- 2 - wachttijd van één tot twee jaar rekening te worden gehouden. Op al deze factoren, die ieder voor zich een vertragend element kun nen vormen, kan het gemeentebestuur slechts in beperkte mate invloed uit oefenen. Het is daarom des te meer van belang, dat het verdere deel van d procedure, te weten het voorbereiden, ontwerpen en uitvoeren van de plan nen, zoveel mogelijk wordt bespoedigd. Haar ons oordeel zijn er inderdaad belangrijke mogelijkheden om door het brengen van eenheid, rationalisatie coördinatie en continuïteit in de scholenbouw, een versnelling in proce dure en uitvoering tot stand te brengen. Wij menen dit als volgt te kun nen toelichten. Indien, zoals in de onderhavige situatie het geval is, vaststaat dat binnen een bepaald tijdsbestek een belangrijk aantal scholen van een be paald type moet worden gebouwd, kan het grote voordelen bieden, wanneer in de plannen hiervoor een zekere eenheid wordt gebracht. Dit behoeft nog niet tot volkomen eenvormigheid te leiden maar wel zou moeten worden uitgegaan van een bepaald grondtype schoolgebouw, dat dan zo nodig aan een bepaalde situatie kan worden aangepast. Hierdoor zou niet slechts het voorbereiden en ontwerpen van de plannen aanzienlijk kunnen worden be spoedigd, maar ook de beoordeling door de verschillende instanties zou stellig vlotter verlopen. Bovendien zou een dergelijk, meermalen te reali seren plan, in opzet en uitvoering zeer rationeel kunnen zijn. Door voor bereiding en uitvoering van de verschillende projecten zoveel mogelijk te coördineren zullen in verschillende opzichten besparingen mogelijk zijn. Tenslotte zal ook de continuïteit, die op deze wijze in de bouw van scho len kan worden bereikt, een kostenbesparend effect kunnen hebben, mede omdat de bouw van scholen op deze wijze voor de aannemers aan aantrekke lijkheid zou kunnen winnen. De hier genoemde factoren met een bespoedigend tn kostenbesparend effect zullen slechts volledig tot hun recht kunnen komen, wanneer aan de plannen een zo breed mogelijke opzet wordt gegeven. Dit wil zeggen, dat hierbij zowel het bijzonder als het openbaar gewoon lager- en kleu teronderwijs zouden moeten worden betrokken. Aangezien naar onze mening een opzet als hier geschetst zeer in het belang van de scholenbouw zou zijn en het waarschijnlijk alleen op deze wijze mogelijk zal zijn de totstandkoming van schoolgebouwen enigermate gelijke tred te doen houden met de woningbouw, hebben wij onderzocht \-.rel'ke mogelijkheden er zijn om een en ander te verwezenlijken. Wij hebben daartoe overleg gepleegd zowel met de betrokken onderwijsinspecties als ffi het departement en de belanghebbende schoolbesturen. Hierbij bleek, dat zowel de Inspectrice van het kleuteronderwijs als de Inspecteur van het lager onderwijs, zeer geporteerd waren voor de beoogde werkwijze en dat zij volledig bereid waren hieraan hunnerzijds alle steun te verlenen. Ook ten departemente van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen bleek men niet ongenegen tot het verlenen van medewerking, al kon men van die zijde in dit stadium nog geen enkele toezegging doen inzake het tijdig ver strekken van de nodige urgentieverklaringen en rijksgoedkeuringen. Het overleg met de schoolbesturen heeft zich uitgestrekt tot die besturen, waarvan mag worden aangenomen, dat zij één of meer scholen in het Ielan zullen gaan exploiteren, te weten de Vereniging voor Christe lijk Schoolonderwijs, de Rooms-Katholieke Schoolvereniging, de Nederland: Hervormde Schoolvereniging, de Gereformeerde Schoolvereniging, de Ver eniging voor Christelijk kleuteronderwijs en de Stic iting R.K. kleuter school Leeuwarden-V/est. Dit overleg heeft geruime tijd gevergd. Uiteinde-» lijk is echter overeenstemming bereikt op basis van ie volgende punten. 1. Alle scholen voor gewoon lager- en kleuteronderwijs in het lelan zul len worden gebouwd door de Gemeente.- 2. De bouw zal plaatsvinden volgens een door de dienst der Openbare Werx ontworpen plan voor een 6-klassige lagere school en een 3 of 4 klas- sige kleuterschool, een en an Ier zo nodig enigermate aangepast aan een bepaalde situatie. - 3 - 3. De directie en het toezicht over de bouw zullen berusten bij de dienst der Openbare Werken. 