Verpachting gardeniersland
Bijlage no. 28. Leeuwarden, 28 januari 1965»
Aan de Gemeenteraad.
De pachters van een gedeelte van het perceel gardeniersland, dat is
gelegen aan de zuidzijde van de Badweg, kadastraal bekend gemeente Huizum,
sectie F, no. 31, groot 1.09.00 ha en waarvan de pacht op 31 december
j.l. is geëindigd, hebben ons verzocht te willen bevorderen, dat dit
perceelsgedeelte opnieuw aan hen in pacht wordt afgestaan.
Onzerzijds bestaat hiertegen geen bezwaar. In verband met de stede-
bouwkundige ontwikkeling van het gebied, waarin het onderhavige perceel
is gelegen, is evenwel een verpachting voor de normale termijn van 6 jaren
niet mogelijk, maar dient een kortere pachttermijn te worden aangehouden.
De Grondkamer voor Friesland heeft op ons verzoek een verpachting
voor één jaar goedgekeurd, terwijl voorts toestemming werd verleend, dat
in de te sluiten pachtovereenkomst wordt opgenomen het beding, bedoeld in
artikel 62, sub d, der Pachtwet, inhoudende, dat de overeenkomst te allen
tijde door de verpachter kan worden beëindigd indien en voorzover de be
stemming de beëindiging naar zijn oordeel noodzakelijk maakt.
De pachters kunnen zich met de voorgestelde pachttermijn en pacht
prijs verenigen. Op grond hiervan geven wij U in overweging te besluiten
overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.
