Opheffing Leeuwarder Sportstichting. Bijlage no. 20. Leeuwarden, 11 januari 1 965* Aan de Gemeenteraad. In ons voorstel van 24 september 1964 (bijlage no. 310) betreffende het beheer van de gemeentelijke sport- en recreatievoorzieningen deelden wij U mede, dat wij ons in overleg met het bestuur van de Leeuwarder Sportstichting nog nader wensten te beraden over de mogelijkheden, ten aanzien van de vorming van een orgaan van advies en/of overleg op dit terrein. Wij voegden daaraan toe, dat wij ons aanvankelijk voornemen om U toen reeds een voorstel tot opheffing van de Sportstichting te doen, in afwachting van het overleg met het stichtingsbestuur omtrent het in het leven roepen van een dergelijk orgaan, hadden laten varen. In aansluiting op mondeling namens ons met het Dagelijks Bestuur terzake gepleegd overleg hebben wij op 18 november 1964 schriftelijk aan het stichtingsbestuur ver zocht ons van advies te dienen: a. omtrent de mogelijkheden en wenselijkheden ten aanzien van de samenstel ling en de taak van een orgaan voor overleg en/of advies ten behoeve van de sport en (eventueel) de recreatie; b. omtrent de opheffing van de Leeuwarder Sportstichting. Wat dit laatste punt betreft vestigen wij er Uw aandacht op, dat arti kei 27 van de Statuten van de stichting bepaalt, dat Uw Raad bevoegd is o.m. om de stichting op te heffen, maar dat bij een daartoe strekkend voorstel ons College het advies van het stichtingsbestuur aan Uw vergade ring moet overleggen. Weliswaar had het bestuur zich blijkens zijn advies van 11 september 1964 al - zij het contre coeur - in meerderheid neerge legd bij de voorgenomen opheffing, doch wij achten het redelijk het be stuur in de gelegenheid te stellen de vraag, of er voor de stichting in het licht van het nadere overleg nog een reden van bestaan - eventueel in gewijzigde vorm - zou overblijven, opnieuw onder ogen te zien. Bij brief van 7 december 1964 (ingekomen op 14 december heeft het stichtingsbestuur ons zijn advies, onder overlegging van de notulen van zijn desbetreffende vergadering, doen toekomen. Deze stukken liggen voor U ter inzage. Er blijkt in de eerste plaats uit, dat het bestuur geen bezwaren heeft tegen de opheffing van de Leeuwarder Sportstichting. In de tweede plaats doet het suggesties omtrent de vorming van een commissie van advies en omtrent de aan die commissie op te dragen taak en de samenstelling van een zodanig orgaan Deze suggesties hebben wij voorgelegd aan de Sport- en Recreatiecommissie, de commissie van advies en bijstand uit Uw midden, met het verzoek ons daarover van advies te dienen. Het door haar uitgebrachte rapport hebben wij eveneens voor U ter visie gelegd. De commissie is tot de conclusie gekomen, dat kan worden volstaan met de mogelijkheid om voor bepaalde objecten of voor bepaalde onderdelen van sport of recreatie kleine commissies in te stellen, be staande uit ten hoogste vijf deskundigen, niet afkomstig uit gemeentelijke kring. liet creeëren van een "Sportraad", als beoogd door het bestuur van de Sportstichting, acht de commissie, zo daaraan behoefte bestaat, niet een zaak van het gemeentebestuur, maar van het georganiseerde sportleven in de gemeente. De Gemeente kan hierbij naar haar mening desgewenst de hel pende hand bieden door de administratieve werkzaamheden bij de dienst voor Sport en Recreatie te doen verrichten en eventueel door het ver strekken van een subsidie tenbehoeve van het werk van een zodanige raad.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1965 | | pagina 50