4. R.Andringa, Badweg 18, alhier;
24. A.Douma, Wijbrand de Geeststraat 46, alhier;
25. R.Andringa e.a., Badweg 18, alhier;
27. H.en L.Kramer, Badweg 2, alhier;
Ho. 8253.
DE RAAD DER GEliEEITTE LEEUW ARDEÏT
Gelezen de bezwaarschriften van
1. J.J. Sinneiaa, Ilompenserweg 21, alhier;
2. IJ'.F.Botke e.a. Hempenserweg 29, alhier;
3. IJ.-Jongma, Huizumerlaan 1, alhier;
5. W.P. Greijdanus, Huizumerlaan 58, alhier;
6. L.H.Jansna, Jelsum 196;
7. II.Bontekoe, geb.van der Veen, Noorderrneer 11, Bergum;
8. W.Overdijk, Bródyk 45, Goutun;
9. S.Visser, Badweg 60, alhier.
10. E. Cchen-RozenburgKloveniersburgwal 53, Amsterdam;
11. fa.R.J.Zijlstra, Huizumerlaan 146a, alhier;
12. A.Lettinga, Aylvastraat 5, alhier;
13. P.Wartcna, Keizer Karei,.-eg 99, Amstelveen;
14. E.Kromhout-van der Meer, Huizumerlaan 87, alhier;
15. G.Bottema, Verlengde Schrans 64, alhier;
16. J.Bruining, Bródyk 99, Goutum;
17» H.H, de Walle, Heidoornstraat 16, alhier;
18. J.A.LIantel e.a., Froskepollo 10, alhier;
19. G.Hazimier, Froskepöllc 8, alhier;
20. D.van der Land, Froskepolle 12, alhier;
21. ir.II. Siebenga, Hempenserv/eg 25, alhier;
22. L.C.G. Hartens, Deinumerstraat 11, alhier;
23. Diaconie der Hervormde Gemeente ïïuizum;
26. S,A.,L., on J.Krol, Rijksstraatweg 168, Hardegarijp;
Mede gelezen do adviezen van de Hoofdingenieur-Directeur van de
Volkshuisvesting en de Bouwnijverheid in de provincie Friesland te
Leeuwarden, van 16 februari 1965, no. 260, 23 maart I965, no. 449, 24
maart 1965, no. 450 en van 6 april 1965, no. 539;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van A juni
1965 (bijlage no. 167);
BESLUIT:
a. de hierboven sub 3,11 en 12 vermelde adressanten niet ontvankelijk
te verklaren;
b. de bezwaren van de hierboven sub 1,2,4 tot en met 10,13 tot en met
23 en 26 en 2J genoemde adressanten ongegrond te verklaren;
c. de bezwaren van de onder 24 en 25 vermelde adressanten gegrond te
verklaren, voorzovecl deze bezwaren betrekking hebben op do gronden,
welke in het uitbreidingsplan bestemd zijn voor de bouw van garage
bedrijven, en deze bezwaren voor het overige ongegrond te verklaren;
II.tot onteigening in het belang van de volkshuisvesting ten name van
de gemeente Leeuwarden van de in bijbehorende staat vermelde percelen
