1 - 6 - Bij de gasbedrijven gevormde reserves zouden niet behoeven te worden overgedragen Aan gasgemeenten, die een winstgevend bedrijf overdragen, zou gedu rende een periode van 10 jaar een uitkering kunnen worden gedaan. Deze uitkering zou kunnen bedragen in het eerste jaar na de overdracht 100$ van de gemiddelde winst over de afgelopen 3 jaren; daarna ieder jaar 10$ minder. De provinciale Gascommissie is tot de overtuiging gekomen, dat de gas gemeenten niet alleen bestaande, doch ook potentiële winsten prijs geven bij overdracht van hun gasbedrijven. De commissie schrijft dan "De over weging, dat enerzijds de nieuw aan te sluiten gebieden belang hebben bij een gasvoorziening tegen ook elders in de provincie geldende tarieven zonder dat de betreffende gemeenten met een nadelig exploitatiesaldo worden belast en dat anderzijds de gasgemeenten redelijkerwijs aanspraak kunnen doen gelden op een compensatie voor de potentiële winsten, die zij prijsgeven als zij hun bedrijf inorengen, leidt tot de conclusie, dat in dit opzicht een oplossing moet worden gevonden." De commissie achtte zich echter (op 8 januari 19^5) nog niet in staat een concrete oplossing voor het hierboven omschreven probleem aan de hand te doen. Gedeputeerde Staten schrijven hierover aan de Provinciale Staten: "Daarnaast is in het rapport "Overdrachtsnormen Gasbedrijven" zeer in het bijzonder rekening gehouden met de belangen van de huidige gasgemeenten. Naar onze mening bieden de daar genoemde uitgangspunten bepaald een grond slag om over eventuele financiële bezwaren heen te stappen." Het is duidelijk, dat deze mening voldoende grond mist. Bijdrage van de Provincie in een op te richten Fries Gasbedrijf. Gedeputeerde Staten willen de provincie in het aandelenkapitaal van een op te richten Fries Gasbedrijf doen deelnemen tot 25$ van het daarvoor benodigde bedrag. Zij stellen daarbij, dat zij niet willen meeprofiteren van de winstmogelijkheden van zo'n bedrijf. Zij zouden een waarborg voor een redelijke rente van het in te brengen kapitaal voldoende achten. Het schijnt dus, dat Gedeputeerde Staten voor de provincie een bevoor rechte positie als aandeelhouder verlangen. De gewenste rente zal immers allereerst uit de winst moeten komen. Voorts vragen Gedeputeerde Staten machtiging om aan het op te richten Fries Gasbedrijf een renteloos voorschot van ten hoogste één miljoen gulden voor de tijd van 5 jaar te mogen verstrekken. Ook hierop komen wij hieronder terug. Financiële consequenties bij de inbreng van het Leeuwarder Gasbedrijf in ;en op te richten Fries Gasbedrijf. In 1963 leverde het Gasbedrijf een winst op van rond f 243.000,--; in 1964 ruim 500.000,--; in 1965 zal de winst vermoedelijk nog wat hoger komen te liggen. In de ontwerp-begroting voor 1966 is een winst geraamd van rond 370.000,rekening houdende met een investering voor capaciteitsvergroting van het distributienet in 19^5 van ruim 2.000.000,- Naar de directeur der Energiebedrijven verwacht, moet in 1966 nog eens ruim 2.000.000,-- voor capaciteitsvergroting worden geinvesteerd en de exploitatie zal dan in 1967 mogelijk een iets ongunstiger beeld vertonen, omdat in dat jaar de gasafzet nog lang niet zijn maximum heeft bereikt. Na 1967 zal de exploitatie - naar de verwachting van de directeur der Energiebedrijven - weer een gunstiger beeld gaan vertonen. Wanneer de cijfers uit de begroting van de Provinciale Gascommissie zonder meer worden aanvaard, doch uit die begroting de gemeente Leeuwarden wordt geëlimineerd, daalt de geraamde winst in 1970 van het Provinciale Gasbedrijf tot rond 955*000,--. Dit wil zeggen, dat de gemeente Leeuwar den in 1970 tot de resultaten van het Provinciale Gasbedrijf zou bijdra gen een bedrag van naar raming 1.045*000,--, te weten: berekende winst door Provinciale Gascommissie 2.000.000,-- met uitzondering van Leeuwarden 955*000 bijdrage Leeuwarden f 1.045*000,-- Uit