- 2 -
Na kennisneming van dit advies hebben wij ons beraden omtrent de
verschillende mogelijkheden, die ten deze openstaan. Met het stichtings
bestuur zijn wij van oordeel, dat het in het leven roepen van een gecom
bineerde Sport- en Recreatieraad, door de uiteenlopende aspecten van
sport en recreatie, licht tot moeilijkheden kan leiden en in elk geval
niet zou bijdragen tot de voortdurende interesse van de leden voor het
werk van een zodanige raad. Wij zijn verder - ten dele ook met herziening
van ons aanvankelijke standpunt hieromtrent - tot de slotsom gekomen,
dat ook de instelling van een gemeentelijke sportraad met de taak en van
de omvang als het stichtingsbestuur in overweging heeft gegeven geen
aanbeveling verdient. O.m. achten wij een dergelijke raad te groot om
als soepel en vlot werkend adviesorgaan voor ons College werkzaam te
zijn. Veel meer behoefte gevoelen wij dan ook aan kleine deskundige
adviescommissies met een beperkt, vrij duidelijk - hetzij functioneel,
hetzij territoriaal - bepaald werkterrein. Zo kan worden gedacht aan
commissies voor bijvoorbeeld het recreatiegebied Kleine Wielen en voor
bijvoorbeeld de veldsporten enz. Wij kunnen ons derhalve met de gedachten-
gang van de Sport- en Recreatiecommissie in dezen geheel verenigen.
Volgens de (gewijzigde) gemeentewet kunnen commissies met een enkel
adviserende taak ten behoeve van ons College door ons worden ingesteld.
Wij zijn voornemens om van deze bevoegdheid op de door de Sport- en
Recreatiecommissie aangegeven wijze gebruik te maken. Als de ervaringen
met dergelijke commissies daartoe aanleiding geven zullen wij te zijner
tijd de vraag onder ogen zien, of aan een of meer van haar niet de be
slissing omtrent bepaalde beheersdaden ten aanzien van haar werkterrein
behoort te worden toevertrouwd. In dat geval zal Uw Raad moeten besluiten
tot instelling van de desbetreffende commissie en tot toekenning van de
nodige bevoegdheden. Voorshands kan evenwel met een besluit onzerzijds
worden volstaan.
De gedachten van de Sport- en Recreatiecommissie ten aanzien van het
in het leven roepen van een "sportraad" door het sportorganisatieleven
zelf en ten aanzien van de door de Gemeente daarbij te bieden hulp kunnen
wij wei delen.
Nu het bestuur van de Leeuwarder Sportstichting geen bezwaren heeft
tegen de opheffing van die stichting, stellen wij U voor tot die op
heffing te besluiten. Een concept-besluit, daartoe strekkende, bieden
wij U ter vaststelling aan.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.
No. 504-
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 januari
1965 (bijlage nr. 20
gezien zijn besluit van 24 juni 1959» nr. 7561, tot het in het
leven roepen van de Leeuwarder Sportstichting en tot het vaststellen
van de statuten van die stichting;
gelet op artikel 27 van die statuten;
BESLUIT:
op te heffen de bij zijn besluit van 24 juni 1959» nr. 7561, in het
leven geroepen stichting "Leeuwarder Sportstichting", gevestigd te
Leeuwarden
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.