Verbeteren gedeelte Harlingerstraatweg ten oosten van de spoorwegovergang. Bijlage no. 206. Leeuwarden, 15 juli 1965» Aan de Gemeenteraad. In ons voorstel van 5 april j.l., bijlage no. 96, hebben wij U reeds medegedeeld, dat, wil de door het Rijk uit te voeren wegverbetering ten westen van de spoorwegovergang in de Harlingerstraatweg volledig tot haar recht komen, van Gemeentewege zal moeten worden overgegaan tot verbreding van het gedeelte van deze weg, gelegen tussen de spoorwegovergang en de Euterpestraat/Bilderdijkstraat. Het toen reeds aangekondigde plan hiervoor is thans gereed en ligt bij de stukken ter inzage. De daarin voorgestelde verbreding van het betreffende weggedeelte omvat het aanleggen van parallel wegen en verhoogde voetpaden langs de noord- en zuidzijde van de bestaande rijweg, die een breedte heeft en behoudt van 7>25 m. De parallelwegen zijn geprojecteerd ter breedte van 5>50 m, de trottoirs ter breedte van 2,60 m. Tussen de rijweg en de parallelwegen zullen groenstroken, breed 2,25 ni, v/orden aangelegd. Een en ander sluit geheel aan op het thans in uitvoering zijnde plan van het Rijk tot verbreding van de straatweg tussen de spoorweg overgang en Marssum, alsmede op het plan van de N.V. Hederlandsche Spoor wegen tot verbreding van de spoorwegovergang. Op 14 april j.l. besloot U tot het aangaan van een overeenkomst hieromtrent met de U.S. en tot beschik baarstelling van het krediet, dat nodig is voor het dekken van het aandeel van de kosten, hetwelk in dit geval voor rekening van de Gemeente zal komen. De kosten van het thans voorliggende plan, met inbegrip van de kosten van later uit te voeren werken (als herstraten enz.) en met inbegrip van de kosten van de groenvoorziening en van het verleggen van kabels en buizen, worden geraamd op 45*000,--. Dit bedrag kan in eens worden gedekt door middel van een bijdrage uit de reserve voor openbare werken. Een krediet voor het aanpassen van de openbare verlichting - ook ten westen van de spoorwegovergang - zal t.z.t. nog worden gevraagd, zo moge lijk tegelijk met de kredietaanvraag voor de aanleg van de parallelwegen c.a. ten westen van de spoorwegovergang. Zoals gezegd sluit het bovenomschreven werk geheel aan op het reeds in uitvoering zijnde plan en is het eigenlijk te beschouwen als een afron ding van het grote werk ten westen van de spoorwegovergang. Uit verkeers- oogpunt is het bovendien van groot belang, dat de beide werken ongeveer gelijktijdig worden uitgevoerd en gereed komen. V/ij achten het daarom en mede om financiële redenen zeer gewenst, dat de beide plannen worden uitge voerd door één aannemer en wel de N.V. Wegenbouwbedrijf De Opbouw alhier. Naast het voorstel tot vaststelling van het plan voor wegverbreding en tot beschikbaarstelling van het voor de uitvoering benodigde krediet geven wij U derhalve in overweging te besluiten tot onderhandse aanbesteding van het werk aan genoemde N.V. voor een nader door ons College met de aan- neemster overeen te komen bedrag, een en ander conform het hierbij gevoegde ontwerp De Commissie Openbare Werken en de Financiële Commissie kunnen zich met het bovenstaande verenigen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Heulen Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1965 | | pagina 407