Onbewoonbaarverklaring van 103 woningen.
Bijlage no. 140 Leeuwarden, 14 mei 1965»
Aan de Gemeenteraad.
In ons voorstel van 20 maart 1964? no. 92, inzake de onbewoonbaarver
klaring van 96 woningen hebben wij U toegezegd Uw Raad bij een volgend
voorstel tot onbewoonbaarverklaring te zullen inlichten omtrent een aantal
daarmee samenhangende punten.
In de eerste plaats delen wij U mede, dat sedert de bevrijding in
deze gemeente 1420 woningen onbewoonbaar zijn verklaard. Hiervan zijn er
tot nu toe 666 woningen afgebroken; 196 woningen zijn als pakhuis in ge
bruik genomen, terwijl er 3^9 woningen leeg staan. Er worden thans nog
239 onbewoonbaar verklaarde woningen bewoond.
Vervolgens merken wij op, dat bij het in overweging nemen van onbe
woonbaarverklaring van woningen gebruik wordt gemaakt van een enkele
jaren geleden in samenwerking met de directie van de Volkshuisvesting en
de Bouwnijverheid in deze provincie opgestelde krottenlijstDeze lijst,
welke tot en met 31 december j.l. is bijgewerkt en voor U bij de stukken
ter inzage ligt, vermeldt thans nog in totaal 585 woningen, welke voor
onbewoonbaarverklaring in aanmerking komen. Bij de lijst bevindt zich een
overzicht van de aantallen van dergelijke woningen per saneringsgebied.
Wij wijzen U er op, dat het feit, dat een woning voor komt op de
krottenlijst niet automatisch tot gevolg heeft, dat deze te gelegener tijd
voor onbewoonbaarverklaring wordt voorgedragen. Alvorens een daartoe strek
kend voorstel aan Uw Raad wordt gedaan, wordt iedere woning nogmaals on
derzocht en beoordeeld.
Bij die beoordeling wordt gebruik gemaakt van een aantal normen,
welke ontleend zijn aan het rapport "Woningwaardering" van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten. Ook dit rapport ligt voor U ter inzage. Zoals
U daaruit moge blijken, worden de aan woningen klevende gebreken onder
scheiden in basisgebreken en andere gebreken. De aanwezigheid van één
ernstig basisgebrek kan reeds voldoende zijn om een woning als ongeschikt
voor bewoning te kwalificeren. In de meeste gevallen hebben de woningen,
welke op de krottenlijst zijn geplaatst, meer dan een basisgebrek. In dit
licht bezien komen alle woningen, welke op de krottenlijst voorkomen,
voor onbewoonbaarverklaring in aanmerking.
Bij het nog steeds bestaande woningtekort doet zich bij de onbewoon-
verklaringen de grote moeilijkheid voor van het verschaffen van andere
woonruimte aan de bewoners. In deze gemeente zijn en komen voorlopig niet
genoeg woningen beschikbaar, welke, vooral wat betreft de huurprijs, aan
de bewoners van deze woningen kunnen worden aangeboden. Het gevolg hiervan
is, dat thans nog 239 onbewoonbaar verklaarde woningen bewoond worden.
Deze situatie maakt het moeilijk om terstond alle andere woningen, die
hiervoor in aanmerking komen, bij U voor onbewoonbaarverklaring voor te
dragen.
Nu is de algemene toestand van een aantal op de krottenlijst voor
komende woningen, ondanks het feit, dat daaraan een aantal basisgebreken
kleeft, van dien aard, dat de bewoning desnoods nog wel enkele jaren kan
voortduren. Dat zijn dan woningen, welke veelal door de eigenaren zelf
worden bewoond, die daarin vaak een aantal verbeteringen hebben aangebracht
en deze zo goed mogelijk onderhouden. Hoewel ook deze woningen in beginsel
voor onbewoonbaarverklaring in aanmerking komen, is deze maatregel te
hunnen aanzien minder urgent dan ten aanzien van andere woningen in hun
omgeving. Hieruit is te verklaren, dat een aantal eigenaren en/of bewoners
van woningen aan Achter de Hoven zich met een uitvoerige brief tot Uw
Raad hebben gewend met het verzoek niet tot onbewoonbaarverklaring van