- 4 -
1. Fonds voor culturele doeleinden 10.000,--
2. Fonds voor aankoop en onderhoud van voorwerpen
van Friese kunst - 2.500,--
3Fonds voor aankoop en onderhoud van kunstvoor
werpen voor het museum Princessehof - 3.000,--
4- Studiefonds (loopt niet door de gemeenterekening) - 10.000,--
5. Fonds voor restauratie van monumenten - 35.000,--
De middelen van de onder 1 t/m 4 vermelde fondsen worden door ons
besteed. Wij zijn voornemens U - evenals ten aanzien van de uitgaven
uit het fonds voor monumentale kunst - jaarlijks bij de behandeling van
de begroting inlichtingen te verstrekken aangaande de uitgaven welke in
het afgelopen jaar uit het fonds voor culturele doeleinden en uit het
studiefonds zijn gedaan.
Met betrekking tot het fonds voor restauratie van monumenten delen wij U
mede, dat voor iedere bijdrage uit dit fonds een afzonderlijk krediet
aan Uw Raad zal worden gevraagd.
Recapitulatie
De raming op de post voor onvoorziene uitgaven bedraagt na wijziging
no. 3 van de gemeentebegroting 123.550,--.
In verband met de hiervoor vermelde uitgaven moet dit bedrag met 30.000,
worden verlaagd tot 93-550»
Het bedrag van 30*000,-- kan als volgt worden gespecificeerd:
1. Aankoop bandrecorder 700,--
2. Wijziging riolering bij de Curagaostraat - 11.800,--
3. Verhoging krediet exploiatie fontein
Europaplein 7.500,—
4* Storting in het fonds voor monumentale
kunst - 10.000,--
30.000,--
Onder mededeling, dat de Financiële Commissie zich hiermede kan
verenigen, stellen wij U voor de Gemeentebegroting en de begrotingen
van het Woningbedrijf en het Grondbedrijf voor het dienstjaar 1965 to
ijzigen overeenkomstig de ter inzage gelegde ontwerp-besluiten.
w
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.
Pre-advies inzake het verzoek om toekenning van een schadeloosstelling aan
de heer S. van der Wagen, te Leeuwarden.
Bijlage no. 45. Leeuwarden, 1 februari 1965.
Aan de Gemeenteraad.
Bij brief van 24 december j.l., (ingekomen op 21 januari j.l.) heeft
het hoofdbestuur van het Nederlands Verbond van Middenstandverenigingen
tot Uw Raad het verzoek gericht een financiële tegemoetkoming te verlenen
aan ie heer 0. van der Vlagen, detailhandelaar in rookartikelen, wonende
Willemskade 69, alhier, in verband met het feit, dat laatstgenoemde door
werkzaamheden aan de Verlaatsbrug en het afsluiten voer het verkeer van de
Snekerkade en een gedeelte van de Willemskade inkomsten zou derven.
Het verzoek wordt gemotiveerd met de mededeling, dat het uitvoeren
van de werkzaamheden te lang duurt om te behoren tot het normale risico
van een ondernemer. Een dergelijk onvoorzien ingrijpen in de bestaansbron
van een middenstander wettigt naar de mening van genoemd bestuur een in
financieel opzicht tegemoetkomende houding van de Overheid.
Ter verduidelijking van de situatie merken wij op, dat het bedrijf
van de heer Van der Wagen is gevestigd op de hoek van de willemskade en
de Snekerkade. De Snekerkade is, voorzover betreft het gedeelte ten
noorden van de Lange Marktstraat, in verband met de bouw van de nieuwe
Verlaatsbrug en het afbreken van de oude brug voor het verkeer afgesloten
geweest sedert half maart 1964* Deze afsluiting gold echter niet voor het
voetgangersverkeer, zodat gesteld kan worden, dat de bereikbaarheid van de
winkel slechts gedeeltelijk werd belemmerd. Wij zijn van oordeel, dat
indien de heer Van der Wagen schade heeft geleden en nog zal lijden,
deze schade in feite voortvloeit uit de omstandigheid, dat zijn bedrijfs
pand in hoofdzaak als gevolg van het verplaatsen van de Verlaatsbrug en
mede als gevolg van de verplaatsing van de veemarkt naar de Heliconweg
aan een straat is komen te liggen, die voor het verkeer van minder
betekenis is geworden. De route, die het doorgaande verkeer nu volgt,
loopt niet meer via de Willemskade.
Wij kunnen ons voorstellen, dat de heer Van der Wagen van de bovenom
schreven wijziging van omstandigheden nadelige gevolgen kan ondervinden,
doch wij staan op het standpunt, dat de Gemeente in deze handelt ter
uitvoering van haar publiekrechtelijke taak en in het algemeen belang.
Waar schuld van de zijde van de Gemeente ontbreekt dient te worden gesteld,
dat de Gemeente uit dien hoofde niet aansprakelijk is voor schade of last,
welke voor omwonenden of voor in die omgeving gevestigde bedrijven uit
die handelingen voortvloeit. Ook in het onderhavige geval pleegt de
Gemeente derhalve geen onrechtmatige daad en kan zij niet aansprakelijk
worden gesteld voor de schade, welke de heer Van der Wagen lijdt.
Ofschoon men zich de bezwaren in een individueel geval kan indenken, be
tekent inwilliging van een dergelijk verzoek om schadevergoeding, dat ook
in andere gevallen een tegemoetkoming in de schade zou moeten worden toe
gekend. Het is duidelijk dat deze consequentie niet is te overzien en voer
de Gemeente onaanvaardbaar is.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging op het ver
zoek afwijzend te beschikken.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.