V/eaze 23 Weaze 27 Weaze 33 V/eaze 35 Weaze 37 Weaze 14 Weaze 18 Wird.umerd.ijk 34 Zuidvliet 10 Zuidvliet 20 Zuidvliet 38 Zuidvliet 122 Zuidvliet 4-20A Goutum, Buorren 15 Vaststellen verordening spraakonderwijs. Bijlage no. 151. Leeuwarden, 3 juni 1965.- Aan de Gemeenteraad. Op grond van verschillende omstandigheden is het noodzakelijk gewor den de bestaande regeling van het spraakonderwijs aan leerlingen van lagere scholen te herzien. In het navolgende hebben wij aangegeven, welke wijzigingen wenselijk moeten worden geacht en welke overwegingen hiertoe hebben geleid. Ingevolge het bepaalde in artikel 7? eerste lid, van de Verordening tot regeling van het onderwijs aan de cursus voor spraakgebrekkigen der gemeente Leeuwarden, is de bezoldiging van de leider en het overig perso neel gelijk aan de bezoldiging van de vakleerkrachten voor huishoudkunde bij het voortgezet gewoon lager onderwijs. Deze regeling is indertijd getroffen, omdat voor de leerkrachten in het spreken (logopedie) geen normen van hogerhand waren gegeven en de bezoldiging van de vakleerkrachten voor huishoudkunde een goede vergelij kingsmaatstaf werd geacht. Bij rondschrijven van 27 juli 1962 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken evenwel normbedragen verstrekt voor de salariëring van de logope disten. Aangezien voor alle vakleerkrachten bij het lager onderwijs in onze Gemeente de terzake gegeven rijksnormen worden aangehouden, ligt het voor de hand, dat ook voor de logopedisten deze normen worden gehanteerd. Hoewel wij aanvankelijk enige bedenkingen hadden tegen de rijksregeling, met name wat betreft de veel kortere schaal, dan welke geldt voor de andere vakleerkrachten zijn wij toch, na overleg met het bestuur van de afdeling Leeuwarden van de Nederlandse Onderwijzersvereniging, van mening, dat de rijksnormen dienen te worden gevolgd. De bezoldiging van de leerkracht, verbonden aan de bovenbedoelde cursus, is gedurende een reeks van jaren gelijk geweest aan die van de vakonderwijzer in de logopedie bij het buitengewoon lager onderwijs. Wij zien geen aanleiding deze uniformiteit te verbreken. De regelen omtrent de berekening van diensttijd etc., welke gelden voor de vakleerkrachten, kunnen o.i. zonder meer van toepassing worden verklaard op de leerkrachten van bedoelde cursus. In de praktijk wordt reeds aldus gehandeld. Volgens artikel 7, 2e lid, der bestaande Verordening ontvangt de leider van de cursus een toelage van 100,-- per jaar, indien Burgemees ter en Wethouders een of meer leerkrachten aan hem toevoegen. Hoewel de cursus al van 1951 af bestaat is steeds één leerkracht werkzaam geweest. Vorig jaar hebben wij een tweede leerkracht aangesteld. Door bepaalde omstandigheden kan de infunctietreding pas op 1 augustus a.s. plaats heb ben. Wij betwijfelen echter of in de dan onstaande situatie voldoende aanleiding bestaat een toelage te geven voor het "leiderschap". Naar ons gevoelen zal er geen enkel verschil in positie zijn tussen de beide leer krachten aan de cursus en zullen zij hun werk, uiteraard met een zeker overleg, geheel zelfstandig gaan doen. Van enige leiding zal geen sprake zijn. Op grond van het voorgestelde artikel 2 kunnen wij zo nodig nadere regelen geven. Voor het overige menen wij enkele redactiewijzigingen van de geldende verordening te moeten voorstellen, terwijl wij getracht hebben de inhoud zo beknopt mogelijk te houden. Van een artikelsgewijze toelichting menen wij ons te kunnen onthouden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1965 | | pagina 299