het hiervoor gestelde volgt, dat de gemeente Leeuwarden in 1970 van het Fries Gasbedrijf hoogstens een gering bedrag wegens gederfde winst zal kunnen verwachten. De bewering in het adres van het departement Leeuwarden e.o. van de Maatschappij voor Nijverheid en Handel, dat de Provinciale Gascommissie heeft voorgesteld de voor 1970 geraamde winst ad 2.000.000,-- te doen uitkeren aan de "gasgemeenten" is dan ook niet te vinden in de door die commissie geproduceerde stukken. Die uitkering zou ook feitelijk niet mogelijk zijn. Wat de financiële consequenties van de afstoting van het eigen gas bedrijf voor de gemeentelijke energiebedrijven zullen zijn, kunnen wij thans nog niet bij benadering bepalen. Te vrezen valt, dat die bedrijven dan niet meer economisch beheerd zullen kunnen worden. Nadere financiële gegevens en conclusie. Voor de onderhandelingen met de N.V. Gasunie over het gasinkooptarief en de vaststelling van verbruikstarieven heeft de S.R.O.G. destijds een exploitatiebegroting opgezet voor een bedrijf met 20.C.00 aansluitingen ten tijde van de ombouw, waarin de gevolgen van ombouw, cepaciteitsvergroting, verbruiksontwikkeling, enz. werden verwerkt. In deze tegroting, die beoogde een beeld te geven van de exploitatie over een periode van 20 jaar, is tevens gepoogd de normwinst voor de gemeenten veilig te stellen. Voor nieuwe aansluitingen is een investering geraamd van 450,-- per aanslui ting. Natuurlijk zou ook een iets hogere investering rendabel kunnen zijn wanneer de verbruiksontwikkeling gunstiger zou zijn of de overige exploi tatielasten lager zouden zijn dan in de begroting van de S.R.O.G. werd aangenomen. Volgens de rapporten van het Gasinstituut en het Verificatiebureau moet in de gasloze gebieden, voor de aansluiting van circa 25*800 perce len, een investering worden gedaan van 26.334*000,-- (inclusief 90,-- per aansluiting voor de aanleg van binnenleidingen). Ie investering be draagt dan gemiddeld 1.020,-- per perceel of rond 2-jg- maal het bedrag, dat in de S.R.O.G.-begroting als rendabel is opgenomen. Om een Fries gasbedrijf op gezonde financiële basis op te zetten zou men extra middelen moeten zien te verkrijgen in de orde van grootte van 10 a 15 miljoen gulden voor de dekking van de onrendabele top van de investeringen in de gasloze gebieden. Uiteraard geldt hetzelfde wanneer niet één Fries gasbedrijf tot stand komt, doch 4 regiones worden gevormd overeenkomstig het voorstel van de commissie uit de gasgemeenten Het miljoen, dat de Provincie gedurende 5 jaar renteloos aan het Fries Gasbedrijf wil verstrekken, biedt dus geen soulaas van enige be tekenis. In de rapporten van het Gasinstituut wordt er op gezinspeeld, dat de N.V. Gasunie mogelijk 50,-- per aansluiting zou willen geven (eenzelfde bedrag als ook de gasgemeenten ontvangen voor egalisatie van de winsten) Indien met de gehele provincie Friesland zoveel mogelijk van het aardgas wil laten profiteren, dan zou men de aansluitbare percelen in de thans nog gasloze gebieden moeten splitsen in rendabele, minder rendabele en onrendabele gebieden (gerekend naar de investeringen). De minder rendabele en de onrendabele percelen zouden dan rendabel gemaakt kunnen worden door bijdragen van de N.V. Gasunie, de provincie Friesland en de belanghebbende gemeenten. Wat van deze laatste mogelijkheid ook zij, vaststaat, dat, wanneer de gemeente Leeuwarden op basis van de thans gedane voorstellen zou be sluiten haar gasbedrijf in te brengen in een op te richten provinciaal gasbedrijf, de gemeente Leeuwarden in hoofdzaak de onrendabele top van de investeringen in de thans nog gasloze gebieden a.h.w. zou betalen. Sestuurlijke aspecten. De interim-nota van de provinciale Gascommissie bevat op bladzijde 4 de volgende alinea: "Voor het geval de verwezenlijking van een provinciaal energiebedrijf

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1965 | | pagina 259