plaatse door de
dienst der Openbare Werken der gemeente Leeuwarden worden aange
geven;
2. voor het eerst in 1995 en vervolgens in 2020 wordt de waarde van
de erfpachtsterreinen opnieuw door de Gemeenteraad vastgesteld;
3. het door de erfpachtster gestorte bedrag van 6.020,-- als
waarborg voor de nakoming van de hieronder gestelde voorwaarden
en bedingen vervalt aan de Gemeente indien niet aan deze voor
waarden en bedingen wordt voldaan, tenzij Burgemeester en Wet
houders in bijzondere gevallen, welke te hunner beoordeling zijn,
tot gehele of gedeeltelijke teruggaaf van de waarborgsom be
sluiten; de waarborgsom wordt op verzoek van de erfpachtster
teruggegeven nadat aan de bedoelde voorwaarden en bedingen is
voldaan;
4. de erfpachtsakte moet ten overstaan van een notaris worden ver
leden binnen een door Burgemeester en Wethouders te bepalen
termijn;
5. de erfpachtscanon is verschuldigd vanaf de dag van het verlijden
van de erfpachtsakte; indien dit laatste geschiedt later dan
één maand na het verstrijken van een door Burgemeester en Wet
houders te bepalen datum is de erfpachtster vanaf de dag, vallen
de één maand na de door Burgemeester en Wethouders te bepalen
datum, tot de dag, waarop de akte wordt verleden, aan de gemeen
te Leeuwardwn een vergoeding verschuldigd, welke wordt berekend
overeenkomstig de berekening van de erfpachtscanon;
6. bebouwing van de erfpachtsterreinen door een derde mag niet
plaats vinden voordat het erfpachtsrecht met toestemming van
Burgemeester en Wethouders aan deze derde is overgedragen;