Memorie van toelichting op het ontwerp van een nieuwe veemarktverordening.
Hieronder volgt artikelsgewijs een overzicht van de punten waarin
het ontwerp afwijkt van de vastgestelde verordening. De tussen ge
plaatste cijfers verwijzen naar de artikelen van die verordening.
Art. 1,. sub f en g (1, sub c). Splitsing tussen vee en kleinvee is,
op verzoek van het Departement, aangebracht, omdat de Veewet
alleen op herkauwende en eenhoevige dieren en varkens van
toepassing is, hoewel het uiteraard niet strikt noodzakelijk
is, dat de verordening het zelfde begrip "vee" bezigt als de
Veewet
Vele bepalingen gelden trouwens alleen voor dieren als be
doeld sub f.
Het onderscheid tussen "vee" en "kleinvee" maakte uiteraard
tal van redactiewijzigingen in het ontwerp noodzakelijk.
Art. 2 (2) De definitie van "veemarkt" maakte een andere formulering
van het eerste lid wenselijk. Het tweede lid maakt art. 8
(oud) overbodig.
Art. 3 (12) Dit art. is een vervolg op art. 2. Letter c van het eerste
lid wordt door de praktijk geëist: zieke en wrakke dieren
mogen wel worden verhandeld, doch behoren als ziek of wrak
kenbaar te zijn (vgl. art. 13, derde lid, van het ontwerp).
Het tweede lid werd opgenomen i.v.m. letter k van het K.B.
1922, s. 76.
Art. 4 (3) De tekst is nader aangepast aan letter a van het K.B. 1922,
s. 76.
Art. 5 (5) De beperking van de werking van dit artikel tot "op de open
bare weg" wordt gevorderd door de bevoegdheid van de Raad
uitsluitend op het gebied van de "openbare" orde etc. De
woorden "anders dan op het veemarktterrein" kunnen vervallen
omdat dat terrein niet wordt beschouwd als "openbare weg".
Art. 6 (4) Het eerste lid, sub a, van art. 4 van de vastgestelde veror
dening kan naar het oordeel van de directeur Slachthuis en
Veemarkt vervallen; het tweede lid dus ook. Zie ook ad art.
10.
Art. 7 (6) Het tweede lid van art. 6 (oud) is bij nader inzien overbodig
omdat een spoorwagon niet op het veemarktterrein kan komen.
Art. 7 van het ontwerp geeft in het tweede lid sub a een in
de praktijk nuttig gebleken voorschrift.
Art. 8 (7) De formulering is iets gepreciseerd.
Art. 9 De praktijk vordert deze bepaling. De directeur van Slacht
huis en Veemarkt zal de vooraanbindruimte aldus inrichten,
dat het vóór de aanvang van de markt aldaar geplaatste vee
alleen via de veemarkt kan worden verwijderd.
Art. 10 Het eersteen het derde lid zijn een uitvoering van de letters
d en e van het K.B. 1922, S. 76. Het vierde lid, gelijkende
op art. 4» eerste lid, sub a, 2e (oud), is in de praktijk
nutt ig.
Art. 11 (9) Er zijn geringe redactionele veranderingen aangebracht.
Art. 12 (10) Letter g van het K.B. 1922, S. 76, spreekt over "verscherpt
markttoezicht"Het Departement acht geb uik van deze term
gewenst
Art. 13 (11) Het eerste lid van art. 11 (oud) dient te vervallen:
>ub a: als vee besmet is met een besmettelijke ziekte als be
doeld in de Veewet, zijn de bepalingen van die wet van toe
passing; het vee komt dan niet op de veemarkt. Is het vee
ziek in andere zin, dan is lid 3> is het vee gevaarlijk,
dan is lid 2 van art. 13 van het ontwerp van toepassing.