4. De aan de Gemeente of aan schoolbesturen verstrekte, maar nog niet ge bruikte urgentieverklaringen zullen voor de verwezenlijking van dit plan worden aangewend. 5« Ten behoeve van de in het lelan gevormde openbare- en bijzondere scho len zullen, naar evenredigheid van de omvang van deze scholen, lokalen van de gestichte schoolgebouwen beschikbaar worden gesteld. Zodra een school tot volledige omvang (6 klassen g.l.o. en 3 of 4 klassen k.o.) is uitgegroeid, zal zo spoedig mogelijk een volledig gebouw blijvend worden toegewezen. 6. In eerste aanleg zal, voorzover het gewoon lager onderwijs betreft, worden overgegaan tot oprichting van twee openbare scholen, twee scho len van de Vereniging voor Christelijk Schoolonderwijs en één school van elk der drie andere verenigingen; voorzover het kleuteronderwijs aangaat zal in eerste aanleg worden volstaan met oprichting van twee openbare scholen en één school voor elk der beide bijzondere school organisaties. De oprichting van meer scholen zal kunnen plaatsvinden naar gelang de behoefte hieraan ontstaat. Wij merken hierbij op, dat door de besturen van de Rooms-Katholieke Schoolvereniging en de Stichting R.K. kleuterschool Leeuwarden-V/est met betrekking tot het vorenstaande nog een voorbehoud is gemaakt. De functi onele binding, welke bij de door hen vertegenwoordigde richting vaak bestaat tussen school en kerk, kan het wenselijk maken hiermee bij de stichting van deze gebouwen rekening te houden. Met het oog hierop wensen deze besturen zich dan ook hun standpunt ten opzichte van de vraag, of zij voor hun scholen zonder meer van het door de dienst der Openbare Werken ontworpen plan gebruik kunnen maken nog voor te behouden. Indien Uw Raad zich met de hiervoor geschetste opzet kan verenigen, ware thans in de eerste plaats een besluit te nemen tot het stichten van twee openbare scholen voor gewoon lager onderwijs en twee openbare kleu terscholen op nader aan te wijzen plaatsen in het uitbreidingsplan lelan. Dit besluit is aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten onderworpen. Voorts dient Uw Raad een beslissing te nemen ten aanzien van de in middels door de verschillende schoolbesturen ingediende verzoeken om medewerking voor de stichting van de bovengenoemde aantallen scholen in het lelan. Deze medewerking is gevraagd in die vorm, dat de gewenste voor ziening, i.e. dus de stichting van een schoolgebouw, door de Gemeente tot stand zal worden gebracht. Dit schept voor de Gemeente dus ook formeel de mogelijkheid om zelf rechtstreeks de bouw van deze bijzondere scholen ter hand te nemen. Ten aanzien van de ingediende verzoeken om medewerking merken wij nog op, dat hierbij niet zijn overgelegd van de handtekeningen van ouders voorziene lijsten met de namen van kinderen, die de op te richten scholen zullen bezoeken. Weliswaar eisen de Lager-onderwijswet 1920 en de Kleuter onderwijswet, dat bij aanvragen om schoolstichting een verklaring wordt overgelegd, waaruit blijkt, dat de te stichten school door een bepaald minimumaantal leerlingen zal worden bezocht, maar blijkens de terzake bestaande jurisprudentie behoeft een zodanige verklaring niet in alle ge vallen een van de handtekeningen der ouders voorzien stuk te zijn. In bepaalde gevallen kan ook met een verklaring van het schoolbestuur ge noegen worden genomen. Wij menen, dat er in de onderhavige situatie alle aanleiding is om van de schoolbesturen geen zgn. ouderverklaring te vragen. Het zou be paald niet in het belang van de tijdige totstandkoming van schoolgebouwen zijn, wanneer de schoolbesturen pas medewerking voor stichting van scho len in een nieuwe stadswijk zouden kunnen vragen, wanneer zij een lijst met namen van kinderen uit deze wijk kunnen overleggen. Bovendien mag op grond van de thans bekende gegevens omtrent het lelan en op grond van de thans bestaande verhouding tussen de aantallen leerlingen van de scholen van de verschillende richtingen, onzes inziens zonder meer worden aange-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1965 | | pagina 5