No. 7161.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 14 mei
1965 (bijlage no. 138);
BESLUIT
gerekend met ingang van 1 november 1964 voor de tijd van één jaar te
verpachten aan de heer Y.P. Jongma, wonende Huizumerlaan 1, alhier,
het noordelijke gedeelte, ter oppervlakte van plm. 84OO m2van het
perceel gardeniersland, gelegen tussen de Huizumerlaan en de Potmarge,
kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie B, nos. 1815 en 896, voor
een pachtsom van 150en onder de bedingen, welke in de bij dit
besluit behorende ontwerp-pachtovereenkomst zijn opgenomen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Wijziging uitkeringsverordening en wachtgeldregeling.
Bijlage no. 139* Leeuwarden, 14 mei 1965.
Aan de Gemeenteraad.
Het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke behandeling van gemeen
telijke personeelsaangelegenheden heeft aan de aangesloten gemeenten enige
wijzigingen doen toekomen beti'effende de ontwerp-uitkeringsverordening en
de ontwerp-wachtgeldregeling. Deze wijzigingen houden verband met de per
1 januari 1965 aangebrachte wijzigingen in de Werkloosheidswet.
Uitkeringsverordening.
Deze verordening is een op grond van de Werkloosheidswet goedgekeur
de bijzondere regeling. De er in opgenomen aanspraken voor ontslagen ambte
naren en arbeidscontractanten mogen niet minder gunstig zijn dan de bepa
lingen van de Werkloosheidswet.
Wij zigingen
1het begrip "Kostwinner" moet vervallen, omdat er geen onderscheid meer
wordt gemaakt tussen kostwinners en niet-kostwinners;
2. de leeftijdsgrens van 18 jaar, geldend voor de zgn. A-uitkering (dienst
tijd van 3 jaar of meer), moet vervallen. Ook jongeren, die een dienst
tijd hebben van 3 jaar of langer, zullen voortaan als belanghebbende
worden beschouwd;
3. opgenomen moet worden dat, voor de zgn. B-uitkering, ook belanghebbend
is degene die in de aan het ontslag onmiddellijk voorafgaande periode
van 6 weken op alle werkdagen in loondienst heeft gewerkt;
4. i.v.m, het sub 1 gestelde (vervallen begrip "kostwinner") zal de duur
der zgn. A-uitkering nimmer meer belopen dan twee jaren (voorheen voor
niet-kostwinners niet meer dan één jaar);
5. eveneens i.v.m. het sub 1 gestelde (vervallen begrip "kostwinner") is
het verschil in het bedrag der uitkering (percentage) tussen kostwinners
en niet-kostwinners zowel voor de zgn. A-, als voor de zgn. B-uitkering,
vervallen. Bovendien zal de A-uitkering gaan bedragen: gedurende de
eerste twee maanden een bedrag gelijk aan de laatstelijk genoten belo
ning (gelijk aan bestaande toestand), gedurende de volgende twee maan
den 85(eveneens gelijk aan de bestaande toestand) en vervolgens 80$
(bestaande toestand 8 maanden 70$ en vervolgens 60$ van de laatstelijk
genoten beloning); de zgn. B-uitkering zal 80$ van de laatstelijk voor
het ontslag genoten beloning bedragen (oud 80$, 70er* 60$, al naar ge
lang de uitkeringgenietende gehuwd en kostwinner, ongehuwd en niet bij
de ouders inwonend dan wel ongehuwd en bij de ouders inwonend was);
6. een op een A-uitkeringrechthebbende die ten tijde van zijn ontslag ten
minste 10 dienstjaren heeft en van wie het aantal jaren van deze dienst
tijd tezamen met de leeftijd 60 of meer bedraagt, kan na de onder 5 ver
melde termijnen nog een verdere uitkering krijgen gedurende zes maanden
ten bedrage van 80van de laatstelijk voor het ontslag genoten beloning
(bestaande toestand: 50$ indien kostwinner, 40$ in de overige gevallen);
7. de termijn van de zgn. B-uitkering is verlengd van maximaal 126 op
maximaal 156 dagen;
8. de loongrens, waarboven geen aanspraak op de zgn. B-uitkering bestond,
is afgeschaft;
9. de bepaling dat de invaliditeitspremiën gedurende de volle kalenderwe-
ken, waarover uitkering wordt verstrekt, worden doorbetaald, moet ver
vallen i.v.m. de gedeeltelijke liquidatie van de in de invaliditeitswet
ten geregelde verzekeringen